Zeventig jaar na de dood van zijn auteur werd eind vorige week in München de eerste wetenschappelijk becommentarieerde editie van Hitlers Mein Kampf gepresenteerd. Knack-correspondent Piet de Moor woonde de persconferentie bij en luisterde naar het oordeel van historici en bekende Hitlerbiografen zoals Ian Kershaw. ‘Voor actueel politiek gebruik is Mein Kampf even nutteloos als waardeloos.’

Christian Hartmann (°1959) was nog een kind toen hij in de jaren zestig kennismaakte met Hitlers pamflet. In het ouderlijke huis van zijn kameraadje in Tübingen stonden slechts drie boeken op de plank: een telefoonboek, een stukgelezen uitgave van Readers Digest en Mein Kampf. Vooral dat laatste boek heeft zich in het geheugen van Hartmann geprent. Weliswaar begreep hij niets van de inhoud, maar de schreeuwerige cover met hakenkruis vond hij bevreemdend en bedreigend. Nu is de historicus Christian Hartmann de projectleider van het team dat de pas verschenen, eerste wetenschappelijke editie van Hitlers Mein Kampf heeft verzorgd.

Je kunt je niet voorstellen dat een neonazi warm kan lopen voor de nieuwe, tweedelige uitgave van Mein Kampf, of er op zijn boekenrek – als hij er een heeft – mee wil pronken. De cover is sober, even grijs als de gevel van het Institut für Zeitgeschichte (IfZ), de instelling in München waar de eerste wetenschappelijk becommentarieerde editie van Hitlers strijdschrift tot stand is gekomen – en waar ze vorige vrijdag ook werd gepresenteerd. Hitler, Mein Kampf – Eine kritische Edition staat in bescheiden letters op het kaft gedrukt. De voornaam van de auteur, Adolf, is weggelaten omdat de uitgevers de geringste verdenking van affiniteit met Hitler wilden vermijden. Design en lay-out ademen afstand en koelheid uit. Dat geldt ook voor de grauwe hoes waarin beide delen – bijna 2000 bladzijden, vijf kilo zwaar – zijn verpakt. Een bondig commentaar op de hoes laat aan duidelijkheid niets te wensen over: het veroordeelt Mein Kampf als het fundament van een misdadige en leugenachtige ideologie, die in de nieuwe uitgave met de resultaten van de moderne research wordt geconfronteerd.

We slaan het boek open en analyseren de bladspiegel. Meteen valt op dat Hitlers tekst letterlijk omringd wordt door toelichtingen, een resultaat dat met voetnoten alleen niet te bereiken valt. Een van de lay-outeffecten is dat Hitlers woord geen kans krijgt om de bladspiegel te domineren. Het is alsof een goed geoefend koor het gebrul van een slechte solist overstemt. De lezer participeert aan een bezweringsritueel. De toelichtingen bij de 27 hoofdstukken dansen rond de oorspronkelijke tekst. Over die honderden partijen noten zegt projectleider Hartmann: ‘We hebben Hitlers beweringen en halve waarheden aan de feiten getoetst. Dat heeft 3500 toelichtingen opgeleverd, echte mini-essays die het resultaat zijn van ons historisch onderzoek. We hebben Hitlers bronnen opgespoord. Bovendien hebben we waar nodig buitenshuis een beroep gedaan op experts in andere disciplines zoals filologie, biologie, japanologie, judaïstiek, kunstgeschiedenis, pedagogiek en economische geschiedenis. Het was een titanenwerk.’

Het resultaat van dat driejarige wetenschappelijk onderzoek is een démasqué van het personage Hitler. Projectleider Hartmann maakt met een voorbeeld duidelijk hoe die ontmaskering van Mein Kampf in zijn werk gaat. Hitler, die zich in Mein Kampf als de weldoener van de veteranen uit de Grote Oorlog ensceneert, beweert dat die soldaten in de Weimar-republiek aan hun lot worden overgelaten. Maar aan de hand van de dossiers die ze bestudeerden bewijzen Hartmann en zijn medewerkers dat die soldaten destijds goed werden verzorgd. Fataal was het lot van 5000 getraumatiseerde oorlogsveteranen juist in het Hitler-regime. Ze werden vergast. In plaats van zich om hen te bekommeren, heeft Hitler ze geliquideerd.

Een afrekening

Hitler schreef het eerste deel van Mein Kampf – Eine Abrechnung in 1924 in de gevangenis van Landsberg, waar hij na zijn mislukte staatsgreep van november 1923 werd opgesloten. In mei 1925 voltooide hij het eerste deel, dat nog in hetzelfde jaar bij de NSDAP-uitgeverij Eher verscheen. In die eerste editie had Hitler de scherpste passages uit het manuscript geschrapt uit vrees dat de Duitse autoriteiten ze zouden kunnen gebruiken – hij had toen nog spreekverbod – om hem het land uit te zetten. Hitler nam zich voor die passages op te nemen in het tweede deel, Die nationalsozialistische Bewegung, dat hij in november 1926 in Obersalzberg voltooide en op het einde van dat jaar publiceerde. Het eerste deel is Hitlers autobiografie tot 1920, het tweede deel probeert de draad van het eerste op te nemen, maar verliest zich in een chaos van commentaren op de actualiteit.

Geen wonder dat de Duitse historicus Peter Longerich in zijn nieuwe, pas verschenen Hitlerbiografie Mein Kampf een onoverzichtelijk en slecht leesbaar boek noemt. Hitler beschikte volgens Longerich nauwelijks over het vermogen om ‘zijn gedachten een geconcentreerde, systematische vorm te geven’, terwijl de tendens tot monologiseren uiteindelijk leidde tot ‘een moeilijk ontwarbare chaos van een geflatteerde autobiografie en algemene politieke tirades’. De kern van Hitlers ideologie, tegelijk het programma van Mein Kampf, is de verovering van Lebensraum in het oosten. Om dat doel te bereiken, moest Sovjet-Rusland verslagen worden. De toedracht dat de nieuwe leiders van Rusland marxisten en bolsjewisten waren, kwam perfect in Hitlers kraam te pas, omdat zijn virulente racistische antisemitisme het jodendom identificeerde met het communisme.

Projectleider Christian Hartmann beklemtoont dat de publicatie en verspreiding van Mein Kampf alleen de opgang van Hitler niet kunnen verklaren. Tot 1930 was het boek overigens slechts een matig commercieel succes. Een steile opgang kende het pas nadat Hitler eind januari 1933 tot kanselier werd benoemd. Inhoudelijk was Mein Kampf het culminatiepunt van een racistische trend die al in sommige academische kringen bestond. Meer nog, Hitler heeft juist van de ‘wetenschappelijke’ denkbeelden over rassenhygiëne in Duitsland (en daarbuiten) gebruik gemaakt om zijn eigen ideeën over de ‘Aufartung’ (opwaardering van het ras) te radicaliseren. In Duitsland constateerden radicale eugenetici tevreden dat ze bij de politicus Hitler oogstten wat ze in hun tijdschriften hadden gezaaid. ‘Hitler is de eerste politicus van werkelijk grote invloed die de rassenhygiëne als een centrale opdracht van elke politiek heeft erkend en er zich daadkrachtig voor wil inzetten’, noteerde in 1931 de gereputeerde Münchense professor Fritz Lenz, een leidende vertegenwoordiger van de eugenetiek.

Symboolkracht

Het is geen toeval dat de wetenschappelijke editie van Mein Kampf nu, begin januari 2016, in Duitsland verschijnt. Na de oorlog maakte de Amerikaanse bezetter de auteursrechten van Hitlers boek over aan de vrijstaat Beieren, die sindsdien elke heruitgave van Mein Kampf principieel verbood. Sedert 1 januari 2016 zijn de rechten vrij. Het tijdperk dat Beieren de auteursrechten kon monopoliseren, is zeventig jaar na Hitlers dood verstreken. Het staat iedereen nu vrij om Mein Kampf te verspreiden of op de markt te brengen, ook in Duitsland – hoewel de Duitse staat tegen zulke uitgevers theoretisch nog altijd strafrechtelijk kan optreden wegens volksophitsing. Professor Andreas Wirsching, directeur van het IfZ, beklemtoont dat de nieuwe editie juist iedereen wil ontmoedigen die Mein Kampf om commerciële of ideologisch-propagandistische motieven wil publiceren. Vandaar ook dat het IfZ er een erezaak van maakte om haar editie begin 2016 uit te geven, meteen op het moment dat de rechten van Hitlers boek vrijkwamen. Wirsching: ‘Het zou gewoon onverantwoordelijk zijn om dit convoluut van de onmenselijkheid vrij en zonder commentaar te laten vagebonderen, zonder er een kritische referentie-uitgave tegenover te plaatsen die tekst en auteur in zekere zin op zijn nummer zetten.’ Het voornaamste doel van de jongste editie is om Mein Kampf als historische bron zo te ‘deconstrueren’ dat de symboolkracht van het boek definitief wordt vernietigd, aldus de uitgevers.

Het zag ernaar uit dat de Vrijstaat Beieren in 2012 die intentie deelde. Beieren gaf het IfZ toen de opdracht om een becommentarieerde editie van Mein Kampf te verzorgen. De vrijstaat besloot het onderzoeksteam met een half miljoen euro te subsidiëren. Maar een jaar later kwam Beieren op zijn beslissing terug en trok de opdracht weer in. Deelstaatpremier Horst Seehofer (CSU) argumenteerde na een bezoek aan Israël dat zijn verzoek om de neonazipartij NPD door het Duitse Constitutionele Hof te laten verbieden onverzoenbaar was met de verspreiding van Mein Kampf in Duitsland. Projectleider Hartmann vernam die ‘nekslag’ uit de pers, uitgerekend een dag voor zijn reis naar Jeruzalem, waar hij het Holocaust-memoriaal Yad Vashem bezocht. In Israël ontmoette Hartmann nochtans heel wat historici die openstonden voor de realisering van zijn project. Hoe dan ook, het IfZ besloot de wetenschappelijk becommentarieerde editie van Mein Kampf met eigen middelen voort te zetten en het boek zelf uit te geven. Nu de nieuwe editie er is, geniet ze ook de steun van Josef Schuster, de voorzitter van de Zentralrat der Juden in Duitsland.

Taboeïsering

In wetenschappelijke en intellectuele kringen is men doorgaans gewonnen voor de nieuwe editie, maar er zijn ook kritische stemmen. De controverse over de nieuwe uitgave van Mein Kampf bereikte vorige week een hoogtepunt in de Süddeutsche Zeitung (7 januari). In een opiniestuk boorde Jeremy Adler, professor Duits aan het King’s College London, de nieuwe editie in de grond nog voor hij ze had gezien. Zijn bezwaar is principieel. Hij veroordeelt de publicatie omdat Hitlers ‘absoluut boosaardige tekst’ volgens hem nu eenmaal niet te becommentariëren valt. Hij verwijt de uitgevers dat ze uitslovers zijn die met hun uitgave van Mein Kampf aan een erbarmelijk knoeiwerk de waardigheid verlenen die aan een Plato of Homerus toekomt.

Maar op de persconferentie die vorige vrijdag onder grote buitenlandse belangstelling in het IfZ in München plaatsvond, gaf de gereputeerde Britse Hitlerbiograaf Ian Kershaw de uitgevers ruggensteun. Kershaw verdedigt de nieuwe editie met hand en tand en zegt dat de wetenschap er in de toekomst niet meer omheen kan. Hij kan geen begrip opbrengen voor standpunten als die van Adler. Kershaw: ‘Zijn bezwaren houden geen steek, want er bestaan natuurlijk ook wel becommentarieerde edities van bijvoorbeeld Stalins teksten en andere teksten van Hitler.’ Een blijvende taboeïsering van Mein Kampf is een capitulatie van de kritische geest en een onnodige opwaardering van een negatieve mythe, aldus Kershaw.

Ook de Duitse historicus Sven Felix Kellerhoff (°1971) verdedigt in zijn recent verschenen Mein Kampf – Die Karriere eines deutschen Buches, het IfZ-project. ‘Het is een tegengif voor alle dubieuze, niet becommentarieerde edities van Hitlers maakwerk op het internet, en dat niet alleen op neonazistische of islamistische websites.’ Op de presentatie van zijn boek in Berlijn betoogt Kellerhoff dat je oude edities – het boek werd tenslotte in 1031 oplagen 12 miljoen keren gedrukt in Duitsland – in Duitse antiquariaten kunt vinden en kopen. Zelf is Kellerhoff de bezitter van twee oude edities van Mein Kampf.

Ian Kershaw heeft ook twee oude edities van Mein Kampf in zijn bibliotheek staan. Eén daarvan heeft een opdracht in handschrift: ‘To Charlie with Love from Adolf, 1945.’ Kershaw: ‘Wellicht is dat een streek van een Britse soldaat die het boek als souvenir ergens uit een rek in het verslagen Duitsland heeft gejat en er die opdracht voor de grap zelf heeft in geschreven.’ Alle grappen terzijde, Mein Kampf verschijnt nog altijd in nieuwe edities – volkomen legaal, want op basis van oude maar nog altijd geldige contracten – in Engeland en de Verenigde Staten. En dan is er de wildgroei. In Turkije ging Hitlers pamflet sedert 2004 30.000 keren over de toonbank. In Bangladesh en natuurlijk in Arabische landen als Iran is het boek een bestseller die op straat wordt gesleten door bouquinisten. Mein Kampf leidt op andere continenten een veel succesvoller bestaan dan in Duitsland (en Europa). De explosiviteit van het boek is in Europa verdampt, meent Kershaw: ‘Voor actueel politiek gebruik is het even nutteloos als waardeloos.’

Net als Kershaw meent ook Kellerhoff dat niemand door de lectuur van Mein Kampf zomaar een nazi wordt. Het gevaar dat ervan uitgaat is eerder algemeen. Het boek kan de indruk wekken dat radicalisme en simpele oplossingen een remedie kunnen zijn voor de problemen van onze complexe wereld. Die visie is volgens Kellerhoff nog altijd verleidelijk, zoals het fenomeen Pegida met zijn vriend-vijand-clichés bewijst. Over het mogelijke gevaar dat Mein Kampf nu nog betekent, zijn de meningen onder de experts verdeeld.

Tussendoor vragen we Kellerhoff of zijn onderzoek naar de carrière van het boek Mein Kampf veel nieuwigheden heeft opgeleverd. ‘Nieuw voor mij was dat Hitler een voortdurend conflict had met de fiscus over zijn boek. Hij wilde de heffingen niet betalen. In 1934 – Hitler was toen al kanselier – vorderde de fiscus in München nog een achterstallige belastingschuld van 400.000 Reichsmark (circa 2,8 miljoen euro) van Hitler, maar die heeft hij nooit vereffend. In maart 1935 ontsnapte hij definitief aan de greep van de fiscus omdat het Reichsfinanzministerium en de belastingdienst van München hem zijn schulden kwijtscholden. Ik weet niet wat er gebeurde met de belastingambtenaren die zo lang achter hem aanzaten. Ik schat dat Hitler ten minste 12 miljoen Reichsmark (circa 84 miljoen euro) aan zijn boek heeft verdiend.’

Geen schooleditie

Het Institut für Zeitgeschichte wil helemaal geen geld verdienen aan deze editie van Mein Kampf en hield de verkoopprijs bewust laag: 59 euro, een prikje voor een wetenschappelijke uitgave van dit kaliber. IfZ-directeur Andreas Wirsching is verheugd dat de gematigde prijs de uitgave ook in het bereik brengt van lezers die haar niet zouden kopen als ze duurder was. Vierduizend exemplaren bedraagt de eerste druk, maar die is al uitverkocht, terwijl er intussen al een nieuwe vraag naar 15.000 exemplaren bestaat. Allicht heeft dat ook te maken met de grote mediale belangstelling voor de nieuwe editie, een fenomeen dat projectleider Hartmann verheugt én verbaast: ‘Het instituut heeft van 1995 tot 2003 de redevoeringen, teksten en decreten van Hitler tussen 1915-1933 uitgegeven. De interesse van de pers daarvoor was eerder matig, hoewel die teksten doorgaans veel brutaler zijn dan die van Mein Kampf.’

In tegenstelling tot hardnekkige geruchten nemen de Duitse uitgevers geen initiatief voor een schooleditie, gewoon omdat dit niet tot hun opdrachten behoort. En voor een online-editie lopen de kosten zo hoog op dat zo’n uitgave er volgens directeur Wirsching voor 2017 niet komt.

De Duitse uitgevers zijn ook verrast over de belangstelling van heel wat buitenlandse uitgevers. Italiaanse, maar ook Engelse en Franse uitgeverijen overwegen om de Duitse editie te vertalen, een mammoetwerk. Men kan concluderen dat vooral brede intellectuele kringen in Duitsland en West-Europa belangstelling hebben voor de nieuwe, wetenschappelijk becommentarieerde editie van Mein Kampf.

Een nuchtere Ian Kershaw dempt nochtans al te grote verwachtingen. Hij gelooft niet dat de nieuwe editie veel effect zal hebben op de publieke opinie in het buitenland. Kershaw: ‘Vermoedelijk gaat het om wat we bij ons een nine-day wonder noemen, wat betekent dat de aandacht vrij snel zal wegebben. En de landen die Mein Kampf nu al misbruiken, zullen dat ook in de toekomst blijven doen.’

Hitler, Mein Kampf, twee delen, in opdracht van het Institut für Zeitgeschichte, München-Berlijn, 2016, 1966 blz., 59 euro.

DOOR PIET DE MOOR IN MÜNCHEN EN BERLIJN

De voornaam Adolf is weggelaten. De uitgave ademt afstand.

De Londense professor Jeremy Adler veroordeelt de publicatie van deze ‘absoluut boosaardige tekst’ principieel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content