‘IK WORD HIER LANGZAAM MAAR ZEKER GEK’

REBELLEN VAN HET VRIJE SYRISCHE LEGER Zakenman Hossam: 'Tot nu toe is het leger zachtaardig opgetreden tegen de terroristen.' © STRINGER/REUTERS

Aan oorlog lijk je te kunnen wennen. Terwijl veel inwoners van Damascus een paar weken geleden nog nauwelijks de deur uitgingen, is het nu weer veel drukker op straat. Het leven gaat door, maar toch neemt ook bij de Damascenen de vertwijfeling toe. ‘Denk je nou echt dat dit regime nog kan overleven?’

Ramadan was dit jaar anders dan anders. In voorgaande jaren waren de straten tot diep in de nacht druk met etende en winkelende mensen. Dit jaar zat iedereen voor tienen thuis. Veel straten in Damascus worden ’s nachts bewaakt door mannen met geweren. Elke voorbijganger wordt ondervraagd. Medewerkers van de veiligheidsdienst zijn overal. Meestal in burger en dus onherkenbaar. Maar zodra er iets gebeurt, wordt snel duidelijk wie ze zijn. Zonder echte aanleiding worden mensen gearresteerd en verdwijnen dan voor onbepaalde tijd. ‘Ik kan niet begrijpen dat er iemand is die dit regime nog steunt’, zegt een buitenlandse diplomaat in Damascus. ‘Ik heb zelden zo veel ellendige verhalen gehoord. Hier verdwijnen mensen om niets. Er zijn zo veel gevangenen, er wordt zo veel gemarteld. En zodra mensen een initiatief nemen worden ze opgepakt. Georganiseerde groepjes zijn per definitie verdacht.’

Mensen zien er moe en slecht uit. Om het minste of geringste krijgen ze ruzie. ‘Ik heb al nachten niet geslapen. Het lijkt wel alsof mijn bed midden in een disco staat’, zegt een ambtenaar die het van vermoeidheid nauwelijks meer kan opbrengen om naar zijn werk te gaan. ‘En je weet nooit wat je tegenkomt onderweg. Gisteren duurde het anderhalf uur langer om naar mijn kantoor te komen door al die checkpoints.’ Hij blijft wel naar zijn werk gaan want als vader van drie kinderen met een mager salaris kan hij het zich niet permitteren om thuis te blijven. In zijn kantoor zijn de ramen met plastic afgeplakt. De bureaus zijn verschoven naar hoeken zover mogelijk bij het raam vandaan zodat, als er iets mocht exploderen, de mensen niet gewond raken door rondvliegend glas.

Kinderen zitten deze zomervakantie thuis. Ze kijken televisie of spelen het nieuwe spelletje: checkpointje. Van stoelen en lakens bouwen ze een blokkade en vragen hun ouders en familie om langs te komen. ‘Laat je identiteitskaart zien’, bromt het jongetje dat voor soldaat speelt. Plastic geweren zijn geliefd speelgoed. ‘Ik vertel mijn kinderen allerlei leugentjes zodat ze niet al te bang worden’, zegt een vader van twee kleuters. ‘Ik zie die kleine koppies naar me kijken en denken: volgens mij vertelt mijn pappie onzin.’

Hoewel mensen angstaanvallen zeggen te hebben en kalmeringspillen slikken, is therapie voor velen niet weggelegd. ‘De rijken zijn in het buitenland en de armen hebben niet eens genoeg geld om te eten, laat staan voor therapie. Maar nu je het zegt: het zou best iets voor mij zijn’, zegt een man op leeftijd. Hij heeft zijn hele familie naar het buitenland overgebracht. Zelf blijft hij om zijn bedrijf aan de praat te houden. ‘Ik voel dat ik hier langzaam maar zeker gek word.’ Hij probeert al de hele dag te achterhalen of vicepresident, Farouk al Shara, nou wel of niet is overgelopen naar de oppositie. ‘We horen allerlei geruchten en dan zeggen ze op de Syrische staatstelevisie weer dat het niet waar is. Ik krijg de indruk dat steeds meer politici van het zinkende schip springen in de hoop dat ze misschien in een volgende regering weer een positie kunnen bemachtigen. Ze zijn pragmatisch en denken vooral aan zichzelf’, zucht hij. ‘Wat een ramp. Straks zitten we bij een volgende regering weer met deze corrupte bende.’

Terrasjes

Hoewel veel restaurants en cafés gesloten zijn, heb je een paar terrasjes in het centrum waar ’s avonds nog altijd mensen koffie komen drinken. Mooi opgemaakte vrouwen met wapperende lange haren en mannen met sigaren bespreken hier de laatste ontwikkelingen. Er wordt gefluisterd en vaak gaat het over het regime en het vrije Syrische leger. Hoewel het veel logischer is om met gelijkgestemde vrienden af te spreken, blijken toch ook vrienden met sterk uiteenlopende meningen elkaar in het café te treffen.

Zakenman Hossam (niet zijn echte naam) steunt het regime en is van mening dat deze crisis binnenkort opgelost zal zijn. ‘Tot nu toe is het leger zachtaardig opgetreden tegen de terroristen. Als ze straks echt in actie komen, is het probleem binnen een paar weken van de baan’, denkt hij. Hij is woest als hij ziet wat ‘die terroristen’ aanrichten in zijn land. Hij heeft er begrip voor dat veel Syriërs hervormingen willen maar vindt dat verandering van binnenuit moet komen: ‘Iedereen kan hier meedoen aan het politieke proces, als je een partij opricht kun je meedoen.’

Zijn vriend Firas (niet zijn echte naam) proest het uit. ‘Sinds wanneer kan dat hier? Het klinkt goed, maar is totaal ondenkbaar.’ Voor hem is de val van het regime de enige optie. ‘Dit systeem is ziek. De leiders zijn geschift. Ik kan niet aanzien wat ze mijn land en de mensen aandoen. Assad mag niet vluchten, ik wil hem in kleine stukjes zien’, zegt de veertiger die moet toegeven dat hij tot het begin van de revolutie een loyale aanhanger van het regime is geweest. ‘Ik hield zielsveel van de president. Ik geloofde echt dat hij verande- ringen wilde doorvoeren. Ik dacht dat hij modern was. Ik was vol goede hoop,’ zegt hij, ‘maar ik ben zwaar teleurgesteld.’ Zelfs nog toen de revolutie meer dan een jaar geleden begon, dacht hij dat dit een mooie kans was: ‘Ik had verwacht dat Assad het allemaal veel beter zou aanpakken en zou luisteren naar zijn volk’, zegt de man die daar toen felle discussies over voerde met kritische familieleden. ‘Ik had oogkleppen op en kon het niet zien. De revolutie heeft mijn ogen geopend.’

Als succesvolle zakenman heeft Firas veel te verliezen door zich zo op te stellen. ‘Het regime heeft me altijd het gevoel gegeven dat ik mijn bedrijven allemaal aan hen te danken heb. Maar uiteindelijk heb ik dit zelf van de grond gekregen. Dit is mijn land en dit zijn mijn bedrijven.’ Tijdens het gesprek kijkt hij steeds om zich heen om te zien of er misschien mensen meeluisteren. Hij is inmiddels drie keer ondervraagd door de verschillende veiligheidsdiensten. ‘Als ik een ober of loodgieter was geweest had ik hier echt niet meer gezeten. Door mijn goede contacten heb ik mezelf uit de problemen kunnen praten.’ Hij kan onmogelijk begrijpen dat zijn vriend deze regering nog steunt. ‘Je kijkt door een roze bril’, slingert hij Hossam naar het hoofd. ‘Denk je nou echt dat dit regime nog kan overleven?’ Voor Hossam is veiligheid belangrijker dan democratie. ‘Gewapende gangs die zomaar hun gang kunnen gaan, die zijn voor mij niet acceptabel. Daar moet de regering zo snel mogelijk korte metten mee maken.’ Voor Firas is de oplossing dat de oppositie meer zware wapens uit het buitenland krijgt zodat ze het leger kunnen verslaan.

Hossam en Firas zijn jeugdvrienden maar nu zijn ze het over vrijwel alles oneens. Ze hebben nauwelijks betrouwbare gegevens om hun standpunten te onderbouwen en schermen in het wilde weg met allerlei zogenaamde ‘bewijzen’. Het is in Syrië vrijwel onmogelijk om ‘de waarheid’ te achterhalen. ‘Ik weet niet wat ik kan geloven; het is helaas niet zwart of wit. Ik zie meer dan drie kanten en sta er van een afstandje naar te kijken. Ik probeer de situatie te analyseren maar kom er niet uit. Het maakt me gek’, zegt een ambtenaar die het regime steunde maar nu toch ook zo zijn twijfels heeft.

Ministerie van Informatie

Niet alleen voor de doorsnee-inwoner van Damascus maar ook voor journalisten is het onmogelijk om erachter te komen wat er zich precies afspeelt in de stad. Slechts een handjevol buitenlandse journalisten wordt officieel toegelaten en die werken onder strenge restricties. Een medewerker van het ministerie van Informatie gaat overal mee naartoe en voor elke locatie is een speciale toestemming nodig. Iedereen weet dat journalisten gemonitord worden, dus veel mensen durven het risico niet aan om openhartig met ze te praten. Bovendien is het vrijwel onmogelijk de hoofdstad te verlaten. Wil je een andere kant van het verhaal belichten, dan is de enige optie om illegaal de grens over te gaan en met vrije Syrische leger mee te reizen.

Ook voor Syrische journalisten is het lastig om de situatie in hun land te verslaan. Kritische journalistiek is hier al jaren vrijwel onmogelijk dus de meeste journalisten werken voor de staatsmedia. Syrische journalisten zijn daardoor nu een doelwit voor de oppositie. ‘Ik hou er rekening mee dat ik elk moment kan worden doodgeschoten’, zegt een veteraan. Hij denkt heel goed na voordat hij in Damascus de deur uit gaat om een verhaal te verslaan. Veel delen van de stad zijn voor hem inmiddels onbegaanbaar tenzij hij bescherming van het leger krijgt.

De beelden en teksten op de staatstelevisie liegen er niet om. De crisis wordt voornamelijk beschreven als een internationale samenzwering onder regie van buitenlandse terroristen. Gelikte spotjes van het heroïsche Syrische leger doen denken aan die uit Noord-Korea. Journaliste Yara Saleh is haar leger eeuwig dankbaar. ‘Ze kwamen me bevrijden. Ik vloog ze om de nek’, zegt de jonge vrouw die samen met haar chauffeur en cameraman zes dagen lang gegijzeld werd door het Vrije Syrische Leger. ‘Het was een vreselijke ervaring. Elke tien minuten zeiden ze, we gaan je vermoorden, we hangen je op, we snijden je in stukken’, zegt ze een paar uur na haar bevrijding. Ze wordt omhelsd door haar vrienden en collega’s die een week lang in de rats hebben gezeten. Hun enige houvast was het YouTube-filmpje waarop een gesluierde Yara liet weten dat het ‘goed’ met haar ging. De assistent-cameraman overleefde het niet en werd de negende medewerker die het station Al Akhbariye verloor. ‘Ik weet niet waarom ze me haten, misschien omdat ik een alawiet ben. En omdat ik voor het Syrische nieuws werk. Ze zeggen dat we liegen’, reflecteert Yara. Ze is heilig verzekerd van haar gelijk. ‘Oké, al zouden wij liegen, Al Jazeera doet dat ook. Ik zeg wat ik geloof en ik ben er echt van overtuigd dat ik goed zit’, zegt ze en trekt de Syrische vlag om haar schouders nog wat strakker om zich heen.

Baden in fontein

Meer dan een miljoen Syriërs zijn inmiddels in eigen land ontheemd. Omdat de situatie in delen van Damascus nog relatief rustig is, vluchten veel van hen naar de hoofdstad. Overal zie je auto’s volgepakt met mensen en koffers. Bij gebrek aan onderdak verblijven sommige families in parken. In een ruim park in een rijke buitenwijk wonen zo’n twintig gezinnen. Overdag hangen ze op matrassen en baden in de fontein. Een poging ze te vragen naar hun omstandigheden wordt door een medewerker van de veiligheidsdienst snel afgekapt. Iedereen wordt in de gaten gehouden en hij luistert mee naar alles wat er gezegd wordt. Zelf legt hij uit waarom de mensen hier naartoe zijn gekomen. ‘De terroristen hebben ze uit hun wijken verdreven. Zodra ons leger dat probleem heeft opgelost kunnen ze weer naar huis’, zegt hij en laat weten dat het de hoogste tijd is om te vertrekken.

Het vluchtelingenprobleem laat de regering niet graag zien. Veel schoolgebouwen zitten vol met mensen, maar het is vrijwel onmogelijk om daar binnen te komen. Een klein schooltje in een buitenwijk is bereid om te laten zien hoe het daar toegaat. Drie gezinnen wonen samen in kleine klaslokaaltjes. Het is er heet en overal zijn vliegen. Anderhalve maand geleden hebben ze hier hun deuren voor vluchtelingen geopend. ‘Mensen sliepen hier in de buurt op straat. De regering heeft ons toen gevraagd ze op te vangen. Hier is het tenminste veilig’, zegt de directrice. Ze vertelt dat ze hulp krijgt van organisaties, kerken en buurtbewoners. ‘Sommige mensen bieden families aan om bij ze te komen wonen.’ Hoewel de school propvol zit, weigeren ze nieuwkomers niet. De directrice vertelt dat sommige gezinnen de afgelopen week naar hun huis zijn gaan kijken. ‘Vol verwachting gingen ze op pad maar binnen een paar uur waren ze weer terug. Hun huizen lagen in puin.’ Ze heeft geen idee waar deze mensen naartoe moeten als de scholen half september weer beginnen. ‘De regering zal daar vast een oplossing voor vinden’, denkt ze. Haar antwoorden blijven verder heel beperkt en ook de meeste vluchtelingen voelen er niets voor om geïnterviewd te worden.

‘Zeker 2,5 miljoen Syriërs hebben noodhulp nodig’, zei de chef humanitaire zaken van de VN, Valerie Amos, vorige week tijdens een bezoek aan Syrië. Dat zijn er 1,5 miljoen meer dan de schatting die de VN in maart maakten. Tijdens het bezoek van Amos doet zich een grote ontploffing voor op een militaire basis tegenover het hotel waar de missie van de VN- waarnemers gestationeerd is. Hoewel er onder de VN-medewerkers geen slachtoffers vallen en hun hotel niet echt het doelwit lijkt te zijn geweest, is het een onheilspellend afscheidscadeau. Na een vergeefse poging de situatie in Syrië te verbeteren, verlaat de internationale waarnemersmissie het verscheurde land.

Het hoofd van de missie, luitenant-generaal Gaye, vindt dat de strijdende partijen in Syrië onvoldoende gekeken hebben naar de mogelijkheid om tot een politieke oplossing voor het conflict te komen. ‘De partijen werden steeds gewelddadiger omdat ze het gevoel hadden dat ze het politieke probleem met geweld konden oplossen’, zei Gaye bij zijn vertrek uit Damascus. ‘De ervaring leert dat politieke problemen alleen op een politieke manier opgelost kunnen worden.’ Zijn vertrek valt samen met de aanstelling van een ‘gemeenschappelijke speciale vertegenwoordiger voor Syrië’, de Algerijnse topdiplomaat Lakhdar Brahimi. Er blijven een paar politieke medewerkers van de VN-waarnemersmissie in Syrië achter om Brahimi te ondersteunen. ‘Hopelijk geeft dat de mensen in Syrië het gevoel dat de VN ze niet helemaal in de steek laat’, zei Gaye. ‘Hoop is geen beleid, maar we kunnen alleen maar hopen dat de situatie in Syrië beter zal worden.’

DOOR DAISY MOHR

‘Ik hield zielsveel van de president. Ik geloofde echt dat hij veranderingen wilde doorvoeren. Maar ik ben zwaar teleurgesteld.’ ‘Wat een ramp. Straks zitten we bij een volgende regering weer met deze corrupte bende.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content