Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De praktijken van privé-inlichtingendiensten vinden steeds meer ingang in het bedrijfsleven.

Onlangs hekelde het Vast Comité I, de instantie die de Belgische geheime diensten controleert, de handelswijzen van zogenaamde ‘privé-inlichtingendiensten’. Zulke inlichtingendiensten leveren tegen betaling informatie aan privé-bedrijven. Informatie verschaffen is op zich natuurlijk helemaal niet verboden, maar volgens het Comité I is bij het functioneren van dergelijke firma’s ‘het misdrijf nooit veraf’ en opereren ze ‘in een dicht waas van geheimzinnigheid’. In het rapport van het Comité I vielen prestigieuze namen zoals het Amerikaanse concern Kroll en de Britse Control Risks Group. ‘Ondertussen is ons meningsverschil met het Comité I uitgepraat’, sust Stijn Merks, algemeen directeur van Kroll Benelux. ‘Laten we het maar een ongelukkig misverstand noemen.’

Kroll is met voorsprong de wereldleider in zogenaamde business intelligence of competitive intelligence – het verwerven van bedrijfsinformatie. ‘Zelf spreken we liever over risicomanagement en consultancy’, verbetert Merks. ‘En in België zijn onze activiteiten al met al vrij beperkt. De diensten die wij leveren, zijn in dit land nog niet zo ingeburgerd.’

Pascal Francq, onderzoeker aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) en specialist in de materie, beaamt: ‘De meeste Belgische bedrijfsleiders blijken zich niet echt bewust van het enorme belang van deze vorm van informatievergaring en willen er voorlopig dan ook nog niet in investeren. Een kapitale fout, want eigenlijk is niets belangrijker voor een bedrijf dan informatie.’

‘Het is een kwestie van bedrijfscultuur’, zegt Francq. ‘Overal ter wereld hebben bedrijven informatie nodig, overal heeft men andere methoden om die te bekomen. In Frankrijk en België is het bijvoorbeeld vrij normaal dat je met iemand gaat eten en via wijn of bier bepaalde zaken te weten komt. Een praktijk die in het buitenland overigens behoorlijk op gefrons onthaald wordt. De Duits-Japanse variant van competitive intelligence, met een goed georganiseerde informatiedienst die via meerdere kanalen de markt afspeurt, maakt echter wereldwijd enorme opgang en zal ook hier onvermijdelijk doorbreken.’

Trucks tellen

Hoe werkt nu zo’n privé-inlichtingendienst? Pascal Francq: ’95 procent van alles wat een bedrijf moet weten, bevindt zich in openbare bronnen zoals openbare archieven of het internet. 85 procent is zelfs gewoon te vinden in het bedrijf zelf. Dan is het nog een kwestie van die informatie correct te ordenen en te analyseren, en het grootste werk is gedaan.’ Dat is minder eenvoudig dan het misschien wel lijkt. Archieven bieden vaak zo’n immense stortvloed aan gegevens dat men door de bomen het bos niet meer ziet – en betrouwbare informatie vinden op het internet blijkt dikwijls al helemaal onmogelijk. Stijn Merks van Kroll: ‘Daar komt nu de expertise van onze analisten op de proppen. Onze toegevoegde waarde is dat wij vlug verbanden zien en de klant zo veel tijd en geld besparen.’

Dan rest er nog die vijf procent niet-openbare informatie, die zich volgens het Vast Comité I in de ‘grijze zone’ bevindt. Toch kan volgens ULB-onderzoeker Paul Francq ook daar veel informatie legaal opgediept worden, op voorwaarde dat de onderzoeker wat handigheid aan de dag legt. ‘Er bestaat één heel eenvoudige regel voor: als iets openbaar is, dan mag het. “Openbaar” bedoel ik in de breedst mogelijke zin van het woord. Stel dat je de precieze productie van een fabriek wilt weten en niet blind op de officiële cijfers wilt afgaan – wat volgens mij verstandig is. Tel dan gewoon een dag lang de trucks die buiten rijden, vermenigvuldig dat aantal met de inhoud van zo’n truck en je weet het. Doodeenvoudig en helemaal niet illegaal.’

Er zijn zelfs nog sluwere methodes. Een veelgebruikte truc blijkt de valse vacature. ‘Die vacature wordt zo opgesteld dat je bijna onvermijdelijk een bepaald type mensen aantrekt – je stelt bijvoorbeeld een heel specifiek sollicitatieprofiel op, dat flink wat ervaring vereist. Natuurlijk nodig je alleen de mensen uit die interessant zijn voor je onderzoek. Tijdens een sollicitatiegesprek willen sollicitanten graag indruk maken, het is echt niet moeilijk om iemand dan uit te horen over zijn bedrijf en zijn functie. En belangrijker: het is niet illegaal. Deze werkwijze bestaat ongetwijfeld ook in België.’ Houden privé-inlichtingendiensten zich dan altijd volkomen aan de wet? Francq: ‘Ik denk het eigenlijk wel. De ernstiger inlichtingenfirma’s zullen zich daar zeker niet door laten vangen, daarvoor staan er voor hen te veel belangen op het spel. Maar misschien zijn er in de marge wel bedrijfjes die iets minder rigide zijn.’

Volgens Stijn Merks van Kroll heeft zijn bedrijf alvast niets te verbergen. ‘Wij werken niet met eigen databanken, leveren geen bewakingsdiensten (beide praktijken zijn in België verboden terrein voor privé-inlichtingendiensten) en doen in wezen niets illegaals. Daarmee zouden we ook niet wegkomen. Sterker nog: vooraleer we een opdracht aannemen, beoordeelt een speciaal ethisch comité in New York of we ons wel aan die klant kunnen wagen.’ Toch is die controle niet altijd zo waterdicht; in het verleden werkte Kroll bijvoorbeeld voor de sjoemelende Superclub-baas Maurits De Prins. En ook de beruchte mediatycoon Robert Maxwell huurde Kroll in drie dagen voor hij op mysterieuze wijze van zijn jacht viel en verdronk.

Niet al te kies

Ook al blijven privé-inlichtingendiensten binnen het kader van de wet, toch voelen hun werkwijzen niet al te kies aan. ‘En waarom vindt u dat?’ vraagt Pascal Francq met aandrang. ‘Dat is echt gewoon een kwestie van lokale bedrijfscultuur hoor. Bij een vergadering tussen Japanse zakenlui is het bijvoorbeeld zelfs vanzelfsprekend dat ze op voorhand alles van elkaar te weten komen, zelfs privé-informatie. En dat is vaak ook veel onschuldiger dan het voor ons misschien lijkt. Als je bijvoorbeeld weet dat je handelspartner een fan is van grote motoren, laat hem dan door de grootste motorfan van je bedrijf ophalen. Dat maakt die man gelukkig en hij zal vlugger geneigd zijn een contract te tekenen. Zulke informatie vergemakkelijkt gewoon de interactie, en zo dus ook de transactie.’

‘We moeten trouwens ook niet hypocriet doen. Grote bedrijven krijgen waarschijnlijk zelfs wel eens informatie van de staat, ook bij ons. Echelon, het informatienetwerk van de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk, heeft daar de deur voor opengezet. Het is een wapen van de Amerikaanse bedrijfswereld geworden. Bij grote internationale offertes valt het toch net iets te vaak voor dat een Amerikaans bedrijf nipt de goedkoopste is, alsof ze wisten hoeveel de buitenlandse concurrentie vroeg. Verbaast u dat? In de economie is het altijd oorlog, hoor. En de Verenigde Staten zijn onze voornaamste vijand. Wat privé-inlichtingendiensten doen, is daartegenover nog heel onschuldig.’

Jef Van Baelen

‘Wij werken niet met eigen databanken, leveren geen bewakingsdiensten en doen in wezen niets illegaals.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content