Het doek is gevallen over Marc Dutroux en zijn kompanen. Een terugblik op het proces van de eeuw met twee advocaten die vanaf het begin bij de zaak betrokken waren: Joris Vercraeye en Luc Savelkoul die de ouders van Eefje Lambrecks vertegenwoordigden.

Het was nooit gezien. Een procureur die openlijk een onderzoeksrechter aanviel. Ouders van vermoorde meisjes die elkaar in de media uitscholden. Advocaten van burgerlijke partijen die totaal verschillende lezingen van het dossier presenteerden.

Het is niet te verwonderen dat de jury die moest oordelen over de schuld van Marc Dutroux, zijn ex-vrouw Michelle Martin, zijn kompaan Michel Lelièvre en de nummer vier in de beklaagdenbank, Michel Nihoul, de verantwoordelijkheid voor de veroordeling van de laatste doorschoof naar voorzitter Stéphane Goux van het hof en zijn bijzitters. Die Nihoul prompt vrijpleitten van het ontvoeren van minderjarigen – hij is wel veroordeeld als leider van een drugsbende. Dutroux, Martin en Lelièvre kregen van de jury de volle laag, en werden veroordeeld voor bijna alles waarvoor ze veroordeeld konden worden.

De voornaamste verliezers van het proces zijn dus de believers in het bestaan van een netwerk van kinderontvoerders rond Nihoul, zoals de advocaten van Laetitia Delhez, Georges-Henri Beauthier en Jan Fermon.

Echte winnaars zijn er natuurlijk niet in een proces dat zoveel gruwel moest verwerken. Maar onderzoeksrechter Jacques Langlois zal kunnen vaststellen dat de jury zijn denksporen heeft gevolgd. De advocaten van Sabine Dardenne (Jean-Philippe Rivière en Céline Parisse) en van de ouders van Eefje Lambrecks zagen hun degelijke en retorisch sterke pleidooien grotendeels gevolgd door de jury en het hof.

Zowel Joris Vercraeye, advocaat van Eefjes vader, als Luc Savelkoul voor Eefjes moeder waren vanaf het begin bij de zaak-Dutroux betrokken – later kwam Marc Huygen het team versterken voor Eefjes grootouders. Vercraeye kwam met Jean Lambrecks in contact via een hulpfonds voor ouders van vermiste kinderen toen Dutroux nog niet eens gearresteerd was. Savelkoul trad voor het eerst op voor Eefjes onzichtbaar gebleven moeder in een rechtszaak die Eefjes ouders moesten aanspannen tegen Paul Marchal (de vader van An) om te verkrijgen dat hij de naam van hun dochter niet langer gebruikte voor zijn activiteiten. Beide pleiters volgden ook de parlementaire onderzoekscommissie die de zaak-Dutroux uitspitte.

Hoe kijken jullie, nu het bijna gedaan is, terug op het proces van de eeuw?

JORIS VERCRAEYE: Ik moet eerlijk bekennen dat we weinig hebben bijgeleerd sinds we voor de eerste keer voor de correctionele raadkamer in Neufchâteau verschenen. Toen waren de grote krijtlijnen van het dossier al getrokken. We vonden het moedig dat Nihoul door de raadkamer uit de zaak werd gezet, hoewel hij achteraf door de Kamer van Inbeschuldigingstelling van Luik, die zich als Pontius Pilatus opstelde, toch naar assisen werd doorverwezen, met als voornaamste argument: laat het volk maar oordelen. Daarom is het significant dat de jury de beslissing over Nihoul terugschoof naar beroepsrechters. Had men in Luik dezelfde doortastendheid en moed gehad als voorzitter Goux in Aarlen, dan hadden er drie in plaats van vier verdachten in de beklaagdenbank gezeten, en had het proces van de eeuw nooit maandenlang aangesleept.

Tijdens de zittingen was Goux toch niet doortastend?

VERCRAEYE: Hij heeft zijn koers rustig uitgelopen, heeft alles laten gebeuren, alles laten zeggen. Hij liet alle sporen volgen die men wou volgen. Dat ging soms heel ver. Op een gegeven ogenblik wou een advocaat zelfs details weten over de hond die Martin in de jaren tachtig had. Zo blijf je natuurlijk bezig. Ik vermoed dat een voorzitter in Vlaanderen vele denksporen snel zou hebben afgeblokt. De juridische cultuur is in Wallonië duidelijk anders dan bij ons.

Was deze strategie voor Goux niet de enig mogelijke om zonder kleerscheuren het einde te halen?

LUC SAVELKOUL: Hij moest natuurlijk rekening houden met de gevoeligheden van de publieke opinie in deze zaak. Elke poging tot inperking van de debatten dreigde als een poging tot het verhullen van informatie geïnterpreteerd te worden. Goux volgde een strategie die erop gericht was voorgoed een punt achter de zaak te kunnen zetten.

Maar met het doorschuiven van de beslissing over Nihoul heeft de jury niet echt duidelijkheid geschapen.

VERCRAEYE: Er is altijd gezegd, door iedereen: we leggen ons bij elke uitspraak neer, we aanvaarden de juridische waarheid. Maar nu al zie je dat het net politiek wordt: iedereen legt het vonnis in zijn voordeel uit. En zij die niet helemaal bereikten wat ze wilden, maken zich sterk dat ze hun gram nog zullen halen.

Hoe langer een advocaat bij de zaak-Dutroux betrokken is, hoe minder hij geneigd lijkt de netwerktheorie te volgen.

SAVELKOUL: Ik vind dat iedereen die het dossier goed bestudeerd heeft, zoals procureur Michel Bourlet, de intellectuele eerlijkheid moet hebben om te zeggen dat er niet meer in zit dan er nu uit is gekomen. Wij hebben het dossier even intens uitgevlooid als bijvoorbeeld de advocaten van Laetitia, maar we hebben er wel zeven jaar over kunnen doen en niet slechts anderhalf zoals zij. Het is echter belangrijk dat je bij lectuur van zo’n ingewikkeld dossier voldoende hoog vliegt om het overzicht te kunnen bewaren.

En er zaten te veel laagvliegers op het proces?

VERCRAEYE: Te veel aanwezigen focusten uitsluitend op details die in hun kraam pasten. Wij hadden de grote lijnen al meegekregen tijdens de parlementaire onderzoekscommissie in 1997. Maar voor de advocaten van Laetitia, en zeker voor Xavier Magnée die Dutroux verdedigde en die het dossier pas tijdens het proces leerde kennen, was alles wat in Aarlen gezegd werd nieuws dat hen leek te shockeren. Zo bewaar je natuurlijk onvoldoende afstand om de grote lijnen nog te kunnen zien.

De verdediging van Dutroux was niet succesvol. Haar cliënt is veroordeeld voor drie moorden.

SAVELKOUL: Wat míj in deze zaak geshockeerd heeft, is dat Magnée eerst de jury vraagt om te weigeren een uitspraak te doen – stel je voor – en vervolgens, als hij zijn gelijk niet krijgt, een buiklanding maakt door de slachtoffers en hun leed te recupereren in plaats van toe te geven dat hij zich vergist heeft. En dat in hetzelfde pleidooi waarin hij politici verweet de Witte Mars te hebben gerecupereerd! Waarop hij in de zittingzaal in de armen viel van een geëmotioneerde Paul Marchal die zich nu ineens niet meer kan herinneren dat dat gebeurd is.

Was het ook niet shockerend dat Dutroux op het proces nooit hard is aangepakt?

SAVELKOUL: Dat is mijn grootste ontgoocheling. Buiten de voorzitter, Joris en enkele schamele pogingen van mezelf heeft niemand moeite gedaan om Dutroux uit zijn loopgraven te lokken. Er is veel tijd verloren met het uitdiepen van de rol van Nihoul. Dutroux is een leugenaar, en leugenaars kan je maar ontmaskeren door hen te laten praten. Dat we op het proces weinig wijzer zijn geworden, heeft vooral te maken met het te zwak aanpakken van Dutroux.

De voorzitter heeft Dutroux toch ook niet écht aangepakt.

VERCRAEYE: Nee. De eerste ondervraging van de verdachten door de voorzitter is in een assisenzaak altijd belangrijk. Goux had Dutroux gerust een dag op de rooster mogen leggen. Ik denk – als visie, niet als kritiek – dat hij daar een kans gemist heeft. Maar met iemand als Dutroux is natuurlijk niet echt te praten. Zelfs zijn eigen advocaten hebben dat opgegeven. Dat is een groot verschil geweest met de advocaten van Michelle Martin. Die hebben veel met hun cliënte gepraat en op de zitting een coherent beeld van haar geschetst. Ze hebben hun job goed gedaan.

Maar het heeft niet geholpen. Martin is maximaal veroordeeld, net als Lelièvre, zoals jullie trouwens hadden gevraagd.

VERCRAEYE: Wij mogen als burgerlijke partij niet pleiten over de strafmaat, dus moeten wij gaan voor een maximale veroordeling. Men kan zeggen dat Dutroux de hoofdschuldige is, maar in deze gruwelijke zaak staat zelfs voor een als afhankelijk gepresenteerde vrouw en een junkie-hulpje de schuldmeter zo diep in het rood dat we moesten gaan voor een maximale bestraffing. We moesten voorkomen dat ze als medeplichtige in plaats van als mededader beschouwd zouden worden. De jury heeft die stelling gevolgd.

Dat moet frustrerend zijn voor Martins advocaten die hun cliënte schitterend verdedigd hebben.

SAVELKOUL: Ik denk toch dat ze voldoende duidelijk hebben gemaakt dat ze niet te veel illusies koesterden. Een van hun voornaamste betrachtingen was ervoor te zorgen dat hun cliënte geloofd werd. De jury heeft hen daarin gevolgd, gezien de veroordeling van Dutroux voor de moorden op Eefje, An en Bernard Weinstein, én voor de ontvoering van Julie Lejeune en Mélissa Russo. De verklaringen van Martin hebben daarbij waarschijnlijk de doorslag gegeven. Anderzijds heeft de jury ook geoordeeld dat Martin door het sluiten van de kooi in Marcinelle het doodvonnis voor Julie en Mélissa tekende.

Dat klinkt allemaal logisch.

SAVELKOUL: Ik heb het een paar keer aan de jury gezegd. Een aantal justitiedienaars in het dossier – advocaten, magistraten, procureurs – heeft zijn taak als ‘eerste rechter’ niet ter harte genomen en op die manier onrealistische verwachtingen gecreëerd en in stand gehouden. Ze hebben de families de indruk gegeven dat ze tot op het bot zouden gaan op een ogenblik dat ze moesten aanvoelen dat het vat eigenlijk af was. Je moet aan de mensen durven zeggen: met de beste wil van de wereld, er zit niet méér in dit dossier dan wat we nu gevonden hebben, tenzij Dutroux eindelijk de waarheid gaat vertellen. Want voor de meeste van zijn misdrijven waren er geen getuigen.

VERCRAEYE: Ik blijf erbij dat, als je abstractie maakt van de maatschappelijke impact vanwege de gruwelijke feiten, de zaak-Dutroux een heel eenvoudige strafzaak was. Een beroepsrechter was hier in een week klaar mee geweest, en was mijns inziens tot dezelfde conclusies gekomen als de jury. Maar de maatschappij was zo verontwaardigd dat het geen gewone zaak kón zijn. Daar moesten absoluut prominenten en netwerken bij betrokken zijn. Dutroux had dat snel door en heeft op smerige wijze op die twijfel ingespeeld.

De jury heeft hem toch niet geloofd.

VERCRAEYE: Met alle respect, maar de jury heeft de maatschappelijke twijfel laten bestaan door onbewust de zaak een thrillerslot te geven. Met haar beslissing om zeven keer ja en vijf keer nee te antwoorden op de vragen over Nihouls betrokkenheid bij de ontvoeringen, schoof ze een oordeel van zich af. En je hoort sommigen nu al zeggen dat er toch zeven juryleden waren die hem schuldig achtten. Dat is fundamenteel fout, de jury heeft gewoon gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om deze hete aardappel naar de beroepsrechters door te schuiven.

SAVELKOUL: In de jury zaten mensen uit Bertrix, waar Laetitia is ontvoerd, uit Neufchâteau, uit kleine dorpjes in de provincie. Ik ben ervan overtuigd dat de meerderheid in feite Nihoul wilde vrijspreken, maar dat ze daar lang over nagedacht en gediscussieerd hebben, en dat ze er uiteindelijk voor gekozen hebben om niet in hun kleine leefgemeenschappen te moeten gaan uitleggen waarom ze Nihoul lieten gaan. Wat mee verklaart waarom ze na het vonnis van Goux en zijn bijzitters op vijf bijkomende schuldvragen over Nihoul prompt nee antwoordden. Deze zaak behoort, net als die van de moord op veearts Karel Van Noppen, mijns inziens tot het soort misdaden waar je een volksjury niet mee mag belasten.

Twee gewraakte juryleden vertelden in de media dat de jury overtuigd was van Nihouls schuld.

VERCRAEYE: Hoe ver waren die mensen door de media die hen opjoegen, gemanipuleerd om te zeggen wat ze wilden horen? Het ging om media die Nihoul per se veroordeeld wilden zien, zoals De Morgen.

SAVELKOUL: Ik heb een enorm probleem met De Morgen, een krant die zich toch profileert als grote bestrijder van het Vlaams Blok. Desondanks jaagt ze de mensen jarenlang de stuipen op het lijf met de zaak-Dutroux, die volgens haar verhalen barst van de onbekende criminelen die bescherming genieten van prominenten, van de corrupte politiemensen en de magistraten met politieke connecties, van de machinaties en de complotten. Terwijl daarvoor in het dossier geen bewijzen te vinden zijn, zelfs geen sterke aanwijzingen. Zo drijf je de mensen in de armen van het Blok.

Jullie gooiden een zware steen in de kikkerpoel door jullie claim tegen Nihoul te laten vallen.

VERCRAEYE: Na acht jaar onderzoek hadden we onze mening over Nihoul. Toch hebben we ons burgerlijke partij gesteld tegen de vier verdachten, Nihoul inbegrepen. We wilden afwachten of er tijdens de debatten nieuwe elementen aan het licht zouden komen. Na drie maanden waren we ervan overtuigd dat er niks werd bijgebracht, integendeel. We konden dan twee dingen doen: solidair zijn met partijen die overtuigd waren van Nihouls schuld en mee zijn veroordeling vragen, of zelf oordelen en zeggen: wij menen naar eer en geweten dat deze man niks te maken heeft met de ontvoering en de dood van Eefje. Wij vonden dat we juridisch consequent moesten zijn.

SAVELKOUL: De media hebben dat onmiddellijk weer gepolariseerd als iets van Lambrecks versus Marchal. We hebben echter letterlijk gezegd dat we de mening van anderen respecteerden en de jury niet wilden beïnvloeden. We wilden wél een krachtig signaal sturen ten voordele van de zwaar aangevallen onderzoeksrechter Langlois en zijn speurders, die zich op het proces niet konden verdedigen, en ten voordele van justitie in het algemeen. Al wie niet dacht zoals de netwerkadepten werd geviseerd – wij ondertussen ook. Maar ik blijf benadrukken dat justitie niet rot is, hoewel het mensenwerk is en er dus fouten gebeuren.

In dit dossier zijn toch érg veel fouten gemaakt.

SAVELKOUL: Natuurlijk. Ook bij de politie en bij het gerecht zijn er goede en slechte mensen, luie en actieve, hoewel sinds de wet van 1992 op de objectivering van de benoemingen in de magistratuur de kwaliteit van magistraten sterk is toegenomen. Maar hoe laag kan men vallen door een speurder te verwijten dat hij verliefd was op Martin, door te stellen dat Dutroux beschermd werd door de top van de rijkswacht of dat Nihoul in staat was de facturatie van de telefoondiensten van Belgacom te vervalsen? Hoe ver kun je daarin gaan? Daarom heb ik de jury regelmatig op het hart gedrukt dat ze haar gezond verstand niet mocht verliezen.

Volgens Marchal reden jullie voor rekening van Nihoul.

VERCRAEYE: Wij hebben over Nihoul gezwegen, we hebben alleen afstand genomen van onze claim tegen hem. Nihoul had zelf advocaten om voor hem te pleiten. Maar als je na twee dagen ononderbroken tegen Nihoul pleiten een jury niet overtuigt met je argumenten, dan zeg ik: leg u daarbij neer.

Is het correct dat Marchal jullie een internetconnectie ontnam met de stelling: er zijn twee dode meisjes en vier connecties voor de Vlaamse advocaten, dat zijn dus twee connecties per meisje?

VERCRAEYE:(verbaasd) Is dat ook al uitgelekt? (ontwijkend) Het sluit in ieder geval beter aan bij de realiteit dan wat Marchal zelf over dat incident vertelt. Wij hebben het niet geapprecieerd dat Marchal ons in de zittingzaal van allerlei leugens beschuldigde, zoals het complotteren met de advocaten van Nihoul. Maar als professionelen kunnen wij daarmee leven, omdat we vinden dat we hem als slachtoffer moeten blijven vergeven, zelfs als hij te ver gaat. Marchal wou aanvankelijk zelfs niet komen luisteren naar wat wij over zijn kwetsende repliek te zeggen hadden. Pas nadat hij besefte dat we hem een cadeau hadden gedaan, wilde hij vergaderen. We hebben hem toen met klem gevraagd zijn aanvallen op mijn cliënt te stoppen. Jean lijdt erg onder de hetze van Marchal.

Welk cadeau hebben jullie hem gedaan?

SAVELKOUL: We hebben hem er ná zijn kwetsende repliek nog op gewezen dat hij op het punt stond te vergeten een eis in te dienen voor de enorme schade die An vanaf haar ontvoering tot aan haar dood geleden heeft. Een cadeau dat een aanzienlijke verhoging betekent van de tegemoetkoming van het fonds voor slachtofferhulp aan de familie Marchal.

Marchal manifesteerde zich op het proces veel meer dan jullie cliënten.

SAVELKOUL: Onder invloed van de zaak-Dutroux is de macht van het slachtoffer in een rechtszaak gegroeid. Sommige slachtoffers hebben nu de neiging om zelf advocaat, onderzoeksrechter én jurylid te willen zijn. Ik vraag me af of dat een goede evolutie is. Een advocaat kan een slachtoffer wegwijs maken in een moeilijk dossier, er de grote lijnen uit halen. In het dossier-Dutroux zitten honderden zogenaamd geloofwaardige getuigenissen van mensen die Eefje ergens in Europa zagen. Als je daar geen afstand van kan nemen, sukkel je vanzelf in het straatje van de netwerken. Sommige mensen geloven nu eenmaal alles wat er gezegd wordt. Als advocaat moet je een steekhoudend kerndossier uit de massa informatie filteren, moet je een cliënt erop wijzen dat het niet gaat om de geloofwaardigheid van een getuige, maar van zijn getuigenis. Niets is zo makkelijk als uit een dossier van 450.000 pagina’s een vijftigtal processen-verbaal selecteren die je gelijk bevestigen.

De zaak lijkt niet afgehandeld. De nevendossiers over de onbekenden in het verhaal komen er nog aan.

VERCRAEYE: Uit de debatten is gebleken dat er in ‘het dossier-bis’ eigenlijk niks zit, want sommige advocaten hebben er te pas en te onpas misbruik van gemaakt. Het is een spookdossier dat moest dienen als buffer tegen het getergde geweten van de maatschappij dat moest worden gesust. Het is momenteel een tweetal centimeter dik, met uitsluitend een analyse van haartjes. De procureur zou beter eerlijk zijn en na al die jaren zeggen: er zit niet meer in dan we er uit gehaald hebben. Of open kaart spelen en zeggen wat hij nog zal of kan laten onderzoeken. Daar zou hij iedereen een grote dienst mee bewijzen.

Gaan jullie nu in een zwart gat vallen?

VERCRAEYE: Dit was voor mij een dossier als een ander dat ik in een paar dagen tijd afgesloten zal hebben. Het was natuurlijk wel een eer, en professioneel heel boeiend, om mee te mogen draaien in wat als het proces van de eeuw werd verkocht.

SAVELKOUL: Ik zal ook probleemloos mijn leven als kleine, obscure ex-stafhouder uit Beringen hernemen – zoals de grootste Waalse believer en Dutroux-commerçant mij in de krant La Dernière Heure omschreef toen hij mij kapittelde omdat ik het had aangedurfd de grote Magnée terecht te wijzen. We hebben natuurlijk nog onze zaak tegen de Belgische staat die we zullen reactiveren.

Jullie dagvaarden de staat omdat ze zware fouten heeft gemaakt die leidden tot de dood van Eefje?

VERCRAEYE: De volksvertegenwoordiging applaudisseerde luid toen in 1997 de eindconclusies van de parlementaire onderzoekscommissie werden voorgelezen, inbegrepen de stelling dat de Belgische staat zware fouten had gemaakt. Wij vonden dat de staat dan ook moet instaan voor de gevolgen daarvan, en begonnen een procedure die werd uitgesteld tot het proces tegen de beschuldigden was afgelopen. We werden al geconfronteerd met een advocaat van de staat die probeert de conclusies van de commissie te betwisten, terwijl ik toch dacht dat de wetgevende macht de hoogste van het land is. Ik vind het overigens erg dat de staat niet op eigen initiatief stappen naar de slachtoffers toe heeft genomen.

Dat is het proces dat de advocaten van Laetitia hier in Aarlen hebben willen voeren.

SAVELKOUL: Waarschijnlijk is het nu te laat om deze vordering nog in te leiden. Wij hebben de toenmalige advocaten van Marchal en de familie Russo in 1997 voorgesteld om mee te doen, maar zij vonden dat niet nodig.

VERCRAEYE:(grinnikend) Toen Magnée hier in Aarlen zijn grote complottheorie uit de doeken aan het doen was, zeiden wij lachend tegen elkaar: we zouden hem moeten inhuren om voor ons tegen de staat te gaan pleiten. Maar ik vrees dat hij zou weigeren.

Door Dirk Draulans

‘De jury wilde in haar leefgemeenschappen niet gaan uitleggen waarom ze Nihoul liet gaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content