Het valt te vrezen dat de berichten over mishandelingen in de Abu Ghraib-gevangenis in Bagdad nog maar een begin zijn.

INFO : Bron: www.npr.org/iraq

De Amerikaanse president George W. Bush bood dus toch zijn excuses aan, zij het niet van harte. Hij wist ook te melden dat al die ‘verschrikkelijke dingen’ ook al plaatsvonden vóór de Amerikanen Irak binnenvielen, maar dat ‘de misdaden nu uitkomen en de misdadigers worden bestraft’. Want de ironie is natuurlijk dat de meest schokkende foto’s komen uit het vroegere martelcentrum van ex-dictator Saddam Hoessein. Abu Ghraib was onder Saddam al een zwaarbewaakte griezelplek en is nu een van de zestien gevangenissen die de Amerikanen in Irak openhouden. Er zitten vroegere aanhangers van Saddam opgesloten, maar ook militairen en gewone burgers, opgepakt wegens vermoede daden van verzet tegen de coalitietroepen.

Het klopt dat de feiten nu uitkomen, maar dat is alleen te danken aan een aantal anonieme klokkenluiders die het gemartel niet langer konden aanzien, en dus niet aan de Amerikaanse regering. Die was blijkbaar al maanden op de hoogte dat er veel misliep in de Iraakse gevangenissen, maar greep niet in. En dat op zich is al moeilijk te verklaren. Iemand in Washington moet toch beseft hebben dat dergelijke feiten zouden uitkomen. En dat in een verkiezingsjaar elk schandaal fataal kan zijn. Zuivere arrogantie? Of een vast geloof dat wat in de gevangenissen gebeurde gewoon tot de ‘oorlogsgeplogenheden’ behoorde?

Uitgekomen is alleszins dat niet alleen het Internationale Rode Kruis verschillende keren waarschuwde dat de toestand in de gevangenissen uit de hand liep. Ook Paul Bremer, hoofd van de Amerikaanse coalitie in Irak, heeft alarm geslagen. Op zijn vraag werd een onderzoekscommissie opgericht onder leiding van generaal-majoor Antonio Taguba. Die begon in november vorig jaar een onderzoek omdat er geruchten waren dat er in Abu Ghraib veel misliep. Dat rapport (54 bladzijden dik) werd in februari aan minister van Defensie Donald Rumsfeld overhandigd en zegt duidelijk dat gevangenen mishandeld worden. Rumsfeld zou niet eens de tijd hebben gehad het te lezen, noch de foto’s te bekijken die ook naar Defensie waren gestuurd. Van een man die er prat op ging dat hij de oorlog in Irak zelf plande en ’tot de laatste man en de laatste tank’ controleerde, is dat zeer ongeloofwaardig.

Ook buitenlandminister Colin Powell heeft verschillende keren bij kabinetsvergaderingen aangedrongen op respect voor de Conventies van Genève. Die vier verdragen bepalen wat mag en niet mag in oorlogstijd. Het zijn regels die gegroeid zijn uit de praktijk van het oorlogvoeren. Ze zijn internationaal aanvaard, zijn ondertekend en geratificeerd door de Verenigde Staten en leggen elk land op de regels na te leven en te doen naleven.

Maar Powell wordt door de harde kern van de regering-Bush gezien als een softie. Hij waarschuwde voor de oorlog in Irak, hij vindt dat de Al-Qaedaleden die op Cuba vastgehouden worden, behoorlijk moeten worden behandeld. Dus werd er wellicht niet naar hem geluisterd: niet door president Bush, niet door defensieminister Rumsfeld. Sterker nog: het lijkt erop dat het mishandelen van gevangenen verheven is tot een systeem.

Actieve bewakers

Uit verschillende bronnen valt af te leiden dat er sinds september 2003 bewust gefolterd werd. Hoewel de oorlog toen officieel al maanden voorbij was, gingen de aanslagen op de Britse en vooral Amerikaanse soldaten door, waren er nog steeds geen massavernietigingswapens gevonden en was Saddam nog steeds op vrije voeten. Als klap op de vuurpijl was in augustus het gebouw van de Verenigde Naties in Bagdad volledig vernield. Generaal Janis Karpinski, die de Amerikaanse gevangenissen onder haar hoede had, werd onder druk gezet: de ondervragingen van de Iraakse gevangenen moesten eindelijk wat opleveren. En de man die daarvoor zou zorgen was luitenant-generaal Geoffrey Miller, baas van de gevangenissen op Guantanamo Bay, Gitmo in legertaal, waar honderden in Afghanistan opgepakte (vermoedelijke) Al-Qaedaleden worden vast- gehouden. Zij zitten in kooien, worden urenlang ondervraagd, worden geslagen en krijgen enkel te eten als ze meewerken met de ondervragers.

Dat er internationaal protest is tegen de manier waarop Miller daar zijn job uitoefent, tja. De strijd tegen terroristen is niet voor doetjes en bovendien heeft Rumsfeld al verschillende keren bij hoog en laag beweerd dat de gevangenen van Guantanamo geen krijgsgevangenen zijn en dus geen beroep kunnen doen op de Conventies van Genève. Dus doet Miller gewoon zijn werk, hij leidt ook ondervragers op, correct volgens de militaire richtlijnen die door Rumsfeld zijn goedgekeurd. Die heeft daarvoor zelfs het advies ingewonnen van advocaten die hem vertelden dat gevangenen vastbinden in pijnlijke houdingen, hen uren rechtop laten staan, hen beroven van slaap, hen blinddoeken en hen hun kleren afpakken, geen schendingen zijn van de ‘geest’ van de Conventie. Experts humanitair recht zien dat vast anders, maar zoals Rumsfeld al in 2002 wist: protesten tegen het slecht behandelen van gevangenen zijn tekenen van een ‘normale internationale hyperventilatie’. Niet op reageren en het gaat vanzelf over.

Blijkbaar moest er ook niet gereageerd worden op alarmerende rapporten van het Internationale Rode Kruis, van Amnesty International en andere softe mensenrechtenorganisaties. Het geeft allemaal steeds sterker de indruk dat de Verenigde Staten internationale verdragen en mensenrechten enkel gebruiken als het hen uitkomt.

De opdracht van Miller was duidelijk: onderzoeken waarom de ondervragingen in Abu Ghraib en andere gevangenissen geen stroom van inlichtingen als gevolg hadden. Zijn rapport is volledig opgesteld in typische legertaal: ‘Mijn conclusie is dat het Amerikaanse leger in Irak noch de autoriteit noch de procedures heeft om een uniforme strategie van arrestaties, ondervraging en rapportering door te voeren. (…) Operatie Detentie moet een veilige en menselijke omgeving creëren die tot een snelle inzameling van informatie leidt. Het is daarbij essentieel dat de bewakers actief worden ingeschakeld in het creëren van de voorwaarden om de kennis van de gevangenen met succes te kunnen exploiteren.’

De beste manier om dat succes te realiseren was blijkbaar om Miller zelf de toekomstige bewakers van Abu Ghraib te laten opleiden. Dat doet hij met een legerhandboek Human Resource Exploitation Training Manual uit 1983. ‘Het doel van alle ondervragingstechnieken is om de weerstand van het subject te breken.’ (…) ‘De angst voor pijn werkt beter dan de pijn zelf.’ Maar als de gevangene niet toegeeft, moet ‘de behandeling worden uitgevoerd. Anders heeft dreigen in de toekomst geen zin meer.’

Dat werd – volgens de getuigenis van een van de leden van de militaire politie die nu voor de rechter staan – ook in Abu Ghraib toegepast: ‘Als de gevangene meewerkte, mocht hij zijn kleren en matras houden. Hij kreeg sigaretten en warm eten. Als hij niet meewerkte, werd alles weggenomen tot de ondervragers anders beslisten. Wij moesten hen enkel wakker maken, hen het leven zo zuur maken dat ze praatten.’

Gitmo Miller

De MP-agenten moesten de gevangenen dus rijp maken voor verhoor. Dat deden ze ook. Zeven van hen moeten daarom voor de militaire rechter verschijnen, generaal Karpinski is – met behoud van wedde – ontslagen en luitenant-generaal Miller neemt de Iraakse gevangenen over. In zijn persconferentie beloofde hij ‘de meer agressieve technieken van nabij te bekijken’ en er ‘persoonlijk borg voor te staan dat dergelijke zaken zich niet zullen herhalen’. Afgezien van de vraag of uitgerekend Gitmo Miller de juiste persoon is, is er nu tenminste iemand verantwoordelijk voor de ondervragingen in Irak. Dat is een vooruitgang. Want op die vraag bleef Rumsfeld totnogtoe het antwoord schuldig. In Irak lopen namelijk zowel CIA- als FBI-agenten rond, plus nogal wat privé-groepen gespecialiseerd in harde ondervragingen. Vooral over de privé-groepen is de onrust groot. Niemand weet welke technieken zij toepassen, wie hen controleert, wie hen bevelen geeft.

Ze werken trouwens niet alleen in Irak. Volgens Human Rights Watch bestaat er een heuse Amerikaanse goelag. In nogal wat landen zouden zogenaamde ‘zwarte gaten’ zijn, gevangenissen die officieel niet bestaan en waar het Internationale Rode Kruis dus ook niet binnen mag. Wat daar gebeurt, vrezen mensenrechtenorganisaties, zal nog erger zijn dan Guantanamo of Abu Ghraib. Dat is ook de mening van Nigel Rodney, de VN-verslaggever over folteringen. Volgens zijn rapport respecteren de Amerikaanse troepen in Afghanistan en Irak de Conventies van Genève niet. Noch naar de geest, noch naar de letter. ‘Wie geheime gevangenissen bouwt, geeft mensen het gevoel dat ze straffeloos kunnen doen wat ze willen. Straffeloosheid leidt tot misbruiken.’

Die misbruiken zijn door mensenrechtenorganisaties uitvoerig gedocumenteerd. In Afghanistan, zo meldt Human Rights Watch, worden nog in het hele land mensen zonder meer gearresteerd en wekenlang gevangen gehouden. Zonder aanklacht, zonder proces en zonder juridische bijstand. Vrijgelaten gevangenen vertellen dat ze urenlang moesten rechtstaan, dat ze geslagen en toegeschreeuwd werden, dat ze niet mochten slapen. Drie gevangenen zijn onlangs gestorven. Een verklaring is niet vrijgegeven.

Rumsfeld zelf verklaarde voor de parlementaire onderzoekscommissie dat de Amerikaanse troepen in Irak de Conventie respecteren, maar in allerlei publieke verklaringen heeft hij al gesteld dat de Geneefse Conventies nergens zeggen dat álle gevangenen álle rechten en privileges van krijgsgevangenen moeten krijgen. Ook hier zullen experts oorlogsrecht wel een andere mening hebben. Net zoals over de persconferentie van generaal Miller, die wist te melden dat de oude ondervragingstechnieken – blinddoeken, vastbinden en vernederen – niet meer voorkomen, tenzij met uitdrukkelijke toelating van een generaal.

Anders gezegd: niet internationale verdragen maar een militair – en in laatste instantie Rumsfeld – bepaalt wat mag en niet mag. Dat bewust of onbewust naast zich neerleggen van algemeen aanvaarde normen, is de basis van de misbruiken die nu aan het licht zijn gekomen. En dus is er wel degelijk sprake van een systeem, waarvan de Amerikaanse regering afwist en dat ze niet stopte. Want al kregen de beulen geen schouderklopjes, ze kregen minstens de indruk dat ze hun land dienden door mensen op die manier aan te pakken.

Hogere echelons

De indruk dat er een ‘Amerikaanse manier van aanpakken’ bestaat, werd gecreeerd sinds 11 september 2001. De meeste Amerikanen waren zo ontzet over de aanslagen op de WTC-torens en op het Pentagon dat ze alle uitspraken dat het nu hard tegen onzacht zou gaan, toejuichten. Ook de beperking van hun eigen vrijheden. Defensieminister Donald Rumsfeld werd een held door zijn harde opstelling, zijn bijtende commentaren op alles en iedereen die in de weg van de ‘oorlog tegen terreur’ kwam. Inclusief zijn eigen militairen. Hij trok volmachten naar zich toe en vormde het Amerikaanse leger om tot een ‘snelle interventiemacht’ die politie-agent van de wereld kon spelen. De generaals die hem tegenspraken, werden niet gehoord. En vermits hij alleen beslist wie in rang stijgt, is de kans klein dat veel militairen hem hardop tegenspreken. Als ze het doen, moet het dus ernstig zijn.

Zo waarschuwden ze Rumsfeld nog voor de oorlog in Irak dat ze te weinig soldaten hadden. Rumsfeld wist beter. Het zou een korte en snelle actie worden. Dat werd het dus niet. De generaals wisten ook te vertellen dat er geen plannen waren voor de bezetting van Irak en de periode na de overwinning. Rumsfeld wist hen te zeggen dat hij een oorlog ging voeren, geen natie opbouwen. Het gevolg van dat alles is dat sinds een jaar alles in de soep draait en dat de soldaten al een paar keer te horen hebben gekregen dat hun verlof is uitgesteld, een bericht dat niet van aard is om hen vriendelijk te laten omgaan met de Iraakse bevolking.

Waarnemers waarschuwen dan ook dat de coalitietroepen in Irak op een echte catastrofe afstevenen. Heethoofden als Moqtada Al-Sadr krijgen steeds meer aanhang en hun oproepen om Britse en Amerikaanse soldaten te vermoorden – vrouwelijke soldaten mogen verkracht worden – zullen de militairen ter plaatse nog nerveuzer maken. Dat zal tot meer protesten leiden in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk waar premier Tony Blair ook te maken krijgt met vragen over misdragingen van Britse soldaten. En met kranten die dreigen nog meer foto’s te publiceren.

In de Verenigde Staten zal het Pentagon zelf de foto’s en de filmbeelden aan het Congres tonen, weet het Amerikaanse weekblad Newsweek. Erger dan wat tot hiertoe is vertoond: het zou gaan om moord en om de verkrachting van vrouwen en kinderen. Dat Defensie de beelden zelf vrijgeeft lijkt de Amerikaanse regering beter dan wat tot hiertoe gebeurde: kranten die schokkende foto’s publiceren, elke dag weer, elke dag andere.

Een bombardement van dergelijke foto’s is bijzonder schadelijk, zeker in een verkiezingsjaar. Niet alleen omdat het indruist tegen het beeld dat Amerikanen van hun land hebben, ook omdat er dan ingegrepen moet worden. En als de schuld voor de folteringen alleen bij de gewone soldaten zou worden gelegd, terwijl de hogere echelons goed wegkomen, is dat ook schadelijk. Dat is de achtergrond van de vraag of Rumsfeld moet aftreden. De operatie schadebeperking verloopt tot hiertoe zoals gepland. De regering heeft laten uitlekken dat Bush zich boos heeft gemaakt op minister Rumsfeld – dat staat goed en pleit de president vrij van medeplichtigheid – terwijl hij tegelijk openlijk trouw blijft aan zijn defensieminister. Ook dat staat goed. Maar als Bush verder wegzakt in de opiniepeilingen, kan dat veranderen.

En die kans zit erin. Want zowel Amnesty International als het Internationale Rode Kruis hebben officieel gemeld dat Abu Ghraib geen uitzondering is. ‘De toestand’, zeggen ze, ‘is in alle gevangenissen slecht.’

Door Misjoe Verleyen

Sinds september 2003 werd er bewust gefolterd.

‘Wie geheime gevangenissen bouwt, geeft mensen het gevoel dat ze straffeloos kunnen doen wat ze willen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content