Kapitaal uit het Oosten overspoelt onze economie. Van Arabische oliesjeiks tot Chinese verzekeraars: met groot enthousiasme investeren ze in het Westen. Het recentste voorbeeld is Ping An, de nieuwe Chinese aandeelhouder van Fortis.
Het is een simpele wet: eerst komen de producten, dan het geld. Dat is al tientallen jaren zo, maar toch telkens een beetje anders. In de jaren zeventig haalde het Westen dure olie uit de Arabische wereld, daarna kwamen de petrodollars. De sjeiks plaatsten aanvankelijk hun geld op rekeningen bij westerse banken, maar begin jaren tachtig zagen ze dat investeren in aandelen meer kon opbrengen. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk prins Alwaleed Bin Talal, die in 1991 500 miljoen dollar in de Amerikaanse bank Citigroup investeerde en haar zo van de ondergang redde. Vandaag is die investering 6 miljard dollar waard.
In de jaren tachtig werd het Westen overspoeld met Japanse auto’s en elektronica, daarna kwamen de Japanse banken en verzekeraars. Herinner u hoe vanuit Japan het ene recordbedrag na het andere werd neergeteld voor moderne kunst, bijvoorbeeld bijna 40 miljoen dollar voor Vincent van Goghs Stilleven: Vaas met vijftien zonnebloemen, door de verzekeringsmagnaat Yasuo Goto. In de jaren negentig kapseisde de Japanse economie, en ze is er nog altijd niet bovenop.
Nu is er een nieuwe geldtsunami, opnieuw vanuit het Oosten, vooral uit de Arabische wereld, Rusland en recenter China. En zo goed als altijd zijn die investeerders overheidsfondsen, of zijn ze zeer nauw verweven met de politieke machthebbers.
De Arabieren rijven dankzij de hoge olieprijs meer geld binnen dan ooit en blijven in snel tempo in het Westen investeren. Het Abu Dhabi Investment Authority (ADIA), het grootste staatsfonds ter wereld, pompte onlangs 7,5 miljard dollar in Citigroup.
Dan heb je de Russische oligarchen, die vooral fortuin maken met olie en gas en nauw verbonden zijn met het Kremlin. Denk aan Roman Abramovitsj, die voetbalclub Chelsea kocht als speeltje voor zichzelf.
En nu de Chinese economie groeit als kool, zijn de Chinese staatsinvesteringsmaatschappijen, banken en verzekeraars erg actief. Het jongste voorbeeld is de Chinese verzekeraar Ping An, die voor 1,8 miljard euro Fortisaandelen kocht en zo 4,2 procent van de Belgisch-Nederlandse bankverzekeraar bezit. Eerder stak China Investment 3 miljard dollar al in het opkoopfonds Blackstone.
De adviesfirma McKinsey bracht vorige maand een rapport uit waarin ze de investeerders uit het Oosten bestempelt als new power brokers, zeg maar kapitalisten van de toekomst. Er wordt opgemerkt dat de nieuwe kapitalisten hun eigen beleggingsstrategie hebben. Ze beleggen vooral in banken, verzekeraars en vermogensbeheerders. Volgens berekeningen van Morgan Stanley kochten investeerders uit het Oosten dit jaar voor 25 miljard euro aandelen in de financiële sector.
Wat maakt de financiële sector zo aantrekkelijk? Het zijn vrij stabiele beleggingen, én er worden mooie dividenden uitbetaald. Komt daarbij dat het ideale uitkijkposten zijn om nieuwe economische trends en interessante sectoren en bedrijven te spotten. Dan is het maar een kleine stap om ook daarin te investeren. Neem opnieuw prins Alwaleed Bin Talal: na zijn investering in Citigroup dook hij op bij de mediagigant News Corp, de hotelgroep Four Seasons en bij Euro Disney (overigens een desastreuze belegging).
Als het goed blijft gaan met de economieën in het Oosten, hoeven we niet verbaasd te zijn als ze binnenkort na de financiële sector ook in andere Belgische sectoren investeren en dieper in onze economie doordringen. Want eerst komen de producten, dan komt het geld. En met het geld ook de invloed.
door Ewald Pironet