‘Het volstaat niet om meisjes op te sluiten’

‘De waan van de dag jaagt zowel de media als politici op,’ zegt Stefaan Van Mulders van het agentschap Jongerenwelzijn. ‘Ministers zitten gesandwicht tussen de maatschappelijke vragen die op hen afkomen en de noodzaak van besparingen. Ze zullen moeten kiezen.’

Twee minderjarige meisjes die een nacht in de cel moeten doorbrengen omdat er geen plaats voor hen is in een jeugdinstelling, ouders die maar geen geschikt onderkomen vinden voor hun autistische en verslaafde zoon, een 14-jarig Syrisch meisje dat in een instelling door de politie wordt uitgeschakeld met een verfkogel. Het voorbije jaar dook er elke maand wel een verhaal op dat voor ophef zorgde. Stefaan Van Mulders, administrateur-generaal van het agentschap Jongerenwelzijn, heeft begrip voor de verontwaardiging. ‘Elke jongere heeft het recht om zijn verhaal in de openbaarheid te brengen en gehoord te worden’, zegt hij. ‘Wat ik wel betreur, is dat daar vaak disproportioneel op wordt gereageerd: de waan van de dag jaagt zowel de media als politici op. Het resultaat is dat de politiek voor elk incident een pasklare oplossing wil. Dat is niet vol te houden, zeker niet in tijden van budgettaire krapte.’

U voelt de besparingen?

STEFAAN VAN MULDERS: Natuurlijk. Jongerenwelzijn hoeft gelukkig geen personeel in te leveren, want de Vlaamse regering heeft een uitzondering gemaakt voor iedereen die rechtstreeks in contact komt met de burger. Maar bij veel andere departementen zijn de besparingen wel heel ingrijpend. Op zich is dat logisch: als er niet genoeg budget is, moet er op het overheidsapparaat worden bespaard. Maar ondertussen is het vet van de soep. Ik begrijp dat ministers gesandwicht zitten tussen de maatschappelijke vragen die op hen afkomen en de noodzaak van besparingen. Maar toch moeten ze kiezen: je kunt niet besparen én verwachten dat de overheid alle problemen oplost.

In uw sector stijgt de vraag naar jeugdhulp terwijl daar niet meer middelen tegenover staan.

VAN MULDERS: Dat klopt. Idealiter ontfermen onze consulenten, die kinderen en gezinnen met problemen opvangen, zich over zo’n zestig dossiers per jaar, want dan kunnen ze elk geval de nodige aandacht geven. Als ze zich door de stijgende vraag met honderd dossiers moeten bezighouden, kunnen ze echter niet langer serieuze analyses maken.

Hoe komt het dat steeds meer jongeren hulp nodig hebben?

VAN MULDERS: De groep criminele jongeren wordt niet groter. Integendeel: zij wordt net kleiner. Het klopt evenmin dat jongeren steeds vroeger zwaardere feiten plegen. Wel neemt het aantal jongeren dat door hun verontrustende thuissituatie in de gerechtelijke jeugdhulp terechtkomt stelselmatig toe. Daarnaast worden we met nieuwe groepen geconfronteerd, zo zijn er in België een duizendtal niet-begeleide, minderjarige vluchtelingen.

Klopt het dat er zich spontaan honderden Vlamingen hebben aangeboden die een niet-begeleide, minderjarige vluchteling in huis willen nemen?

VAN MULDERS: Ja, en dat is natuurlijk hartverwarmend. Maar dat betekent niet dat we daar onzorgvuldig mee mogen omspringen. Sommige mensen melden zich impulsief aan, zonder te beseffen wat het betekent om een vluchteling in huis te nemen. Toch werd aanvankelijk met het idee gespeeld om zulke pleeggezinnen sneller te screenen dan die voor Vlaamse jongeren, maar dat riep weerstand op. Nochtans viel daar iets voor te zeggen. Vluchtelingenkinderen hebben vaak geen dak boven hun hoofd en staan met pak en zak in Brussel in het park. Dat is zonder twijfel een heel urgente situatie die snel moet worden opgelost.

Loverboys

Afgelopen november werd heel verontwaardigd gereageerd op het feit dat de politie een verfkogel had afgevuurd op een 14-jarig Syrisch meisje dat in een instelling verbleef.

VAN MULDERS: Jeugdinstellingen halen er wel vaker de politie bij als een jongere echt onhandelbaar is, maar bij mijn weten is bij zo’n tussenkomst nog nooit een wapen gebruikt. Begin december hebben we een gesprek gehad met de Antwerpse politie omdat we duidelijkheid wilden over de procedures. Tegen midden februari moeten die nauwkeuriger op papier staan.

Onlangs klaagden jeugdrechters in Knack dat ze een jongere vaak geen geschikte maatregel kunnen opleggen omdat er te weinig opvangplaatsen zijn. Begrijpt u hun ontevredenheid?

VAN MULDERS: Gedeeltelijk wel, ja. Vandaag is er voor sommige opvangvormen een aanzienlijke wachtlijst, maar we doen wel degelijk inspanningen om dat te verhelpen. Alleen duurt het even eer je zulke plannen kunt realiseren: een nieuwe instelling bouw je niet op drie maanden.

Waar zijn de problemen het grootst?

VAN MULDERS: Op dit moment is er vooral een tekort aan intensieve vormen van thuisbegeleiding en zijn er in gesloten instellingen te weinig plaatsen voor meisjes. We worden steeds vaker met jonge meisjes geconfronteerd die van huis weglopen en al dan niet via een loverboy in de prostitutie terechtkomen. Als zij in een open instelling worden geplaatst, bestaat de kans dat ze er meteen vandoor gaan en weer in hetzelfde milieu terechtkomen. Dus zullen we vanaf volgend jaar extra gesloten plaatsen voor meisjes creëren. Maar het volstaat niet om zulke meisjes gewoon op te sluiten, want zo worden ze slechts tijdelijk tegen zichzelf en de buitenwereld beschermd. Vaak is dat een vicieuze cirkel: zo’n meisje wordt in een instelling geplaatst, komt vrij, belandt weer in de prostitutie, wordt opnieuw geplaatst en zo gaat dat maar door. Dat willen we doorbreken door ook een pedagogisch project op te starten. We willen de knop in hun hoofd omdraaien en hen op het juiste pad helpen.

Vechtscheiding

Ondertussen bent u betrokken bij de voorbereidingen van de hervorming van het jeugdrecht. Schiet dat een beetje op?

VAN MULDERS: Het is de bedoeling om eind volgend jaar een juridische tekst klaar te hebben die naar de regering en het parlement kan. We nemen onze tijd, want we willen alle betrokkenen horen.

Bert Anciaux (SP.A) wil de strafrechtelijke minderjarigheid optrekken tot 23 jaar. Is dat een goed idee?

VAN MULDERS: Dat is juridisch heel moeilijk: iemand van negentien zou burgerrechtelijk meerderjarig zijn maar strafrechtelijk niet. Volgens juridische specialisten kan dat niet, ook omdat we gebonden zijn aan het internationale recht. Wel willen we dat jongeren die als minderjarige zware feiten hebben gepleegd maatregelen opgelegd kunnen krijgen die na hun achttiende doorgaan. Nu is dat haast onmogelijk en dat leidt soms tot straffeloosheid: een jongen die voor de jeugdrechter verschijnt als hij 17,5 jaar is, kan maar voor een paar maanden worden gestraft.

Onlangs schreven zeven jongeren uit de bijzondere jeugdzorg in een open brief aan de jeugdrechters dat ze meer gehoord willen worden.

VAN MULDERS: (enthousiast) Heel interessant! Binnenkort ga ik hen opzoeken. Het is een heel positieve evolutie dat jongeren bij het maatschappelijke debat worden betrokken. Hun visie op het jeugdrecht blijkt vaak heel relevant, zelfs als we het over mogelijke strafmaatregelen hebben.

Wat moet er aan die strafmaatregelen veranderen?

VAN MULDERS: Het moet duidelijker worden welke straf een jongere krijgt voor de feiten die hij heeft gepleegd. Jongeren mogen niet het gevoel hebben dat ze worden gestraft omdat ze in moeilijke omstandigheden opgroeien. Nochtans gebeurt dat nu soms. Als een volwassene een diefstal pleegt, krijgt hij misschien drie maanden voorwaardelijk en hoeft hij geen dag in de gevangenis te zitten. Maar als een minderjarige een diefstal pleegt, kan hij een paar maanden in een gemeenschapsinstelling opgesloten worden omdat er ook aan een onderliggend probleem wordt gewerkt. Daar willen we met het nieuwe jeugdrecht klaarheid in brengen.

De open brief was eigenlijk één grote hulpkreet: luister naar ons.

VAN MULDERS: Dat is zo. Er worden nochtans al veel inspanningen geleverd om naar jongeren te luisteren, maar zij ervaren dat niet altijd zo. Zo herinner ik me een meisje dat een erg moeilijke thuissituatie had, maar toen ze door de rechter gehoord werd, zaten haar ouders erbij. Natuurlijk is je eigen stem krijgen in dat geval weinig waard.

Onlangs pleitte minister van Justitie Koen Geens (CD&V) ervoor dat kinderen in echtscheidingszaken volledige vrijheid van spreken zouden krijgen, zonder dat de ouders hun verklaringen nadien mogen nalezen.

VAN MULDERS: Daar zit zeker iets in. In vechtscheidingen zijn kinderen vaak de speelbal in het machtsspel tussen de twee ouders. Zij worden met een enorme verantwoordelijkheid opgezadeld. De mogelijkheid om in alle rust en onafhankelijkheid te getuigen, zou voor veel minderjarigen het verschil kunnen maken. Hetzelfde geldt voor kinderen die in heel problematische situaties leven: ook zij moeten hun verhaal kunnen doen. Maar je kunt niet verwachten dat ze dat meteen durven. Om echt naar een kind te luisteren, moet je er veel tijd en energie in investeren.

DOOR ANN PEUTEMAN

‘Steeds meer jongeren hebben een problematische thuissituatie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content