HET VLEES VAN DE TOEKOMST: BIOLOGISCH EN KUNSTMATIG

Willen we de productie van vlees duurzaam maken, dan zullen drastische maatregelen nodig zijn.

De Federatie van het Belgisch Vlees (Febev) is boos. Ze is, zegt ze, in de aanloop naar de vastencampagne Dagen Zonder Vlees het slachtoffer geworden van ‘framing en fake news’. Ze betreurt dat er foute cijfers over de impact van vleesproductie op het milieu worden verspreid. Die zouden geen rekening houden met het gebruik van regenwater in de landbouwsector, en van weiden als opslagplaats voor het broeikasgas CO2.

Uitgerekend de landbouwsector heeft zijn impact op het milieu altijd geminimaliseerd, en heeft daartoe niet zelden cijfers verdoezeld. De maatschappij draait op voor de water- en bodemverontreiniging die ze veroorzaakt, en diezelfde maatschappij moet de strijd tegen de klimaatopwarming voeren – veeteelt veroorzaakt een vijfde van de broeikasemissie. Als de sector alle milieukosten aan de consument zou hebben doorgerekend, zou vlees nooit zo goedkoop geweest zijn als vandaag, en dus niet zo veel geconsumeerd worden.

In 2014 rekende de activistische documentaire Cowspiracy voor dat elke dag 380 liter water en 20 kilogram graan minder nodig zijn om een vegetariër te voeden dan om een vleeseter te voeden. Met de voeding van een vegetariër gaat elke dag 2000 liter minder CO2-uitstoot gepaard. Koeien zijn bovendien belangrijke producenten van methaan, een broeikasgas met een sterker effect dan CO2. Algemeen wordt gesteld dat 1 gram vlees 150 keer meer broeikasgas produceert dan 1 gram soja.

Nog in 2014 bracht het vermaarde Proceedings of the National Academy of Sciences een ijzersterke studie waaruit bleek dat rund eten 10 keer meer impact op het milieu heeft dan varken of kip eten. De runderteelt vereist 28 keer meer land, 11 keer meer water, en ze stoot 5 keer meer broeikasgassen uit. Varkens of kippen kunnen bovendien gevoed worden met wat wij als afval beschouwen. Zij recycleren dat afval tot een product met een grotere waarde: hun vlees.

Herkauwers zouden uitsluitend (min of meer) milieuvriendelijk zijn als ze grazen op arme graslanden. Bijna een kwart van het landoppervlak van de aarde bestaat uit zulk grasland. Dat zou je kunnen opwaarderen door er koeien of, liever nog, geiten en schapen op te laten grazen ter productie van ‘biovlees’. Volgens het vakblad Nature Climate Change kan dat zelfs nuttig zijn in de strijd tegen de klimaatopwarming: het gras zou door de begrazing meer CO2 uit de lucht halen.

Gepaard aan de ontwikkeling van kunstvlees (uit gekweekte stamcellen van dieren) zou de milieubelastende en dieronvriendelijke intensieve veeteelt op die manier kunnen worden afgebouwd. Er is berekend dat een vleesverbruik van maximaal 50 tot 70 gram per persoon per dag de druk op het milieu voldoende zou kunnen verminderen om aanvaardbaar te zijn. Dat is een derde van wat de gemiddelde Vlaming vandaag consumeert.

Op die manier sluit ook het milieuperspectief aan bij het inzicht dat we vlees voor onze gezondheid eerder als een supplement moeten beschouwen dan als de basis van onze voeding.

Vleesverbruik van maximaal 50 tot 70 gram per persoon per dag zou de druk op het milieu al voldoende kunnen verminderen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content