Hoe reageren de werkgevers en de vakbonden op de verkiezingsoverwinning van extreem-rechts, en wat zien zij als de belangrijkste opdrachten voor de nieuwe Vlaamse regering? We vroegen het aan Pieter Timmermans van het VBO en Gilbert De Swert van het ACV. ‘Van een regering met het blok zou Vlaanderen nog jaren de littekens dragen.’
Donderdagochtend, het radionieuws. Met enig misprijzen in de stem leest de nieuwslezer dat informateur Yves Leterme (CD&V) een gesprek heeft aangekondigd met de kopstukken van het Vlaams Blok. Enkele uren later is het onderwerp een thema in een vergaderzaal op het hoofdkwartier van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Rond een tafeltje zitten directeur-generaal Pieter Timmermans van het VBO en Gilbert De Swert, hoofd van de studiedienst van de christelijke vakbond ACV, in een verhit debat verwikkeld. Niet over een nieuwe ronde in het sociaal overleg, maar over de verkiezingsuitslag die in het hele middenveld als een mokerslag is aangekomen. ‘Dat het Blok vooruitging, heeft me nauwelijks verwonderd’, zegt Pieter Timmermans. ‘De peilingen hadden dat voorspeld en eigenlijk voelden we het zó aankomen. Maar dat de partij van 22 naar 32 zetels in het Vlaams parlement zou gaan, had ik nooit durven vrezen.’
‘Vroeger,’ pikt Gilbert De Swert in, ‘spraken we altijd over de tweederdenmaatschappij, omdat we vonden dat beleidsvoerders systematisch een derde van de bevolking over het hoofd zagen. We huiverden alleen al bij die gedachte. Maar nu brengt de nieuwe politieke realiteit ons vervaarlijk dicht bij een driekwartsamenleving. Ik wil het Vlaams Blok echt niet aan de macht, maar die evolutie is wel een kwalijke zaak. (Bezorgd) Ik wil dat politici de komende maanden onderzoeken hoe het zover is kunnen komen. Ik wil wéten waar die tien nieuwe zetels van het Blok vandaan komen, welke stemmers waar zijn weggelopen en waarom. Want dat zijn de gegevens waarop het nieuwe beleid zich moet afstemmen.’
Kunnen we het antwoord op die vragen al niet een beetje voorspellen?
PIETER TIMMERMANS: Ik vrees het, ja. De hooglopende interne discussies en de vele ministerwissels hebben de regering stemmen gekost. Haar schrijnende onmacht om op bepaalde vragen een afdoend antwoord te formuleren ook. De verkiezingen van 2004 gingen ook nérgens over, hè, en dat is de zittende macht fataal geworden. In 1994, toen het verkiezingsthema sociale zekerheid was, wonnen de socialisten die zich daarop hadden geprofileerd. En in 1999, toen de dioxinecrisis woedde, wonnen de liberalen en de groenen omdat ze campagne voerden rond voedselveiligheid. In 2004 gingen de debatten niet over een beleid, maar over de vuilniskar die op een dag géén huisvuil was komen ophalen.
U zegt eigenlijk: de regering is niet afgerekend op haar beleid, ze heeft zichzelf gewoon heel slecht verkocht. Heeft een campagne paars-groen de kop gekost?
GILBERT DE SWERT: (Pikt gebeten in) Maar nee! Er was juist te veel campagne, en helemaal geen beleid. Ik heb scheidend minister-president Bart Somers (VLD) in Herentals weten oreren over de aantrekkende economie en over de fantastische verwezenlijkingen onder zijn bewind. Nota bene amper enkele dagen nadat koekjesfabrikant Jacobs Suchard in Herentals (de roepnaam van Kraft Foods, waarvan Jacobs Suchard de hoofdaandeelhouder is, nvdr) 350 ontslagen had aangekondigd. Zo’n flater was tekenend voor paars-groen: vijf jaar lang hebben we de ene na de andere belofte gehoord, maar in het beste geval werd een heel klein deeltje van de mooie woorden ook in daden omgezet.
Gaat u alstublieft verder.
DE SWERT: Voorbeelden zat, hoor. Neem nu de verhoogde uitkeringen die op de sociale top in Raversijde aan de invaliden waren beloofd, maar achteraf enkel voor de nieuwe invaliden bleken te gelden. En wat met die nochtans met veel vertoon aangekondigde belastingverlaging, die uiteindelijk pas in 2006 zal ingaan? Luc Huyse zei aan het begin van paars-groen dat we weermannen nodig hadden in plaats van loodgieters. Helaas hebben we enkel goedweermannen gekregen.
TIMMERMANS: Excuseer, maar daarin ben ik het niet met je eens. Vergeet toch niet dat we sinds 1999 minder personenbelasting betalen, en dat ook de vennootschapsbelasting is verlaagd. Vergeet ook niet dat de regering in 2003, ter gelegenheid van de Vlaamse werkgelegenheidsconferentie, talloze maatregelen heeft genomen die onze economie op korte termijn ten goede zullen komen (Timmermans verwijst onder andere impliciet naar de belastingverlaging voor de hogere lonen, een stokpaardje van het VBO, nvdr). Die maatregelen waren weliswaar niet de inzet van deze verkiezingen, maar het zou zonde zijn om álle verwezenlijkingen van paars-groen overboord te gooien.
DE SWERT: Verwezenlijkingen? Laat me niet lachen. Zoals het creativiteitsbeleid van Vlaams minister van Economie Patricia Ceysens (VLD) zeker? Weet jij wat ze daarmee bedoelt, met (geaffecteerd) creativiteit?
TIMMERMANS: Je kunt dat wel een vaag begrip vinden, ja. Vakbonden vergeten wel eens dat niet alles te vatten valt in tastbare maatregelen. Wie de economie wil aanzwengelen, moet ook een klimaat voor ondernemers creëren. En dat heeft met tastbare maatregelen te maken, maar nog veel meer met de sfeer in de maatschappij. Om die sfeer te creëren, moet een overheid algemene campagnes voeren. Zo’n campagne is écht geen lege doos.
DE SWERT: (sarcastisch) Allez, laten we zeggen: er is een echt vuur om de lucht boven te bakken .
U stelt het voor alsof de kiezer op 13 juni met paars-groen heeft afgerekend. Gelooft u dat echt? Ons leek het eerder alsof de traditionele partijen de rekening hebben betaald voor hun gekibbel op het federale niveau.
TIMMERMANS: (Knikt) Dat is helaas de Belgische realiteit. Elke verkiezing in België is per definitie een test voor alle andere politieke niveaus. Dat was gisteren zo, maar dat zal ook vandaag of morgen het geval zijn. Ik geef het u op een briefje: de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 zullen onherroepelijk uitdraaien op een populariteitspoll voor de federale verkiezingen van 2007.
DE SWERT: In een federale staat straalt het ene niveau op het andere af, dat is niet te vermijden. In elk van de zestien Duitse Länder zijn regionale verkiezingen altijd weer een test voor het regime van Gerhard Schröder (SPD). Idem dito in Spanje, of in Canada, of in elk federaal staatsbestel in de wereld. Maar België is erger: hier is het onderscheid tussen de regeringen nauwelijks nog te maken, want dezelfde kopstukken duiken elke keer opnieuw op álle niveaus op.
TIMMERMANS: Vorig jaar wilde iedereen naar het federale parlement, dit jaar waren zowat alle federale ministers lijsttrekker van een Vlaamse of Europese lijst. Dat is ronduit absurd. Niemand weet nog wie waarvoor staat. Alleen al voor de transparantie zouden verkiezingen moeten samenvallen. Volgens mij zou dat trouwens een positief effect op de uitslag hebben. Ik was vorige zondag bijzitter in een stembureau: van sommige gezichten kon je zo het ongenoegen over alwéér een verkiezing aflezen. En dat slag mensen stemt dan op het Blok, gewoon uit protest.
Het Blok behaalde op 13 juni 980.000 stemmen. Sommige mensen vrezen nu al dat de partij alleen te stoppen valt door ze in de regering te droppen. Dan wordt de partij vanzelf ontmaskerd, zeggen ze, zoals met LPF in Nederland en FPÖ in Oostenrijk is gebeurd. Gelooft u in dat scenario?
DE SWERT: (Kortaf) Nee. De FPÖ en de LPF implodeerden respectievelijk na de val van Jörg Haider of de dood van Pim Fortuyn. Ik geloof niet in zo’n implosie bij het Vlaams Blok. Het Blok draait niet op één charismatische figuur, maar op een handvol mensen die de extremistische ideeën uitdragen. Het zou zelfs averechts werken, omdat het Blok bij een regeringsdeelname zijn mannetjes zou kunnen posteren in allerlei raden, instellingen en administraties. Vlaanderen zou er nog jaren de littekens van dragen.
TIMMERMANS: (Knikt stilzwijgend)
Geen Vlaams Blok in de Vlaamse regering dus, daar bent u het alvast over eens. Blijft de vraag: wat moet informateur Yves Leterme dan wel doen?
DE SWERT: Veel keuze heeft hij niet, hè, zeker niet op het Vlaamse niveau. Een regering met drie partijen is de enige oplossing, zelfs al hangt daar een gigantisch risico aan vast. Als de drie meerderheidspartijen bij de volgende Vlaamse verkiezingen wéér de rekening gepresenteerd krijgen, triomfeert namelijk nog maar eens het Blok. (Bedachtzaam) Juist daarom is het misschien wel een goede zaak dat de federale regering anders is samengesteld dan de Vlaamse. Zo is er tenminste nog op één niveau een oppositie met meer dan één sterke partij.
Wilt u CD&V dan niet in de federale regering zien inbreken?
DE SWERT: Als ik Yves Leterme was, zou ik dat zeker niet proberen. Ik vind het misplaatst masochisme: de federale regering staat voor een aartsmoeilijke opdracht met de situatie van de overheidsfinanciën, de discussie over de eindeloopbaan en de volgende ronde in de staatshervorming. De CD&V kan beter vanaf de zijlijn toekijken. Dan kan ze zich vanuit de oppositie als redelijk alternatief profileren, als het verkeerd zou lopen.
Ook de Vlaamse regeringsvorming wordt een moeilijke opgave. Ongetwijfeld zullen de drie politieke families heel veel water in de wijn moeten doen. Kan een regering met drie partijen in Vlaanderen wel wérken?
DE SWERT: Zo’n regering verzamelt op één na alle klassieke tegenstellingen van onze maatschappij: arbeid en kapitaal, de levensbeschouwelijke uitersten, zelfs de traditionele en modernistische maatschappijvisie waar Mark Elchardus het altijd over heeft. Dan is het misschien moeilijk om eenstemmig te klinken, maar er kunnen wel ingrijpende keuzes over de toekomst van Vlaanderen worden gemaakt. Alleen mogen de coalitiepartners zich niet vastklampen aan de enige breuklijn die hen nog bindt: die van de Vlaams-Waalse tegenstellingen. Dat zou voor niemand goed zijn. Niet voor Vlaanderen, niet voor België, en al helemaal niet voor zijn overheidsfinanciën.
TIMMERMANS: (Knikt instemmend) Het laatste wat we nu nodig hebben, is nog meer communautair gehakketak. Als de discussie rond de splitsing van het arrondissement Halle-Vilvoorde de politiek maandenlang lamlegt, zullen de kiezers dat niet in dank afnemen. De mensen liggen wakker van hun job, van hun sociale zekerheid, van goed onderwijs. Zij verwachten een efficiënte overheid en goede afspraken tussen het federale en het regionale niveau. Daar moet een Vlaamse regering werk van maken. Vijf jaar lang. Het wordt namelijk tijd dat de politici beginnen te beseffen dat de Vlaamse regering een legislatuurregering is. Zo’n zittingsperiode duurt vijf jaar, dus hebben de ministers vier volle jaren om keihard te werken vooraleer ze ten prooi vallen aan de ongebreidelde profileringsdrang van sommige partijen en personen.
Stel dat er gauw een Vlaamse regering komt, wat moet er dan in haar regeerprogramma staan?
TIMMERMANS: Om het economische draagvlak te versterken, moeten de belastingen verder naar beneden. Anders verliezen we nog meer bedrijven en kúnnen we op termijn geen sociaal-economisch beleid meer voeren. Verder wil ik dat de Vlaamse regering een einde maakt aan haar regelneverij: 330 nieuwe milieureglementeringen in 2002 en 2003, dat is voor iedereen van het goede te veel.
DE SWERT: Ik vind ook dat we ons economisch draagvlak moeten versterken, maar niet door een algemene belasting- en lastenverlaging. Ik wil een overheid die gericht investeert in onderzoek en ontwikkeling, die werkgelegenheid schept met permanente vorming. En ik wil een regering die de sociale samenhang bevordert met investeringen in huisvesting en zorg.
TIMMERMANS: Niet zo snel, Gilbert. Voor je de taart kunt opsnijden, moet je haar bakken. Zonder een sterke economie zijn er geen investeringen in zorg mogelijk: de overheid financiert per definitie de zorgsector, en de overheid haalt haar geld bij de bedrijven en de consumenten. Je hebt dus een sterke profitsector nodig vóór je de non-profit kunt voeden. En op dat vlak gaat het in België al jaren de verkeerde kant uit. Van 1960 tot vandaag is de belastingdruk verdubbeld: van 25 naar 50 procent…
DE SWERT: … en dat heeft ons welvaart gebracht, Pieter. De werknemers van de zorgsector zijn óók consumenten, dus ook zij maken de bedrijven rijker.
TIMMERMANS: (Verbaasd) Dat is pas een perverse redenering. Moeten bedrijven dan hun eigen omzet subsidiëren? Misschien is die hersenkronkel nog net vol te houden als de belastingvoet rond de tien procent schommelt, maar voor een land met de hoogste belastingvoet van heel Europa is ze ronduit absurd. De nadelen van de belastingen en de reglementeerdrift zijn groter dan de voordelen ervan. We mogen niet weer de fout van de jaren zeventig maken. Toen gingen we ervan uit dat de staatsschuld er vanzelf gekomen was, en dat hij ook wel vanzelf weer zou verdwijnen. Maar de werkende bevolking betaalt altijd de rekening, hè.
Als we de belastingdruk almaar blijven verhogen, gaan steeds meer mensen andere uitwegen zoeken en knallen we vroeg of laat onherroepelijk met ons hoofd tegen de muur. Politici moeten maar eens de moed hebben om te zeggen dat we onze welvaart niet op het huidige peil kunnen behouden als we niet bijsturen.
DE SWERT: Jouw katholieke moraal speelt je parten, Pieter: je vindt dat we eerst moeten boeten voor we iets kunnen uitgeven. (lacht) Ik krijg sterk de indruk dat besparen in België een cyclisch gegeven is. Zo eens om de tien jaar moet er fors gesnoeid worden in alle voorzieningen – in de jaren tachtig was het om de concurrentiekracht te herstellen, in de jaren negentig omdat we de Maastrichtnorm moesten halen, nu omdat we anders de pensioenen niet meer kunnen betalen. Maar zodra die doelstellingen zijn bereikt, komt er een nieuwe regering die drie extra gaatjes in haar broeksriem duwt en met gulle hand cadeautjes in het rond strooit tot de begroting weer uit evenwicht is.
TIMMERMANS: (Schudt heftig neen) Maar dat heeft niks met cycli te maken! Het is gewoon de hoogste tijd om iets aan de belastingdruk te doen. Laatst hoorde ik een bedrijfsleider vertellen hoe hij een contract was kwijtgeraakt in Tsjechië, omdat ze ginds tegen een veel lagere prijs een product maken van exact dezelfde kwaliteit. Conclusie: onze economie moet niet meer enkel op prijs concurreren, maar ook op productiviteit en kwaliteit, twee domeinen waarop we tot voor kort nog in het voordeel waren. Als we niet snel een fundamentele oplossing vinden voor dat probleem, zullen China en Oost-Europa ons nog rechts inhalen.
DE SWERT: Je hebt gelijk, maar denk je echt dat een algemene belastingverlaging een zaligmakende oplossing is voor dat probleem? Nee hoor, want je boomt er alleen maar mee door op het thema van de loonkosten, en die strijd kunnen we voorlopig toch niet winnen. Vlaanderen moet hier het verschil maken met gerichte investeringen in onderzoek en ontwikkeling, bij voorkeur zonder zijn budgetten te versnipperen.
TIMMERMANS: De overheid moet dan wel duidelijke keuzes maken: we kunnen niet alles een beetje doen. We moeten marktleider willen worden in enkele afgelijnde deeldomeinen. Milieu- en watertechnologie, bijvoorbeeld, maar ook biotechnologie zijn altijd al sterke punten van de Belgische bedrijven geweest. Laten we ze uitbouwen tot competentiecentra van wereldklasse, en onze technologie naar alle hoeken van de wereld exporteren.
DE SWERT: Stel dat Lernout & Hauspie niet was uitgedraaid op commercieel boerenbedrog, dan hadden we daar toch een prachtig verhaal van economische ontwikkeling gehad?
Wat een ontroerende eensgezindheid. Zult u elkaar ook ergens onderweg kunnen vinden wanneer het over een belastingvermindering gaat?
DE SWERT: (lacht) Het probleem is niet zozeer dat wij minder belastingen moeten betalen. Nee, China en Oost-Europa moeten er méér betalen. Ik spiegel me in deze discussie nog het liefst aan Zweden, waar de belastingdruk zelfs hoger is dan hier. Toegegeven, Zweden heft zijn belastingen minder eenzijdig op arbeid, en het hoeft ook geen communautaire tegenstellingen weg te kopen om het land bij elkaar te houden. Maar het valt me toch op dat de Zweden het dubbele van de Belgen investeren in onderzoek en ontwikkeling. Kennelijk geeft de zware belastingdruk in het noorden geen noemenswaardige problemen.
TIMMERMANS: (Met gespeelde verbazing) Als een hoge belastingdruk dan toch geen probleem is, laten we hem dan maar verder verhogen, dan komt alles in orde. Die redenering houdt geen steek, hè Gilbert. De jongste veertig jaar is het voor bedrijven moeilijker en moeilijker geworden om mensen aan de slag te houden, laat staan om nieuwe jobs te creëren. Met huizenhoge loonkosten verplicht je bedrijfsleiders namelijk om steeds meer mensen door machines te vervangen, en dan gaan er natuurlijk jobs verloren.
Overigens: ook het Zweedse voorbeeld is minder rooskleurig dan je beweert. Tegenover de Zweedse rechten staan ook heel veel plichten, weet je. Wij proberen nu pas enige controle op de werklozen in te voeren, in Zweden bestaat die responsabilisering al jaren. Idem voor de sociale voorzieningen: Zweden heeft niet die wildgroei van loopbaanonderbrekingen waar onze bedrijven mee worstelen, en de pensioenen zijn er afhankelijk van de levensverwachting – wie vroeger met pensioen gaat, weet dat hij dan minder maandgeld zal krijgen. (Kijkt nadrukkelijk in onze richting) Gilbert is een typische Belgische vakbondsman: hij kiest de beste voorbeelden van sociale voorzieningen uit alle landen, en hangt voortdurend nieuwe wagonnetjes aan ons systeem. Maar zo maak je het op termijn onbetaalbaar en onbeheersbaar.
DE SWERT: (Knikt) Responsabilisering moet van twee kanten komen. Zweden heeft een deel van zijn lasten weggekocht door voor zijn werklozen jobs te creëren in de gezondheidszorg. Fantastisch systeem, maar je houdt het niet draaiende met controles alleen. Je moet ook opleidingen organiseren, en aan het einde van de opleiding moet er een job op je wachten. Dat is het verschil: in Zweden krijgt een werkloze een opleiding en een job; in België geeft de RVA hem in het beste geval een beetje goede raad. Precies daarom zou ik het Belgische systeem altijd met het Zweedse willen ruilen.
Door Frank Demets
‘Besparen in België is een cyclisch gegeven: zo eens om de tien jaar moet er fors gesnoeid worden in alle voorzieningen.’ (Gilbert De Swert)