Het boegeroep en het luide ‘nee-nee-nee’ op de algemene aandeelhoudersvergadering van Fortis illustreren het groeiende onbehagen in onze onzekere samenleving. Nu het stof is gaan liggen, kan er misschien eindelijk rustig worden nagedacht over de toekomst van Fortis. Misschien.
‘De verkoop is weggestemd. Nu nog in juni CD&V wegstemmen.’ De reacties op het forum van beleggerssites als goeroe.be of beursduivel.be logen er vorige week niet om. De venijnige toon van de dagen voor de algemene aandeelhoudersvergadering van 11 februari maakte meteen erna plaats voor onversneden euforie. ‘We hebben gewonnen! Wie is er nu gerold? Wie staat nu op zijn benen te trillen?’ triomfeerde een aandeelhouder net nadat de overname van Fortis door het Franse BNP Paribas met een nipte meerderheid was weggestemd. En zijn lotgenoten in cyberspace gaven hem overschot van gelijk.
‘Maandenlang smeulde op het internet al een heimelijke revolte’, zegt socioloog Koenraad Abts, die aan de K.U.Leuven een doctoraat over onbehagen en populisme afwerkt. ‘Dat leverde psychologisch dynamiet op, dat tot ontploffing kwam op het moment van de ultieme afrekening: de algemene vergadering.’ De aandeelhouders hadden daar dan ook wekenlang naar toegeleefd. Al op 12 december vorig jaar oordeelde het hof van beroep in Brussel dat de aandeelhouders zich binnen twee maanden moesten uitspreken over de transacties die tot de ontmanteling van de Fortisgroep hadden geleid: de verkoop van de Nederlandse activiteiten (ABN Amro Nederland, Fortis Bank Nederland, Fortis Verzekeringen Nederland) aan de Nederlandse overheid, de nationalisering van Fortis Bank België en de verkoop van 75 procent van Fortis Bank aan BNP Paribas.
Om daarover te beslissen, stroomden zo’n vijfduizend aandeelhouders afgelopen woensdag toe in het Brusselse Heizelpaleis 6. Haast allemaal afgeborstelde heren in kostuum en her en der ook keurige dames in sobere mantelpakjes. Maar zonder enige gêne scandeerden ze: ‘Dief! Leugenaar! Rotzak! Imbécile! Salope!‘ Of gewoon heel luid ‘Boe! Boe!’ als iemand iets zei wat hen niet beviel. Voorzitter van Fortis Holding Jan-Michiel Hessels werd nu eens de huid vol gescholden, dan weer uitgejouwd of Pinocchio genoemd. Een paar weken geleden moest vooral voormalig premier Yves Leterme (CD&V) het nog ontgelden, maar nu was volksvijand nummer één vicepremier Didier Reynders (MR), die van meet af aan voorstander was van een vlugge doorverkoop van Fortis aan BNP Paribas.
‘De luisterbereidheid was ver zoek’, zegt rechtenprofessor Walter Van Gerven, een van de experts die het hof van beroep had aangesteld om een rapport te maken over het Fortisdossier. Toen Van Gerven dat rapport kort wou voorstellen, werd hij luidkeels weggehoond. ‘Iemand riep: Pastoor, houd op met preken‘, zegt hij. ‘En dat was nog het vriendelijkste wat ik die dag gehoord heb. Denk je dat er één vraag gesteld is? Nee. Er werden alleen pleidooien gehouden om tegen te stemmen en veel tussenkomsten waren louter scheldtirades. In het Heizelpaleis zaten nochtans dezelfde mensen die een jaar geleden nog voor de leiding van Fortis applaudisseerden, en massaal instemden met onder meer de overname van ABN Amro.’
Inquisitiedemocratie
Het waren vooral advocaten, zoals Pierre Nothomb van Deminor en de tot volksheld uitgeroepen Mischaël Modrikamen, die het hoge woord voerden tijdens de vergadering. Dat was volgens Van Gerven, jarenlang zelf advocaat, allesbehalve een goede zaak. ‘Advocaten zijn gewend om pleidooien te houden en nemen dan bewust een zeer eenzijdig standpunt in’, zegt hij. ‘In de rechtszaal ontstaat er een evenwicht doordat ook de tegenpartij een advocaat heeft. Maar op de aandeelhoudersvergadering was dat niet het geval.’
‘Die aandeelhouders vinden dat hen meermaals onrecht is aangedaan’, zegt Koenraad Abts. ‘Ze hanteren een slachtofferlogica en geloven dat ze het recht hebben om alle registers open te trekken. Omdat ze zelf lijden, willen ze ook de Fortistop en de overheid leed berokkenen. Daarbij willen ze niet het kapitalistische systeem omverwerpen maar wel de poppetjes: de verantwoordelijke bestuurders en politici.’
Erg moeilijk werd het de nee-stemmers ook niet gemaakt. Om te beginnen hadden de aandeelhouders niet veel meer te verliezen, want ze waren sowieso al veel geld verloren. En dat het Chinese Ping An, met 5 procent de belangrijkste aandeelhouder van Fortis, zich tot het nee-kamp had bekend, gaf hen extra zelfvertrouwen. ‘Bovendien beweerden de Fortistop en de regering constant dat een nee-stem tot chaos zou leiden’, aldus Abts. ‘Zo werden de aandeelhouders nog maar eens gekleineerd: hun mening telde niet, ze moesten een ja-stem uitbrengen. Hoe vuriger de overheid opriep om ja te stemmen, hoe groter de neiging werd om die hoge heren een hak te zetten.’
De stemming kantelde helemaal in het voordeel van het nee-kamp toen bij het begin van de vergadering bekend werd dat er een plan op tafel lag om 125 miljoen verpande Fortisaandelen opnieuw stemrecht te geven. Volgens regeringsbronnen was Reynders de architect van dat plan en was vicegouverneur van de Nationale Bank Luc Coene, die ondertussen openlijk heeft toegegeven dat hij kandidaat is om eind deze maand gouverneur Guy Quaden op te volgen, de enige die hem daarin volmondig steunde. ‘Ik schaam me om Belg te zijn als ik zie hoe onze regering probeert om met de grofste middelen de boel te belazeren’, zei een aandeelhouder. ‘Nu stem ik zeker nee.’
Uiteindelijk stemde 49,74 procent voor de overname door BNP Paribas, waardoor er geen meerderheid werd gehaald. Het volk had gesproken. Advocaat Modrikamen beschouwde die uitkomst zelfs als een overwinning van de democratie. ‘De nee-stem betekent de triomf van de rechtsstaat en van de aandeelhouders’, zei hij. ‘Zij hebben eindelijk hun zeg kunnen doen. Het is een overwinning op alle onwettigheden die de laatste maanden zijn gebeurd.’
Dat ziet socioloog Koenraad Abts toch anders. ‘Het was een vorm van inquisitiedemocratie’, zegt hij. ‘De bestuurders zaten werkelijk op de beklaagdenbank en werden door een volkstribunaal aan de schandpaal genageld.’ Volgens zijn collega-socioloog Marc Swyngedouw (K.U.Leuven) was de aandeelhoudersvergadering zelfs een toonbeeld van wat hij utilitair individualisme noemt. ‘De aandeelhouders streefden heel egoïstisch hun eigen belangen na en hebben in wezen voor hun eigenbelang gestemd’, aldus Swyngedouw. ‘Alleen Paul Huybrechts van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs heb ik horen zeggen dat de aandeelhouders niet alleen aan zichzelf moeten denken maar ook burgers zijn die deel uitmaken van een samenleving. Bij de andere aandeelhouders die in de media van zich lieten horen, kwam dat blijkbaar niet op.’
Dat is ook waar Walter Van Gerven het meest aanstoot aan neemt. ‘Slechts 20 procent van de aandeelhouders was aanwezig’, zegt hij. ‘Dus eigenlijk had 10 procent het lot in handen van Fortis, dat zo belangrijk is voor onze economie en waar tienduizenden mensen werken. Dus kan ik alleen maar vaststellen dat er een enorm democratisch deficit was bij die algemene vergadering. Want in welke mate mogen aandeelhouders – en dan nog zo weinig aandeelhouders – over het algemeen belang beslissen?’
Terug naar mei 68
In wezen riepen de aandeelhouders op de algemene vergadering dus keihard ‘foert!’. Niet alleen naar de Fortistop maar ook tegen de federale regering. ‘De aandeelhouders zetten zich duidelijk af tegen alles wat macht vertegenwoordigt’, zegt Van Gerven. ‘Dat deed me denken aan 1968, toen ook elke vorm van gezag bestreden werd. Maar toen ging het om terechte emancipatie terwijl alles nu om eigenbelang draait: aandeelhouders, die toch moeten beseffen dat beleggen in aandelen steeds een risico is, eisen nu hun geld terug. Als de vennootschap daar niet voor kan zorgen, vinden ze dat de staat dat maar moet doen.’
In tegenstelling tot de revolte van mei 1968 komen nu ook oudere, niet onbemiddelde mensen in opstand. ‘Dat wijst erop dat we in een systeemcrisis zitten’, zegt Koenraad Abts. ‘De onzekerheid in onze maatschappij neemt op alle vlakken toe: politiek, economisch en zelfs op gezinsniveau. Mensen hebben meer en meer twijfels over de toekomst, en dat leidt tot een steeds groter onbehagen. Ook bij de middenklasse, die steeds meer onder druk komt te staan. In die omstandigheden slaat een populistisch anti-establishmentverhaal sneller aan.’
In het Fortisdossier heeft de federale regering de onzekerheid in elk geval niet kunnen wegnemen. Integendeel. De noodzakelijke ingreep om Fortis te redden, oogstte eind september 2008 nog bijval, daarna groeide het onbegrip. Zo begrepen veel mensen niet waarom de regering de bank zo snel tegen zo’n lage prijs verkocht. Destijds concludeerde econoom Koen Algoed al dat de regering-Leterme in het Fortisdossier paniekvoetbal speelde en dat het Franse BNP Paribas er met de kassa vandoor ging. De laatste weken zag hij weinig beterschap in de houding van de regering-Van Rompuy. ‘Vooral Reynders heeft in de aanloop naar de algemene vergadering steeds maar herhaald dat een nee-stem gelijk stond met chaos’, zegt Algoed. ‘Dat zijn onverantwoorde uitspraken voor een minister van Financiën, vooral als het over een financiële instelling gaat. En dat was niet voor het eerst: enkele weken geleden creëerde Reynders al een crisissfeer rond KBC. En dan lezen we ook nog eens in de krant dat zijn ministerie een puinhoop is, en dat de fiscus de geraamde ontvangsten niet haalt zodat de begroting niet klopt. Maar Reynders zelf vindt dat allemaal geen probleem. Dus vragen meer en meer mensen zich af wie hier eigenlijk nog zijn verantwoordelijkheid opneemt.’
Tijd voor rust
Sinds de aandeelhoudersvergadering is Fortis Bank dus weer in Belgische overheidshanden. Steeds meer betrokkenen pleiten nu in de eerste plaats voor rust. ‘Het zou goed zijn mocht men de gemoederen eerst wat laten bedaren’, zegt eregouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse. ‘Daarna bestaat de kans om tot een rationele oplossing te komen voor Fortis Bank.’ Zelfs Pierre Nothomb van Deminor zei vorig weekend in De Tijd: ‘Dit dossier heeft meer sereniteit nodig en minder aandacht van de media.’
De regering, en dan vooral Reynders, willen de bank zo vlug mogelijk weer van de hand doen. Anderen, onder wie econoom Paul De Grauwe, pleiten er al langer voor dat de bank tijdelijk genationaliseerd zou blijven. ‘Dat is een verdedigbaar standpunt’, zegt ook expert Walter Van Gerven. Zodra Fortis gesaneerd is en de economie weer aantrekt, zou de bank dan geprivatiseerd kunnen worden. ‘Als die dan later verkocht wordt, kan de winst deels naar de Fortisaandeelhouders en deels naar de overheid en dus de belastingbetaler gaan’, zegt Koen Algoed. ‘Mocht de regering de Fortisbank nu snel verkopen, dan houdt dat eigenlijk een bekentenis in: we kunnen het met onze regering, onze overheid, onze instellingen niet aan om een bank tijdelijk in overheidshanden te houden. Daarmee zou de regering dus haar eigen onmacht toegeven.’
DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET