Zelfs als Didier Reynders straks zichzelf niet meer zou opvolgen als minister van Financiën, moet zijn opvolger rekening houden met het Reynders-netwerk, dat in de loop der jaren het fiscale en financiële overheidsapparaat bijna volledig is gaan bezetten.
Of het Verhofstadt I, II of III was, Leterme I of II of Van Rom- puy I, in zes opeenvolgende kabi-netten, en twaalf onafgebroken jaren lang, was Didier Reynders incontournable als minister van Financiën. Vandaag ligt hij onder vuur, zowel van de oppositie als van zijn toekomstige coalitie- partners. Het moet van Open VLD’er Marc Verwilghen op Justitie (1999-2003) geleden zijn dat de roep zo algemeen is dat een aftredend minister zichzelf niet meer zou mogen opvolgen. Reynders reageert op die oproep zoals alleen hij dat kan: nonchalant en onverstoord. Hij vindt dat hij het voortreffelijk heeft gedaan op Financiën, dus waarom zou hij zichzelf niet kunnen opvolgen? Hij heeft er nog altijd zin in. Zegt hij toch.
Nu is het niet echt de gewoonte dat er bij een regeringsvorming veel veto’s worden uitgesproken tegen politicus x of y. In 2003 had de PS problemen met Frank Vandenbroucke op Sociale Zaken. Di Rupo stelde geen veto tegen de Vlaamse socialist, hij claimde het departement voor een partijgenoot (Rudy Demotte), Vandenbroucke verhuisde naar Arbeid, en een jaar later naar de Vlaamse regering. En belangrijk: Di Rupo heeft nooit in de kranten geroepen dat hij van Vandenbroucke af wilde, want dan was die wissel ‘een issue’ geweest, en dat had zijn SP.A-collega Steve Stevaert in de problemen gebracht.
Bij Reynders wordt wél van de daken geroepen dat men van hem af wil. Ecolo en Groen! roepen dat een nieuwe regering met Reynders op Financiën gedoemd is om het oude beleid voort te zetten. SP.A’ers als John Crombez onderschrijven die gedachte en zeggen dat ook. Niet dat ze Financiën voor een socialist opeisen, maar iedereen is beter dan Reynders. En als voorzitter Charles Michel zich echt wil opwerpen als de sterke man van de MR moet dat straks ook zijn weerspiegeling krijgen in de pikorde binnen de regering. En dan zou het ook binnen de MR welkom zijn dat Didier Reynders een stap terug zet. Behalve natuurlijk als de verwijdering van Reynders uitgelegd zal worden als ‘Charles Michel buigt voor een dictaat van de groenen en de Vlaamse socialisten’ – dan is die wissel geen bewijs van sterkte van Michel, maar van zwakte.
Hoe het ook zal lopen, het zal voor elke nieuwe minister van Financiën een illusie zijn te denken dat het beleid zomaar bij te stellen valt, laat staan te veranderen. De reden: zware koerswijzigingen, bovendien op korte termijn, zijn alleen maar door te voeren als de topambtenaren meewillen. Op Financiën kan elke minister slechts vaststellen: Reynders zond zijn zonen uit. Twaalf jaar lang versleet hij een plejade aan kabinetschefs (elf in totaal) en adjunct-kabinetschefs. Bij sommigen duurde de passage op het kabinet maar een paar maanden, en toch kwamen ze bijna allemaal op sleutelfuncties terecht: in de administratie, in parastatalen en overheidsbedrijven, in internationale organisaties, aan universiteiten en in privéfirma’s. Het is een fijnmazig netwerk, goed voor informatie, contacten en het uitoefenen van invloed. En dus van macht.
Peter Praet
Toen Reynders in de zomer van 1999 minister van Financiën werd, realiseerde hij een ’toptransfer’ toen hij Peter Praet aantrok als kabinetschef. ULB-hoogleraar Praet was toen een veelgehoorde stem in het publieke debat, als hoofdeconoom van eerst de Generale Bank, later van Fortis. Een goed jaar later, in oktober 2000, was Praet de eerste belangrijke kabinetschef die Verhofstadt I verliet. Hij werd directeur bij de Nationale Bank, en belandde in 2011 op de functie die hij écht ambieerde: directeur bij de Europese Centrale Bank. Hij had en heeft zitting in allerlei nationale en internationale organisaties, zoals de Bank voor Internationale Be-talingen en de European Bank Authority.
Jean-Claude Laes
In oktober 2000 promoveerde adjunct-kabinetschef Laes tot de nieuwe kabinetschef. Toen Luc Van den Bossche in 2002 in het kader van de Copernicushervorming de eerste lichting topambtenaren van de vernieuwde ambtenarij voorstelde, tekende ook Laes present, als eerste ‘voorzitter van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën’. Daar liep en loopt sindsdien veel in het honderd. Zo werd de reorganisatie van de fiscale administratie in 2002 door de Raad van State vernietigd als gevolg van een oude klacht… van Laes zelf. Ook zijn eigen benoeming werd vernietigd. Waarna een nieuwe selectie werd uitgeschreven, die op haar beurt gecontesteerd werd door zowat alle deelnemers eraan, Laes incluis. Slepende na-ijver met de nummer twee op Financiën, PS’er Jean-Marc Delporte, had die administratie intussen jarenlang verlamd en slecht doen werken. Personeels- en infrastructuurproblemen, een ‘rekenfout’ van 800 miljoen euro, het passeerde allemaal. Intussen werd Hans D’Hondt de nieuwe topman op Financiën, en werd Laes zoet gehouden met een (riant betaalde) uitbolloopbaan als ‘hoofd van de waarnemingspost voor de gewestelijke fiscaliteit’.
Jean-Paul Servais
Laes werd opgevolgd door een andere adjunct-kabinetschef, Jean-Paul Servais. Servais, die diploma’s economie en rechten behaalde, had voordien zijn sporen al verdiend, zowel bij de Europese Commissie als de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), waar hij zich ontpopte tot de dynamische secretaris van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen. Ook als kabinetschef toonde hij dadendrang. Zo coördineerde Servais tijdens het Europese voorzitterschap van België in 2001 (strengere) Europese antiwitwasregels. Als kabinetschef zat hij al in de directie van de CBFA. In maart 2007 werd hij fulltime voorzitter van dat organisme (dat nu Financial Services and Markets Authority of FSMA heet. Gezien zijn voorgeschiedenis was Servais niet ingenomen met persberichten die zijn aanstelling afdeden als de zoveelste ‘politieke benoeming’.
Philippe Jacquij
Jacquij, een hoofdinspecteur en diensthoofd bij de administratie van Financiën, begon in 1999 als adviseur bij Reynders, promoveerde dan tot kabinetschef van fraudecommissaris Alain Zenner. In januari 2003 werd hij kabinetschef van Didier Reynders zelf. Al in april 2003, dus kort voor de verkiezingen dat jaar, werd hij aangesteld tot directeur van de cruciale afdeling ‘administratie grote ondernemingen’.
Koen Van Loo
Open VLD’er Van Loo werkte sinds 1999 op het kabinet-Reynders, waar hij opklom tot kabinetschef. Tijdens Verhofstadt I was Van Loo een van de architecten van de paars-groene fiscale hervorming. Nadien was hij de man van de eenmalige bevrijdende aangifte en bovenal van de notionele-interestaftrek. In 2006 werd hij gedelegeerd bestuurder van de nieuw opgerichte Federale Par-ticipatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Die overkoepelt de participaties en investeringen van de federale overheid, onder meer in De Post, de Nationale Loterij, en SN Air Holding.
Frank Philipsen
Philipsen was adjunct-kabinetschef bij Alain Zenner, de regeringscommissaris die toegevoegd was aan Didier Reynders, en bij Hervé Jamar (MR), tijdens Verhofstadt II de staatssecretaris voor de Modernisering van Financiën en de Strijd tegen de Fiscale Fraude. In 2005 werd Frank Philipsen het hoofd van de Bijzondere Belastinginspectie. Ook na de hervorming van het ministerie bleef hij op post, zij het nu als directeur van de afdeling fraudebestrijding.
Bruno Colmant
In november 2006 was Bruno Colmant de opvolger van Koen Van Loo als kabinetschef. Colmant is een fervent voorstander van ‘meer bruggen tussen de politiek en het bedrijfsleven’, en hij zet dat ideaal met vlijt in de praktijk om. Voor hij kabinetschef werd, was hij al gedelegeerd bestuurder geweest van ING-België. In 2007 verliet Pierre Colmant het kabinet om voorzitter te worden bij de Beurs van Brussel en lid van het directiecomité van NYSE Euronext. Toen hij een paar jaar later de beurs verliet, deed hij zichzelf uitgeleide met een cynisme dat zo herkenbaar is voor veel Reynders-boys: ‘Laten we eerlijk zijn, Euronext Brussel is nu al een marginale beurs.’ Vervolgens was hij vice-ceo bij Ageas (ex-Fortis), om zich inmiddels ’te concentreren’ op zijn academische carrière. Die voerde hem onder meer naar de UCL, de Vlerickschool, de Solvay Business School en de universiteiten van Luxemburg en Genève. Hij was/is lid van de Hoge Raad van Financiën en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
Luc Cassiman
Cassiman was auditeur-generaal van Financiën en docent aan de Fiscale Hogeschool. In 2003 promoveerde hij bij Reynders van adviseur tot ‘directeur van de fiscale cel’, een rang die voorheen ‘adjunct-kabinetschef’ heette. Cassiman verving in 2007 Colmant als kabinetschef Financiën, al maakte hij van meet af aan duidelijk dat hij dat als een tijdelijke job zag. Bij de oranje-blauwe onderhandelingen op Hertoginnedal dat jaar, die uiteindelijk niet resulteerden in een eerste kabinet-Leterme, was Cassiman de centrale man in de ontmoetingen met de sociaaleconomische partners. Nadat Pierre Wunsch hem opvolgde als kabinetschef werd hij opnieuw hoofd van de fiscale cel. Cassiman is intussen gepensioneerd. Als waardering voor zijn loopbaan kreeg hij in 2010 de ‘Taxman’, in de sector van fiscalisten een belangrijke trofee.
Xavier De Cuyper
De Cuyper, voormalig hoofd van het Voedselagentschap, was kabinetschef geweest van Jaak Gabriels (Open VLD) en Louis Michel (MR). Toen Reynders die laatste in 2004 verving als vicepremier, kwam De Cuyper terecht bij Didier Reynders, waar hij kabinetschef Algemeen Beleid werd. Net zoals Van Loo stapte hij kort voor de verkiezingen die het einde van Paars zouden inluiden over naar de overheid. In februari 2007 werd Xavier De Cuyper administrateur-generaal van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Dat is hij nog altijd.
Pierre Wunsch
Toen Luc Cassiman in 2009 met pensioen ging, zocht Reynders naar een andere sterkhouder. Hij ging UCL-docent Pierre Wunsch halen bij Suez-Electrabel. Wunsch had al ervaring opgedaan als (adjunct)-kabinetschef van Alain Zenner en van staatssecretaris Eric André. Begin 2011 verliet hij al het kabinet. Wunsch werd benoemd tot directeur bij de Nationale Bank, waar hij Peter Praet opvolgde, een van zijn verre voorgangers bij Reynders. Tijdens de bankencrisis onderhandelde Wunsch mee de deals over Fortis en Dexia, operaties die hij nu vanuit de Nationale Bank (in het nieuwe Twin Peaksmodel de regulator) op zijn merites en tekorten moet beoordelen.
Olivier Henin
Henin was al werkzaam op het kabinet toen hij na het vertrek van De Cuyper doorschoof naar de functie van kabinetschef Algemeen Beleid. Hij staat bekend als de echte sterke man van het kabinet. Henin zit in de raad van bestuur van The Brussels Airport Company en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.
Rudy Volders
Na het vertrek van Wunsch naar de Nationale Bank is Volders sinds enkele maanden Reynders’ nieuwste kabinetschef. Hij heeft een lange staat van dienst op MR-kabinetten. Volders werd voor het eerst kabinetschef bij Hervé Jamar in 2005. Hij volgde toen Frank Philipsen op, die naar de BBI ging. Hij bleef ook kabinetschef toen Bernard Clerfayt in 2008 Jamar opvolgde. In 2009 vroeg Reynders hem om de intussen gepensioneerde Luc Cassiman te vervangen als ‘directeur fiscale cel’. Om nu te promoveren tot kabinetschef. Reynders’ laatste?
DOOR WALTER PAULI