Drie soldatenlijken worden na 86 jaar teruggevonden op een gletsjer.

Al jaren speurt Maurizio Vicenzi, adjunct-commandant van de bergreddingsdiensten in het Italiaanse Alpenstadje Peio, de bergen af naar overblijfselen van de ‘ Guerra Bianca‘, de zuidelijke tegenhanger van het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wat hij op 21 augustus op de Forni-gletsjer in het Ortler-Cevedalemassief aantrof, waren echter geen uniformknopen of kogels. Want na 86 jaar had het ijs de gemummificeerde lijken van drie soldaten van het Tiroler-Kaiserschützenregiment uit Bozen prijsgegeven.

Het is niet de eerste keer dat er in de Dolomieten stoffelijke resten van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog worden ontdekt. Telkens worden ze dan bijgezet op een van de begraafplaatsen waar hun kameraden weldra een eeuw zullen rusten. Als het om Oostenrijkers gaat, worden de kisten nog altijd getooid met de vlag van de Donaumonarchie en wordt de oude keizerlijke hymne gespeeld, die ondertussen allang als nationaal volkslied is ingepikt door Duitsland.

Plaatsen als de Stelvio en de Val di Sole mogen de dag van vandaag dan vooral associaties oproepen met wintersporten of Giro-ritten, van 1915 tot 1918 waren zij het toneel van een meedogenloze stellingenoorlog tussen soldaten uit alle landen van de Donaumonarchie en de troepen van de aanvankelijke bondgenoot Italië. Franse en Britse beloftes aangaande een forse gebiedsuitbreiding – de grenzen van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk liepen immers dwars door Italiaanssprekend gebied ten zuiden van Tirol en langs de Dalmatische kust – hadden Italië losgeweekt uit de Triple Alliantie met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Gedurende 3,5 jaar werden deze mannen geacht fortificaties in te nemen op onherbergzame toppen, met niet alleen elkaar, maar vooral de onbarmhartige klimatologische omstandigheden als ergste tegenstrever.

Volgens Maurizio Vicenzi, die ook amateur-historicus is en zelfbenoemd conservator van een klein museum over de Eerste Wereldoorlog in Peio, zijn de drie teruggevonden soldaten gevallen op 3 september 1918 in de slag bij Punta San Matteo, toen de Oostenrijkers erin slaagden de top van de 3537 meter hoge Mantello te heroveren. Drie maanden later was het pleit beslecht. Na het Verdrag van Saint-Germain hadden de Tirolers geen Kaiser (keizer) meer om te schützen (verdedigen). De berghellingen die ze in hun laatste offensief heroverd hadden, werden definitief Italiaans. Net zoals Bozen, dat voortaan ook Bolzano zou heten.

M.S.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content