De behandeling en aanvaarding van illegale migranten verschilt binnen de EU sterk van land tot land. De Europese Commissie werkt aan een harmonisering.
Slowakije is een doorreisland. Geen gelukszoeker die er maar aan denk om er ook te blijven. Niet alleen is de kans om er asiel te krijgen voor sommige nationaliteiten – bijvoorbeeld Tsjetsjenen – vrijwel onbestaande, mensen die asiel krijgen, ontvangen er nauwelijks bijstand. De harmonisering tussen de verschillende Europese lidstaten is verre van rond.
De cijfers die de Europese Commissie midden juni 2008 naar buiten bracht, spreken boekdelen. Van de 340 Russische burgers (goeddeels Tsjetsjenen) die er aankwamen, mag niemand in Slowakije blijven. In Oostenrijk werd over het lot van 3650 mensen met een Russisch paspoort beslist. Daar mogen er 2635 blijven. Het verschil is onthutsend. 0 procent tegenover 72 procent.
Het VN-vluchtelingenagentschap klaagt het probleem al langer aan, en ook minister van Migratie Annemie Turtelboom (Open VLD) heeft tijdens de Europese asielconferentie in Parijs het verschil in asielbeleid tussen de lidstaten benadrukt. Een Europees ondersteuningsbureau moet op termijn voor de oplossing zorgen. Dirk Van den Bulck, commissaris-generaal voor de vluchtelingen, blijft ondanks dit slechte rapport optimistisch.
DIRK VAN DEN BULCK: De Europese Commissie heeft een zeer ambitieus programma gepresenteerd om tot een harmonisering van het asielbeleid te komen. We zitten nu in de tweede fase, en dat gaat trager dan verwacht. Een oplossing tegen 2010 halen we niet meer, maar in 2012 zullen we zeker veel verder staan dan vandaag.
Waarom zijn de resultaten zo verschillend van land tot land?
VAN DEN BULCK: Te vaak spelen nationale belangen mee in de beslissingen. Vele landen willen zo streng mogelijk zijn om aanzuiging te voorkomen. En er zijn ook politieke argumenten. Soms bemoeilijken de relaties tussen de verschillende landen de beoordeling van vluchtelingen. Landen die troepen hadden in Irak laten dat vaak meespelen in de beoordeling van asielaanvragen van Iraakse vluchtelingen.
Waarom blijft u optimistisch?
VAN DEN BULCK: Ik reken erop dat de mechanismen die nu in gang zijn gezet, snel zullen leiden tot een verdere harmonisering. Die mechanismen zijn zó dwingend dat de lidstaten de regels wel zullen moeten respecteren.
Heel binnenkort zijn de mensen die van de asielprocedure gebruik kunnen en willen maken een grote minderheid in de migratieproblematiek.
VAN DEN BULCK: Daar hebt u gelijk in. Het is zelfs nu al een minderheid.
Is dat niet cynisch? Op het moment dat het beleid geharmoniseerd zal zijn, zoals u belooft, is het bijna achterhaald.
VAN DEN BULCK: Dat maakt een goed asielbeleid niet minder noodzakelijk, aangezien er voor die mensen geen enkel alternatief is. Het zal dus altijd van belang blijven deze mensen voorrang te geven.