De Franstalige sterreporter Jean-Claude Defossé stapt na 37 jaar bij de RTBF over naar Ecolo, waar hij lijstduwer wordt voor de regionale verkiezingen voor het Brussels Parlement. Het zoveelste tv-gezicht dat de sprong waagt naar de politiek.

Hij kreeg al vaker aanbiedingen van politieke partijen, zegt hij. Maar drie weken geleden – na ‘een eerste ernstig voorstel’ – besliste hij dan toch om na 37 jaar afscheid te nemen van de journalistiek. Jean-Claude Defossé, Jean-Claude Dubié, is op 7 juni kandidaat op de lijst van Ecolo voor het Brussels Parlement.

Met Defossé heeft Ecolo ongetwijfeld een stemmenkanon binnengehaald. Hij raakte vooral bekend met zijn reeks Les Grands Travaux Inutiles (1986), waarin hij in volle crisisperiode een overzicht bracht van bruggen die nergens op aansloten en van wegen die nergens heen leidden. Hij won verscheidene prestigieuze prijzen voor zijn journalistieke werk bij de RTBF, waaronder drie Antennes de Cris- tal, een prijs toegespitst op de Franstalige audiovisuele pers, en een Moustique d’Or, uitgereikt door de lezers van het tijdschrift TéléMoustique. Met tal van uitzendingen, zoals die over de verborgen kanten van het Vlaams Belang en van zijn Waalse tegenhanger Front National, verpulverde hij de kijkcijferrecords in het documentaire genre.

Defossé mag op beide oren slapen: als het niet lukt in de politiek, dan kan hij gewoon terug naar de Reyerslaan. ‘Misschien wel, maar ik ben niet van plan om te pendelen tussen de journalistiek en de politiek’, zegt hij. ‘Eenmaal aan de andere kant van het hek zal ik misschien merken dat het allemaal niet zo makkelijk is. Maar ik wil een bladzijde omslaan. Anders dan collega-journalisten van de RTBF, zoals ex-televisieanker Anne Delvaux, die bij de parlementsverkiezingen van 2004 meteen een comfortabele tweede plaats kreeg op de senaatslijst voor CDH, ben ik geparachuteerd naar de laatste plaats bij de effectieven voor het Brussels Parlement. Ik zal het dus moeten halen met voorkeurstemmen. Als kandidaat voor Ecolo, waar men traditioneel op de partij stemt, wordt dat niet evident.’

Wat vindt u van de pendelbeweging van sommigen van uw voorgangers? Vindt u het normaal dat ze na een korte doortocht in de politiek zomaar kunnen terugkeren?

Jean-ClaudeDefossé: Als ambtenaar van de RTBF heb je het recht om dat te doen, en dat vind ik positief. Maar er zijn grenzen. In de jaren zeventig stapte wijlen Henri-François Van Aal van de RTBF over naar de toenmalige PSC en schopte hij het tot minister van Franstalige Cultuur. Na zijn mandaat kwam hij terug, en hij werd meteen gebombardeerd tot hoofdredacteur van het ochtendjournaal op de radio. Voor de luisteraars was dat niet geloofwaardig, en daar hebben we toen ook tegen gestaakt. Sindsdien bestaat er een afkickperiode van zes maanden voor al wie vanuit de politiek naar de RTBF wil terugkeren – en intussen zijn dat er toch al een paar. Al die tijd moeten ze achter de schermen werken. Helaas heeft die regel niet belet dat RTBF-journalisten die een tijdlang op een kabinet werkten nadien in een directiefunctie konden terugkomen (zoals Alain Gerlache, van 1999 tot 2003 woordvoerder van Guy Verhofstadt, sindsdien directeur-generaal televisie, nvdr). Dat vind ik vrij gênant.

Hebt u bij de RTBF de deur definitief dichtgetrokken?

Defossé: Ik ben 68 en had eigenlijk al drie jaar met pensioen moeten zijn. Maar de directie vroeg me op m’n 65e om te blijven. Ook toen gelekt was dat ik naar Ecolo zou overstappen, heeft de algemeen directeur me gevraagd om me nog eens goed te bezinnen. Maar sinds mijn beslissing vaststaat, ben ik niet meer van plan om terug te keren. Ik ben geen jonge snaak meer. Stel dat ik verkozen word, dan ben ik 73 na mijn eerste mandaat. Als ik dan de smaak te pakken krijg, word ik misschien wel de enige honderdjarige in de Belgische politiek. (lacht)

Defossé: Ik stem al 28 jaar lang op Ecolo, al sinds de eerste verkiezingsdeelname van de partij in 1981. Je moet blind zijn om niet te zien dat de ecologisten toen al gelijk hadden, lang voor alle anderen. Vandaag zijn alle partijen een beetje ‘groen’ – tot het op daden aankomt. Een partij als Ecolo is daarom broodnodig om beslissingen met betrekking tot het klimaat en het milieu door te duwen. Vroeger zeiden ze spottend over Ecolo dat het utopisten waren. Vandaag zijn zij de realisten. De utopisten zijn degenen die nog altijd denken dat we wat het milieu betreft op hetzelfde elan kunnen doorgaan. Maar de bronnen van de planeet zijn niet onuitputtelijk.

Denkt u dat u in het Brussels Parlement aan uw trekken zult komen?

Defossé: Het liefst had ik meteen aan de federale verkiezingen deelgenomen. Maar de trein die nu voorbijkomt, is die van de regionale verkiezingen. Ik hoop dat ik ook in het College van de Franse Gemeenschapscommissie zal kunnen zitten. Uiteraard ben ik er ook van overtuigd dat ik in Brussel al heel wat werk zal kunnen doen. Op het stuk van mobiliteit en urbanisme, bijvoorbeeld. Als je weet wat men destijds van plan was met Brussel, bijvoorbeeld de snelweg van Antwerpen via Mechelen naar Brussel laten doorlopen tot aan de Grote Markt, dan mogen we van geluk spreken dat mensen zich daar toen tegen verzet hebben. Anders was Brussel allang helemaal verwoest. Nu heb ik vernomen dat er een nieuw project bestaat om de Wetstraat over tien jaar opnieuw aan te leggen. Dat is het eerste dossier dat ik onder de loep zal nemen.

Uw kandidatuur was amper bekend of u werd al hard aangepakt door het Brusselse PS-parlementslid Rachid Madrane.

Defossé: Madrane is vermoedelijk door Philippe Moureaux (PS) aangespoord, daar ben ik vrijwel zeker van. Wat verwijt Madrane me? Dat ik spot met de deontologie door nog één deel van Questions à la Une, dat ik presenteer en dat trouwens al was opgenomen, te laten uitzenden nadat uitgelekt was dat ik naar Ecolo zou gaan. In de 37 jaar dat ik voor de RTBF werk, was ik al duizenden keren op tv geweest. Zal die ene keer nu echt het verschil maken? Toen mijn kandidatuur officieel was, hebben we meteen elke heruitzending van het programma geschrapt en dus alle regels nageleefd.

In verscheidene programma’s hebt u de politici aangevallen. Nu stapt u zelf in de politiek.

Defossé: Ik heb de politiek altijd en alleen bekritiseerd waar ik dat nodig achtte. Maar dat maakt van mij nog geen antidemocraat of een antipoliticus. Door zelf in de politiek te stappen, wil ik het signaal geven dat ik de politiek niet alleen maar smerig vind. Integendeel, ik vind dat we méér en beter aan politiek moeten gaan doen.

Hoe kunnen we méér aan politiek doen?

Defossé: Denk aan het dossier van de banken. Vandaag heeft iedereen de mond vol over de vergiftigde producten die jarenlang door de banken zijn aangeboden. Is het niet cynisch dat we dat nu pas hebben ontdekt? Iedereen met enige dossierkennis wist toch dat er wat schortte aan bankproducten die meer dan 10 procent opbrachten? Maar niemand ging ertegenin. De onzichtbare hand van de vrije markt zou alles in goede banen leiden. Nu blijkt dat we veel sneller hadden moeten optreden.

Wat vond u van de aanpak van het Fortisdossier?

Defossé: Ik vind dat ongezien. In één weekend verkocht de regering Fortis, een privébank, zonder de aandeelhouders te raadplegen. Minister van Financiën Didier Reynders (MR), dé grote liberaal en voorstander van de vrije markt, ontpopte zich plots tot een soort schatbewaarder zoals we die kennen uit de Sovjet-Unie onder Leonid Brezjnev. Hij verkocht Fortis zonder de interne democratische regels van de bank te respecteren, en dat in naam van de hoogdringendheid. Dat vond ik onaanvaardbaar.

U stapt in de politiek net nu uw broer, Josy Dubié (ook ooit een befaamde journalist bij de RTBF) na drie mandaten bij Ecolo een punt zet achter zijn politieke carrière. Kan dat nog toeval heten?

Defossé: Helemaal niet. Mocht mijn broer zijn politieke carrière hebben voortgezet, dan was ik wellicht bij de RTBF gebleven. Met zijn tweeën in de politiek vond ik iets te familiaal.

U hebt wel een late roeping. Wat hoopt u alsnog te kunnen bijdragen?

Defossé: Van Ecolokiezers zegt men vaak dat het allemaal bobo’s zijn, intellectuelen, afkomstig uit Ukkel en Bosvoorde. Zelf heb ik me altijd als vrij volks geprofileerd. Ik hoop dat ik ook mensen uit Molenbeek en Sint-Joost-ten-Node naar Ecolo zal kunnen aantrekken. Als we de problemen van het klimaat écht willen aanpakken, kan dat niet meer zonder de steun van iedereen. Als we daarin slagen, en als de peilingen kloppen (die voor Ecolo een score van 20 procent voorspellen in Wallonië, nvdr), kunnen we misschien zelfs een tweede ministersportefeuille voor Ecolo in de wacht slepen, en ons ook op so- ciale thema’s en economie en financiën toeleggen. Wie weet kunnen we, met een beetje geluk, zelfs de eerste groene minister-president van de hoofdstad van Europa leveren.

door ingrid van daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content