Op sommige domeinen is er in Frankrijk nog steeds een schrijnende ongelijkheid tussen man en vrouw, vindt Ségolène Royal.
Marie-Ségolène Royal (54) is de kandidaat van de Parti Socialiste. In voorverkiezingen haalde ze het van haar partijgenoten Laurent Fabius en Dominique Strauss-Kahn. Hoewel ze de levensgezellin is van partijleider François Hollande, nam Royal tijdens de campagne behoorlijk afstand van de klassieke socialistische standpunten. Royal begon haar carrière als adviseur van François Mitterrand, was minister in de regeringen van Pierre Bérégovoy en Lionel Jospin, en kan de eerste vrouwelijke president van Frankrijk worden. Hoewel. Vorig jaar schoot ze pijlsnel omhoog in de peilingen, nu lijkt haar populariteit in vrije val.
Zou het mogelijk zijn om een land dat doordrenkt is van paternalisme op een vrouwelijke manier te besturen? Frankrijk is per slot van rekening de bakermat van de Salische wet, die bepaalde dat vrouwen niet in aanmerking konden komen voor de troon.
SÉGOLÈNE ROYAL: Gelukkig voor mij hebben Michelle Bachelet in Chili en Angela Merkel in Duitsland al aangetoond dat een vrouw de macht kan uitoefenen. Maar in mijn geval zou het de eerste keer zijn dat in een groot Europees land een vrouw rechtstreeks tot staatshoofd wordt verkozen. Dat roept natuurlijk een aantal vragen op in het collectieve onderbewustzijn, en we zullen moeten afwachten hoe die beantwoord worden. We kennen in Frankrijk nog altijd een schrijnende ongelijkheid tussen man en vrouw op het vlak van de salarissen, er zitten nauwelijks vrouwen in de raden van bestuur van grote ondernemingen, en de politiek blijft een wereld die gemaakt is voor en door mannen.
De Spaanse minister-president José Luis Zapatero veroorzaakte opschudding toen hij tijdens een televisieprogramma niet kon antwoorden op de vraag hoeveel een kop koffie kost. Wat zou u doen om als president voeling te houden met de dagelijkse realiteit?
ROYAL: Het verbaast mij absoluut niet dat iemand die de Baskische kwestie moet regelen en Europa weer op de rails probeert te zetten, niet weet hoeveel een kopje koffie kost. Sterker nog: als hij het wel geweten had, zou ik dat verdacht gevonden hebben. Denkt u nu echt dat Zapatero in zijn eentje in een café een espresso gaat bestellen? Je kunt dat betreuren, maar een staatshoofd of een regeringsleider heeft geen normaal leven. Zijn of haar leven staat compleet ten dienste van de gemeenschap.
Hoe zal uw verhouding met de Parti Socialiste zijn, als u tot president wordt verkozen?
ROYAL: Het zal erop aankomen het juiste evenwicht te vinden. Het staatshoofd wordt bij algemeen stemrecht verkozen en moet dus alle Fransen vertegenwoordigen. Maar tegelijkertijd stamt hij of zij natuurlijk uit een politieke partij – in mijn geval de Parti Socialiste, die de parlementaire meerderheid zal moeten leveren waarop mijn presidentschap kan steunen.
U zegt dat u het Franse socialisme wil ‘afstoffen’. Wat is er dan zo stoffig aan?
ROYAL: Ik wil een reëel socialisme, dat de problemen onder ogen ziet en zich niet meer laat gijzelen door allerlei dogma’s. Ik vind, bijvoorbeeld, dat we te weinig rekening hebben gehouden met het antitotalitaire gedachtegoed uit de jaren zeventig en tachtig. En we hebben ook veel te lang niet durven zeggen dat de invoering van de 35-urige werkweek niet overal tot even goede resultaten heeft geleid.
Zegt u nu dat de 35-urige werkweek een vergissing was?
ROYAL: Nee, ik zeg alleen dat ze in sommige sectoren meer tot problemen dan tot oplossingen heeft geleid. Je moet tegelijk coherent en pragmatisch zijn. Je kunt trouw zijn aan je principes en toch openstaan voor discussie. Er is niets mis met het nastreven van een compromis. Er is niets op tegen om een vergissing toe te geven. Maar in ons politiek systeem en in onze mediamaatschappij word je dan algauw met de grond gelijkgemaakt.
Vindt u dat een president het recht moet hebben zich te vergissen?
ROYAL: Ik ben bescheiden in mijn politieke aanpak, maar tegelijkertijd vastberaden om een aantal hervormingen door te voeren. Het is natuurlijk het oude liedje: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Maar als die goede voornemens in de praktijk niet uitvoerbaar blijken te zijn, moet je dat durven te zeggen. En er lering uit trekken. Een van de grote problemen in de Franse politieke cultuur is dat men de ene hervorming op de andere stapelt, zonder dat men de vorige zelfs maar geëvalueerd heeft.
Bent u er zeker van dat u uw belofte zult kunnen houden om de statuten van de Europese Centrale Bank (ECB) te wijzigen, zodat ze gedwongen wordt rekening te houden met werkgelegenheid en economische groei?
ROYAL: Dat is geen belofte, dat is gewoon de formulering van een politieke noodzaak. Ik zeg dat als vurige, overtuigde Europeaan. Het ontbreekt ons aan een Europese economische politiek. Die moet worden uitgestippeld door de staatshoof-den en regeringsleiders, en mag niet worden overgelaten aan de ECB. Het moet een vast punt zijn op iedere Europese top. Een minister laat zijn ambtenaren toch ook niet op eigen houtje beslissen? Ik vind dus dat je de verantwoordelijkheid moet leggen waar ze hoort. Ik verwijt de ECB niets, ik verwijt de staatshoofden en regeringsleiders een gebrek aan politieke wil. Ze mogen niet langer tolereren dat de ECB zich verschuilt achter haar statuten om zich niets aan te trekken van economische groei en werk- gelegenheid. Dus moeten die statuten gewijzigd worden.
Denkt u dat u, als u verkozen wordt, vijf jaar lang zult moeten bewijzen dat een vrouw het even goed kan als een man?
ROYAL: Natuurlijk niet. Als ik verkozen word, zal ik verkozen zijn. Ik denk dat de publieke opinie met een vrouwelijke president minder problemen zal hebben dan de notabelen van onze mediademocratie.
© L’Express