‘Ik bid dat ze mijn vader laten leven’

REBELLEN IN SHADADI 'Het was niet zo moeilijk om als al Nusrastrijder bij de IS te gaan. Er liepen geregeld mensen over.'

De Syriër Abu Rachmah infiltreerde voor Jabhat al Nusra in de Islamitische Staat. Getuigenis van een zenuwslopende opdracht.

Toen de machtsstrijd tussen Jabhat al Nusra en de IS eind 2013 in alle hevigheid woedde en ze elkaar met aanslagen bestookten, stuurden beide groeperingen spionnen over en weer. Abu Rachmah (30) was strijder bij al Nusra en infiltreerde van november 2013 tot juni 2014 in de Islamitische Staat. Tegenwoordig woont hij in Turkije en leidt hij een rustiger bestaan. Maar de haat voor de IS zit diep. Daarom wil hij zijn verhaal vertellen.

‘Tijdens de revolutie sloot ik me aan bij het Vrije Syrische Leger (FSA). We vochten in de streek rond Deir ez-Zor en bevrijdden het hele gebied. Maar stilaan kwamen er barsten in het FSA. De commandanten waren het niet met elkaar eens en de versplintering was een feit. Ik ben toen naar al Nusra gegaan omdat die veel beter georganiseerd waren. Dat was in november 2012. Een paar maanden later verscheen de IS, toen nog ISIS, op het toneel. Ze waren sterker en bruter dan de rest. ISIS probeerde zo veel mogelijk Nusrastrijders te overtuigen om naar hen over te lopen. De competitie mondde uit in een heuse machtsstrijd.’

Eind 2013 vroeg Nusra of Rachmah wilde infiltreren in ISIS.

‘Ik hoefde niet lang na te denken. Het was een uitgelezen kans om echt iets te betekenen in de oorlog. In die tijd was het niet zo moeilijk om als Nusrastrijder bij de IS te gaan, er liepen geregeld mensen over. Zo kwam ik in Shadadi terecht (vlakbij het stadje Hasaka in het zuidoosten, nvdr). Na een maand training en Koranlessen won ik het vertrouwen van ISIS. Ze zetten me in bij het team dat aanslagen organiseerde. Als er een belangrijke leider van het FSA of Nusra in de buurt op bezoek kwam, kregen we opdracht de man te vermoorden. Ik heb verschillende aanslagen kunnen verijdelen. Op het laatst was ik er handig in, maar in het begin wist ik niet hoe ik een aanslag kon voorkomen zonder verdacht te worden. Zo heb ik het huis van een bevriende FSA-strijder opgeblazen, via een bomauto. Ik probeerde mijn vriend te waarschuwen, maar dat lukte niet. Ik kon het niet vermijden. De vriend zelf bleek op dat moment niet thuis te zijn, zijn vader en twee neven kwamen om. Ik voel me er nog altijd heel slecht over. Later wist ik het zo te regelen dat ik zelfmoordenaars op pad stuurde naar een doelwit en dan aan mijn collega’s van Nusra aangaf waar ze zich bevonden. Vlak voor de zelfmoordterrorist in de buurt van het doelwit kwam, werd hij onder vuur genomen door een sluipschutter van ons. De aanslag werd dus gepleegd, maar het doelwit werd niet geraakt en ik kwam ermee weg bij de IS. Ze hoorden dat de zelfmoordterrorist zichzelf had opgeblazen en namen aan dat de missie was geslaagd.’

Bij al Nusra waren maar twee mensen op de hoogte van Rachmahs activitei-ten.

‘Het was een hallucinante tijd’, zegt Rachmah. ‘Ik was altijd bang om betrapt te worden, het was zenuwslopend. Maar ik had het ervoor over. Op zeker moment vroeg de IS me of ik bij al Nusra wilde spioneren. Toen heb ik eens hard in mezelf gelachen. Na zeven maanden ben ik eruit gestapt. Ik had vijf aanslagen kunnen verijdelen en voelde dat de IS achterdochtig begon te worden. Eenmaal terug bij Nusra, vertrouwde niemand me nog. Daarom besloot de leiding bekend te maken wat ik had gedaan. Helaas kwam de IS het ook te weten. Ze namen wraak. Mijn vader en broer werden opgepakt en ze bedreigden mijn moeder dat ze haar huis zouden opblazen. (Krijgt tranen in de ogen) Ze kon de spanning niet aan, haar hart heeft het begeven. Mijn broer heeft geluk gehad. Hij ontsnapte uit de gevangenis toen het gebouw vernield werd door een bombardement. Maar mijn vader zit nog steeds vast. Zelf besloot ik dat het veiliger was om Syrië te verlaten. Ik haat de IS en ik bid dat ze mijn vader laten leven. Als ik geweten had dat dit mijn moeders leven zou kosten, had ik het nooit gedaan. Ik wilde de held uithangen. Maar de prijs was te hoog. Met die gedachte moet ik de rest van mijn leven verder.’

‘Ik wilde de held uithangen. Maar de prijs was te hoog.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content