– Peshmerga en hoofd van de veiligheidsdienst in Sinjar. Steunt de regering-Barzani.

‘De meeste explosieven die de IS in de stad achterliet, zijn inmiddels opgeruimd. De hoeveelheid bommen is enorm, ik vermoed een paar honderd ton. Het kost tijd om dat allemaal op te ruimen, maar we komen er wel. Veel bewoners durven nog niet terug te keren omdat ze bang zijn voor wraakacties van de IS. De tweede avond na de bevrijding kwamen de terroristen met twee bomauto’s en vier zelfmoordterroristen richting Sinjar. Maar ze werden al snel vanuit de lucht beschoten, ze worden scherp in het oog gehouden.

‘We hebben 150 vierkante kilometer rond Sinjar heroverd op de jihadisten, dat is een behoorlijke bufferzone. Ze zullen geen voet meer zetten in Sinjar, geloof me. De Islamitische Staat is nooit zo sterk geweest als hij heeft doen uitschijnen. Hun grootste kracht was blufpoker. Dat heeft lange tijd gewerkt. Veel Peshmergasoldaten waren doodsbang voor de IS. Maar van het onverschrokken imago van de terroristen blijft niets over. Ze zijn niet onoverwinnelijk, integendeel, ze lijden zware verliezen. De verovering van Sinjar is een slag in hun gezicht. Ze moeten zich opvreten van nijd. Het kalifaat is in tweeën gebroken. Nu de IS de Snelweg 47 van Mosul naar Raqqa niet meer kan gebruiken (de weg loopt langs Sinjar, nvdr) zitten de jihadisten met een groot probleem qua bevoorrading.

‘Waarom waren er nog maar hooguit vierhonderd strijders in Sinjar, vragen velen zich af. Het antwoord is simpel: omdat ze niet meer manschappen hadden. Ze wisten dat ze niet tegen ons op konden, daarom vluchtten de meesten weg. De enkeling die zich nog verzette, maakte geen schijn van kans. Dat de herovering zo makkelijk zou gaan, was een verrassing. Wij hadden nog altijd twintig procent van de stad in handen. Er werd dagelijks gevochten met de IS, maar dat stelde niet veel voor. De boel lag eigenlijk stil. We verkeerden in de veronderstelling dat het dit keer tot een forse krachtmeting zou komen. Met de gedachte aan Kobani in ons achterhoofd zijn we eraan begonnen. Daar duurde het maanden. Toen we vanaf de berg naar beneden kwamen, verwachtten we een reeks mortieraanvallen vanuit de stad. Maar er gebeurde niets. Op een aantal plaatsen kregen we bijstand van de PKK, in andere wijken hebben we het zelf geklaard. We waren het liefst verder getrokken naar Baaj (door de IS bezette stad in het zuiden, nvdr) als we daar toestemming voor hadden gekregen. Nu wachten we af op de volgende orders. Na de overwinning is de motivatie groot, we willen verder.’

De regering van het kalifaat

‘Via de inlichtingendiensten kennen we zowat alle namen van de strijders die nog in de stad zaten. Zelf hebben we ook heel wat informatie gevonden die de IS achterliet. Ik heb stapels identiteitskaarten van IS-rekruten. Afkomstig van de ‘regering van het kalifaat’. De formulieren bevatten namen, woonplaatsen en functies van de strijders. Ik heb ook hun pasfoto’s. De Iraakse rekruten komen bijna allemaal uit Mosul en Tal Afar. Al hun gegevens worden opgeslagen. Zodat ze in de toekomst te traceren zijn. De stapel buitenlandse identiteitsbewijzen is even groot. Er zaten onder andere Duitsers bij, Russen, Tsjetsjenen en Tadzjieken. De gegevens van de buitenlandse strijders zijn doorgegeven aan de inlichtingendiensten van de betreffende landen.

‘De volgende stap is de bevrijding van Tal Afar, de stad ligt tussen Sinjar en Mosul. Daarna ligt de weg open naar Mosul. Door de aanslagen in Frankrijk, hoe vreselijk ze ook zijn, is Europa wakker geschud. Wij kunnen dat alleen maar toejuichen. Hoe meer hulp we krijgen, hoe beter.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise