Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie Annemie Turtelboom verdwijnt uit de regering-Bourgeois. Ze zal voor altijd geassocieerd worden met de Turteltaks, de energieheffing die de put moet dempen die werd geslagen door de ondoordachte subsidiëring van groene stroom. Is ze daar echt in de fout gegaan?
Wanneer in de zomer 2014 de ministersposten van de Vlaamse regering-Bourgeois worden verdeeld, krijgt Annemie Turtelboom (Open VLD) Financiën, Begroting en Energie. Ze was in de federale regering al minister van Asiel en Migratie (2008-2009), Binnenlandse Zaken (2009-2011) en Justitie (2011-2014), maar het is duidelijk dat ze daar niet op een nieuwe ministerspost hoefde te rekenen. In de Vlaamse regering wordt ze als viceminister-president meteen het liberale kopstuk. Tot ongenoegen van sommigen in haar partij, want Turtelboom had noch bij de verkiezingen, noch als minister een diepe indruk nagelaten. Ze kan echter rekenen op de steun van partijvoorzitster Gwendolyn Rutten, en dat volstaat om minister te worden. Maar wanneer het voor Turtelboom eind april 2016 duidelijk wordt dat ze die steun kwijt is, dient ze haar ontslag in. Wat blijft er over van haar Vlaamse beleid?
Begroting in het rood
Er is veel geschreven over het beleid van Turtelboom als Vlaams minister van Energie, maar veel minder over haar prestaties als minister van Financiën en Begroting – toch een sleutelpost in elke regering. Turtelboom moest een streng begrotingsbeleid voeren. De liberalen hoopten op een Vlaamse taxshift, bijvoorbeeld belastingkortingen om bedrijven aan te moedigen meer en vlotter mensen in dienst te nemen. Daarover stond echter niets in het Vlaamse regeerakkoord. Open VLD mocht daar niet aan meeschrijven, want mathematisch hadden N-VA en CD&V de Vlaamse liberalen niet nodig om een Vlaamse regering te vormen. Van die Vlaamse taxshift komt niets in huis.
Het parcours dat Turtelboom aflegt als minister van Financiën en Begroting is teleurstellend. Haar begrotingen eindigen in het rood. Héél misschien is er volgend jaar een begrotingsevenwicht. Hoe dan ook is dat geen mooi rapport voor een boegbeeld van een liberale partij, die altijd roept dat de overheid niet méér geld mag uitgeven dan ze binnenkrijgt. Op Financiën en Begroting liet Turtelboom een zo mogelijk nog blekere indruk na dan haar voorganger Philippe Muyters (N-VA).
Lijken uit de kast
Turtelboom wordt ook Vlaams minister van Energie. Dat is geen cadeau. Ze wordt geconfronteerd met een put in de Vlaamse begroting omdat de Vlaamse regeringen jarenlang groenestroomcertificaten uitreikten voor zonnepanelen. Daar werd in 2002 mee begonnen toen Steve Stevaert (SP.A) minister van Energie was in de paars-groene regering. Het beleid werd voortgezet door zijn opvolgers Kris Peeters (CD&V), Hilde Crevits (CD&V) en Freya Van den Bossche (SP.A).
Jarenlang blijft Vlaanderen massaal zonnepanelen plaatsen, want daarmee valt dankzij overheidssubsidies veel geld te verdienen. Het grote probleem is dat er geen plafond staat op hoeveel steun er kan worden uitbetaald. De Vlaamse regeringen voeren dus een groen energiebeleid zonder naar de factuur te kijken. Oppositiepartij Open VLD vraagt in 2010 een versnelde afbouw van die steun. Daar wordt niet op ingegaan. Later zal Van den Bossche die steun alsnog versneld verminderen, volgens velen te laat. Al moet het gezegd dat de andere regeringspartijen, CD&V en N-VA, hier nooit op hebben aangedrongen. Slotsom: eind 2013 blijkt de ondoordachte subsidiëring van groene stroom bijna 2 miljard te hebben gekost. De Vlaamse regering-Peeters II verkiest daarover te zwijgen, want de verkiezingen naderen.
Na de verkiezing laten CD&V en N-VA, die beide in de vorige regering zaten, de ministerspost Energie maar wat graag aan zich voorbijgaan. Turtelboom krijgt de bevoegdheid in haar schoot geworpen. Een wondere wereld gaat voor haar open – collega’s noemen haar weleens ‘Alice in Wonderland’. Al snel ontdekt ze de brute realiteit, ‘een lijk dat uit de kast viel’ noemt ze het zelf: de schuldenberg als gevolg van de groenestroomcertificaten. Turtelboom schaft de subsidiëring af en om de put te vullen, komt ze een dik jaar later met een Vlaamse energieheffing.
Die nieuwe Vlaamse energieheffing zal elk gezin 100 euro kosten, ‘maar als ik niets doe, zal de factuur tegen 2019 tot 250 euro per gezin stijgen’, zegt Turtelboom. Twee weken na die aankondiging beslist de federale regering de btw op elektriciteit te verhogen van 6 naar 21 procent. Gevolg: de energiefactuur van de gezinnen loopt fors op. Turtelboom wordt de kop van Jut en de PVDA doopt de Vlaamse energieheffing om tot Turteltaks, een naam die blijft hangen. Een liberaal minister die in één adem wordt genoemd met een nieuwe belasting is nefast, al probeert Turtelboom het als een geuzennaam te zien in de hoop dat ze er zo mee wegkomt. Tevergeefs.
‘Ondernemers in de kou’
De grootste kritiek op de Turteltaks is dat het om een lineaire heffing gaat: elk gezin moet ongeacht zijn samenstelling 100 euro meer betalen. Alleenstaanden worden dus harder getroffen dan tweeverdieners. De heffing gebeurt ook niet op basis van het energieverbruik. Iemand die veel stroom gebruikt, betaalt geen cent meer dan iemand die er zuinig mee omspringt. ‘Mochten we op basis van gebruik hebben gewerkt, dan zou de kritiek ongetwijfeld zijn dat we kwetsbare grote gezinnen hard treffen’, zegt de minister. Had men de heffing wel gekoppeld aan het verbruik, dan had iedereen daarop ook nog eens btw moeten betalen, zo klinkt het nog. Men had de heffing ook afhankelijk kunnen maken van het belastbaar inkomen, maar dan was bijvoorbeeld wie met een vennootschap werkt en zichzelf slechts een bescheiden salaris uitbetaalt eraan ontsnapt. Het illustreert hoe dit land gevangen zit in regeltjes en uitzonderingen.
Vanuit alle hoeken zwelt de kritiek aan op de Turteltaks. De ondernemersorganisatie Unizo is scherp wanneer uit een studie blijkt dat vooral kleine ondernemingen zwaar worden getroffen. Hun elektriciteitsfactuur zal in één jaar tijd met 1900 euro stijgen, waarvan 1300 euro door de Turteltaks. In verhouding tot hun verbruik is dat tien-, soms zelfs vijftienmaal meer dan multinationals. Een aantal grote bedrijven die rechtstreeks op het hoogspanningsnet zijn aangesloten (vaak de allergrootste verbruikers) betaalt zelfs helemaal niets. ‘Een liberale minister laat ondernemers in de steek’, valt al snel te horen bij haar achterban.
Harde tante
Testaankoop, het Rekenhof, de Raad van State: allemaal zijn ze vernietigend voor de Turteltaks. Steeds meer partijgenoten sparen (anoniem) de roede niet voor de minister. De Turteltaks straalt niet alleen negatief af op Open VLD, maar op de hele regering-Bourgeois, die toch al een zwakke indruk maakt. Iedereen geeft wel toe dat een heffing onvermijdelijk was om de schuldenput te dempen, maar het resultaat is een gedrocht dat ook nog eens onhandig wordt gepresenteerd. Turtelboom blijft ondertussen de harde tante spelen en toont zich niet bereid om ook maar iets bij te sturen. Wanneer ze op vrijdag 29 april een persconferentie houdt over haar ontslag doet ze dat voor een schilderij van de Franse kunstenaar Ben Vautier, met als tekst ‘C’est le courage qui compte‘, het is de moed die telt.
Partijgenoot Bart Tommelein, tot vorige week federaal staatssecretaris voor Bestrijding van Sociale Fraude, Privacy en de Noordzee, volgt Turtelboom op in de Vlaamse regering. De oppositie geeft hem tien dagen om de Turteltaks te wijzigen of de heffing toch zeker te verlagen. Als hij dat niet doet, mag de Vlaamse regering juridische procedures verwachten. Dan zal de Turteltaks de Vlaamse liberalen en de regering-Bourgeois blijven achtervolgen.
En Annemie Turtelboom? Zij wordt opnieuw volksvertegenwoordiger. En aangezien ze minister van Binnenlandse Zaken en van Justitie is geweest, mag ze zich opmaken om te verschijnen voor de parlementaire onderzoekscommissie die werd opgericht naar aanleiding van de terreuraanslagen van 22 maart. Daar zal worden geoordeeld over haar prestaties als federaal minister.
DOOR EWALD PIRONET
Op Financiën en Begroting liet Turtelboom een nog blekere indruk dan haar voorganger Muyters.
De Turteltaks zal de liberalen en de regering-Bourgeois blijven achtervolgen.