Luc Vandergoten leidt een ICT-consultancybedrijf voor de financiële sector. Hij was nauw betrokken bij de Indiase avonturen van KBC. ‘Te veel IT’ers blijven te lang in dezelfde routine hangen. Dan moet je niet verbaasd zijn als je weinig kansen krijgt.’
Vandergoten, general manager bij Contrast Consulting, is een van de Belgische pioniers in ICT-delokalisering. Zijn allereerste project zette hij eind jaren tachtig bij chemiereus DuPont op. Internet of e-mail bestonden nog niet, alles moest via de post worden uitgewisseld. Het project strandde toen bleek dat de respectieve mainframes niet compatibel waren. Na een periode bij Real Software begon hij zijn eigen ICT-consultancybedrijf.
Waarom zit ICT delokaliseren in de lift?
LUC VANDERGOTEN: Omdat het een noodzaak is. Er zijn gewoon onvoldoende inzetbare IT’ers. Probeer in België maar eens tien Java-ontwikkelaars te vinden. Onmogelijk. In India heb je dat in twee dagen voor mekaar.
Intussen groeit de pool van oudere IT’ers die bij de vele herstructeringen hun baan hebben verloren. Ze raken nog moeilijk aan de bak, volgens de vakbonden omdat werkgevers niet in veertigplussers willen investeren.
VANDERGOTEN: Omdat ICT zo snel evolueert, is permanente bijscholing een noodzaak. Maar al te veel IT’ers blijven vijftien jaar in dezelfde routine hangen. Dan moet je niet verbaasd zijn als je weinig kansen krijgt. Is dat de verantwoordelijkheid van de werkgevers? De inspanningen moeten van beide kanten komen.
Is het niet gewoon een plat kostenverhaal, zoals bij industriële delokalisering?
VANDERGOTEN: ICT outsourcen is niet per se goedkoper. Er komt heel veel overhead bij kijken, zoals de reiskosten.Voor kleine bedrijven heeft het weinig zin, en zelfs grote spelers kunnen maar beter twee keer nadenken voor ze eraan beginnen. Een van mijn vuistregels: delokaliseer alleen wat je zelf goed kunt. ICT-problemen delokaliseren is vragen om nóg grotere problemen.
Delokaliseren vraagt kennisoverdracht door Belgische IT’ers. Een lastige oefening?
VANDERGOTEN: Het is niet populair, daar moeten we niet flauw over doen. Het gebeurt weleens dat Belgische IT’ers een deel van hun kennis moedwillig achterhouden. Uit frustratie, of om het ongelijk van hun management te bewijzen.
We hebben huiververhalen genoteerd over communicatieproblemen, vooral met Indiase IT’ers. Klinkt u dat vertrouwd in de oren?
VANDERGOTEN: Indiërs combineren een grote trots en een sterk zelfbewustzijn met een cultureel bepaald onvermogen om neen te zeggen. Een moeilijke combinatie, die een speciale aanpak vraagt. Om iets gedaan te krijgen moet je precieze technische specificaties geven en korte deadlines opleggen. En dan nog blijven ze discussiëren.
Ik heb zelf een product in Bangalore laten ontwikkelen. Het schoot niet op, ze bleven maar tijdrekken en haarkloven over de specificaties. Het is pas vlot beginnen te lopen toen ik in Brazilië een derde partij vond om de ontwikkelingen te testen. In Rio de Janeiro kostten ICT-testers toen 80 euro per dag, vier keer minder dan in België. Het was een gouden zet, want ineens konden de Indiërs hun problemen niet meer aan de slechte specificaties uit België wijten. Brazilië was ook een veel leukere reisbestemming dan India, al moest je er ook enkele culturele bijzonderheden voor lief nemen. Met carnaval waren onze testers dagenlang van de aardboden verdwenen. (lacht)