De cijferdans over de Belgische economie en overheidsfinanciën draait op volle toeren.
Regerende partijboegbeelden, die in het nauw gedreven worden door ongunstige peilingen en schrikbeelden over coalitie-inbrekers, vertonen rare streken in een verkiezingscampagne. Neem nu premier Guy Verhofstadt (VLD) en zijn vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR). Terwijl de ene net in deze periode nog de tijd vindt om tijdens een bliksembezoek aan Kabul de Belgische militairen in Afghanistan een schouderklop te geven, vliegt de andere met bekwame spoed naar Washington om de door de Irak-oorlog beschadigde relaties tussen ons land en de Verenigde Staten te herstellen. In de twee gevallen wordt er op geen inspanning gekeken opdat de bevolking via de media kennis kan nemen van deze belangwekkende initiatieven.
Voor en na die buitenlandse intermezzo’s leggen Verhofstadt en Michel een bijna aandoenlijke ijver aan de dag om duidelijk te maken dat het goed gaat met dit land, zijn economie en zijn financiën. Uit de economische heropleving putten ze niet alleen electorale moed, maar ook groeicijfers die de voorzichtige prognoses ver overschrijden. En om alle criticasters de mond te snoeren, krijgt de hoogst onzekere opbrengst van de fiscale amnestie ineens een ethisch correcte bestemming in het Zilverfonds. Voor die optimistische geluiden is er dan ook de loyale rugdekking van minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) en zijn collega van Financiën Didier Reynders (MR).
Dat de Nationale Bank, het Planbureau, de Europese Commissie, het Internationaal Muntfonds, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ondertussen andersluidende rapporten voorleggen, een kniesoor die daarom maalt. En ramingen over dreigende overheidstekorten of over een toename van de werkgelegenheid die amper de helft bedraagt van de door Paars aangekondigde 200.000 nieuwe arbeidsplaatsen, worden zonder veel omhaal aan de kant geschoven – hoewel bijvoorbeeld die extra banen volgens minister van Werk en Pensioenen Frank Vandenbroucke (SP.A) nu net dé sleutel zijn om de kosten van de vergrijzing te kunnen betalen.
Michel gaat in zijn brute verweer zelfs nog een stap verder dan Verhofstadt. ‘Instellingen zoals het Planbureau vergissen zich systematisch. Je moet hun uitvindsels niet blindelings geloven’, zo klinkt het ongeveer uit de mond van de liberale voorman uit Geldenaken. Een dergelijke nonchalance tegenover gerespecteerde instellingen veroorlooft zijn regeringsleider zich nog niet. Het legendarische voluntarisme van Verhofstadt is er daarom echter niet minder om. Een andere boodschap dan een van ‘hoop en geloof in de toekomst’ zou dan ook helemaal tegen de politieke natuur van de premier ingaan. Maar die boodschap moet natuurlijk wel geloofwaardig blijven. Of zijn het ongeloof en de ontnuchtering pas voor na 13 juni?
Patrick Martens
Zal de ontnuchtering pas volgen na de verkiezingen van 13 juni?