Fotograaf Stephan Peleman (°1965) was amper tien jaar toen hij, dankzij de covers van Paris Match, gefascineerd raakte door de jaren vijftig en zestig. Zijn unieke collectie over het Antwerpen van die tijd wordt nu tentoongesteld.
Een zwart-witfoto van drie halfnaakte mannen en een naakte vrouw bleek het ideale affichebeeld. Waarom?
STEPHANPELEMAN: Die foto van Guido Bellemans vat die hele periode samen. Hij staat voor de ongedwongenheid en de hang naar vrijheid. De foto is gemaakt in een studio. De vier staan halfnaakt, rokend en met typische lichaamsschilderingen bij elkaar. Op de borst van een van de mannen staat een appel met daarin het woord ‘GNOT’, dat was hét symbool van de provobeweging in Amsterdam. In Vlaanderen ontstond er een vergelijkbare beweging op en rondom het Antwerpse Hendrik Conscienceplein, waar veel goedkope panden stonden nadat de prostitutie uit het centrum verdreven was.
De kunstenaars die er samentroepten, kregen het in de zomer van 1968 voor mekaar om het plein autovrij te laten verklaren. Hoe deden ze dat?
PELEMAN: Met ijsblokken en graszoden van de Kalmthoutse heide! Dat was de verdienste van VAGA, de Vrije Aktiegroep Antwerpen. Panamarenko en Hugo Heyrman hielden een ijsblokkenactie, Wannes Van de Velde trad op, en het stadsbestuur ging verrassend snel overstag. Misschien hebben we nog eens een VAGA nodig, maar dan op wereldschaal.
Op en rond dat plein gebeurde wat er zich ook in het Quartier latin in Parijs en binnen Fluxus in New York afspeelde. Naast de ijsblokkenactie ontstonden er onder meer de performances van de internationaal vermaarde Ludo Mich, de films van Louis Goyvaerts, de modeshows van Ann Salens en het werk van schilder Fred Bervoets. Er vestigden zich vooruitstrevende kunstgalerieën die onder meer werk van Sol LeWitt toonden. Veel kunstenaars van toen waren goeie artiesten maar slechte zakenlui. Ze raakten vergeten. Ook daarom organiseer ik deze tentoonstelling.
Behalve kunstwerken, foto’s, filmfragmenten en documenten toont u ook ‘curiosa’. Een van de meest uitzonderlijke stukken komt uit café Het Pannenhuis, een van de favoriete hangplekken.
PELEMAN: Al jaren gonsde het van de geruchten dat Pink Floyd er ooit had opgetreden. Iedereen beschouwde dat als een urban legend. Maar voor mijn portrettenreeks van kunstenaars uit de periode 1945-1979 ontmoet ik veel mensen voor wie Het Pannenhuis zowat hun huiskamer was. Een van hen – hij wil anoniem blijven – liet me een geluidsopname horen! 23 februari 1968, we weten het nu zeker. Pink Floyd speelde onder meer Hey Joe van Jimi Hendrix, en jamde een halfuur op Interstellar Drive. Dat fragment laten we horen.
Kunnen we het zaaltje waar Pink Floyd optrad bezoeken?
PELEMAN: Het Pannenhuis bestaat niet meer, maar je kunt wél langs de locatie passeren. We maakten een kaartje waarop aangeduid staat waar alle betekenisvolle gebouwen en plekken zich bevinden of bevonden. We overwogen om van die stadswandeling een happening te maken, maar dat bleek niet haalbaar.
Een ‘oud-strijdersdag’ komt er wel.
PELEMAN: Op 21 november, onze Veteran’s Day, komen verschillende kunstenaars terug naar Antwerpen om herinneringen op te halen. Sommigen zelfs in het tenue dat ze toen droegen. Het wordt een onbeschaamd nostalgische trip down memory lane, die jongeren wil prikkelen. Zó anders zijn deze tijden niet, al hadden ze in de sixties misschien wat meer taboes én daadkracht.
Andere Tijden?, tot 13/12 in De Lange Zaal, Venusstraat 34B, Antwerpen.
Els Van Steenberghe
‘Het is geen urban legend: Pink Floyd speelde in ’68 in Het Pannenhuis in Antwerpen.’