De naam van Charles Darwin is onlosmakelijk verbonden met de evolutietheorie. De naam van Alfred Russel Wallace niet, ondanks het feit dat hij onafhankelijk van Darwin het basisprincipe van evolutie door natuurlijke selectie op papier heeft gezet. Alleen de intimi van het evolutieverhaal kennen Wallace.

Het is nochtans niet ondenkbaar dat Darwin zijn On the Origin of Species by Means of Natural Selection pas veel later dan 1859 zou hebben gepubliceerd, als hij in 1858 niet een brief van Wallace had gekregen, waarin die hem informeerde over zijn denkwerk. Darwin kreeg een schok, want hij dreigde zijn geesteskind kwijt te raken aan een obscure natuurwetenschapper in het verre Azië.

Samen met enkele hooggeleerde vrienden zette hij een mechanisme in gang om Wallace te counteren: nog in 1858 werden er stukken van een traktaat van Darwin samen met de brief van Wallace (zonder diens medeweten overigens) voorgelezen op een bijeenkomst van de Linnean Society in Londen. Darwin had namelijk al veel eerder zijn ideeën op papier gezet, maar hij was er nooit mee naar buiten durven komen.

Zelfs vandaag nog zijn er mensen die hem dat aanrekenen, en die hem ronduit van plagiaat beschuldigen. Darwin zou een essentiële component van zijn theorie gemist hebben, tot hij de brief van Wallace kreeg. Vervolgens zou hij die component uit Wallaces analyse in zijn eigen theorie hebben ingebouwd. Darwin zou in dat verband ook de correspondentie met Wallace geantidateerd hebben, en een cruciale brief van Wallace zelfs hebben laten verdwijnen.

Promotor van dat idee is de gepensioneerde Britse ex-televisieproducer Roy Davies, die zijn inzichten uiteenzette in een boek: The Darwin Conspiracy. Voor het Beagle-project confronteerden we hem aan boord van de Stad Amsterdam met John van Wyhe, historicus van de universiteit van Cambridge, die de evolutie van de evolutietheorie bestudeert, en die de website Darwin Online verzorgt, waarop hij alle bekende geschriften van Charles Darwin publiceert.

Het werd een frustrerend, uitzichtloos debat. Davies viel als een straatvechter het voorzichtige (en te hoffelijke) Cambridgeproduct van Wyhe aan met semantisch gevit over de betekenis van de term divergentie (het van elkaar afsplitsen van soorten) en met een hoogst ongeloofwaardige analyse van de stiptheid van het postverkeer over zee in het Victoriaanse Engeland. Hij focuste heel scherp op wat Darwin wel en niet in zijn correspondentie aan relaties schreef, maar maakte de foute veronderstelling dat Darwin vooral schreef over wat hij duidelijk vond, terwijl het zonneklaar is dat Darwin vooral correspondeerde over ideeën waar hij mee worstelde. Over principes die hij helder vond, zoals natuurlijke selectie, dat hij al had uiteengezet in een kort essay in 1842 en een lange versie in 1844 – Wallace moest toen nog op reis vertrekken – schreef hij weinig of niets.

Davies maakte ook veel misbaar over het feit dat Darwin, die zijn correspondentie meticuleus bewaarde en klasseerde, net de brieven van Wallace zou zijn kwijtgeraakt – waarschijnlijk de belangrijkste brieven die hij ooit had gekregen. Als bewijs voor een samenzwering is dat nogal zwakjes. Je kunt immers net zo goed veronderstellen dat Darwin de brieven, precies omdat ze belangrijk waren, niet meteen klasseerde maar bij de hand hield, waardoor ze niet in zijn klassement terechtkwamen en na zijn dood niet zijn teruggevonden.

Davies heeft overigens nog een boek op zijn naam: The Roosevelt Conspiracy. Daarin probeert hij aan te tonen dat de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt op de hoogte was van een ophanden zijnde Japanse aanval op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbour. Samenzweringsverhalen als bezigheidstherapie.

Jammer genoeg drukte Davies Darwin tijdens het debat op de klipper onmiddellijk en permanent in de verdediging. Jammer, want er is heel wat aan te merken op de manier waarop Wallace de evolutietheorie invulde. Wallace heeft namelijk nooit het concept van seksuele selectie begrepen. Na zijn reis is hij vastgelopen in een analyse van de evolutie van de menselijke hersenen door het invoeren van een ‘ Overruling Intelligence’ die van de mens iets speciaals maakte. Daarmee was hij de eerste intelligent designer in de geschiedenis: een persoon die een goddelijke ingreep aanvaardt om de mens tot iets te maken wat boven de rest van het dierenrijk uitstijgt.

Darwin heeft zich nooit aan zo’n denkfout bezondigd, hoewel zijn vrouw heel gelovig was en hij sociaal gesproken veel meer te verliezen had dan Wallace. Hij is altijd veel consequenter in de toepassing van zijn inzichten gebleken dan Wallace. Daarom alleen al verdient hij het dat we nu van darwiniaanse evolutie spreken, en niet van wallaciaanse.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content