Een dubbele premiemoord als spectaculair voorbeeld van verzekeringsfraude : privé- detectives en politie bestrijden het fenomeen.
Elke dinsdag is het bij de Antwerpse rijkswacht zitdag : dan passeren fraude-inspecteurs, premiejagers en privé-detectives om de dossiers over verzekeringsfraude bij elkaar te leggen. Het is een vreemd experiment, op het randje van de wettelijkheid, want dergelijke uitwisseling van informatie is normaal gezien verboden. Maar deze politiemensen en privé onderzoekers kennen elkaar goed. Een befaamd BOB-specialist werkte zelf enkele jaren geleden nog voor een verzekeringsmaatschappij. Andersom zijn veel privé-speurders ex-collega’s van politie en rijkswacht. Eén van hen is gewezen politieman Michel De Kort, die het grootste onderzoeksbureau voor verzekeringsfraude in België runt, waarvoor nu al diverse andere politiemensen werken. Michel De Kort : ?Verzekeringsfraude is geweldig toegenomen en kan alleen doeltreffend aangepakt worden in nauwe samenwerking tussen officiële en privé politiezorg, ook al zijn die contacten soms illegaal.?
De voorbije weken kwam het fenomeen verzekeringsfraude spectaculair in de schandaalkronieken door het nieuws over een onwaarschijnlijke dubbele premiemoord. In 1995 reed de jonge verzekeringsmakelaar Marc Van Beers tijdens zijn huwelijksreis op Corsica in een ravijn. Zijn bruid Aurore, een ex-animeermeisje, kon zogezegd mirakuleus ontsnappen. Zij maakte aanspraak op de 24 miljoen frank van zijn levensverzekering, verkocht zijn villa en trok spoorslags naar Amerika. Daar blijkt zij samen te leven met de jonge parvenu Uwe, die in 1993 haast net hetzelfde scenario afhaspelde. Hij reed met zijn kersverse bruid Ursula Dechamps in het kanaal Brussel-Charleroi en kon zelf ook wonderbaarlijk aan de dood ontkomen. Hij streek het fortuin van haar levensverzekering op en week eveneens naar Amerika uit. Het Brussels parket gaat er nu van uit dat beide ?ongevallen? opgezet spel waren, mogelijk met professionele hulp, en dat misschien nog wel meer premiemoorden gepleegd werden.
Dat in die tak van de verzekeringen op dergelijke manier gefraudeerd wordt, blijft uiteraard vrij uitzonderlijk. In 1994 was er de sinistere zaak van de Zoerselse ex-rijkswachter Robert Prinsen, die op de Filipijnen in een jeep verkoold was, waarna zijn echtgenote voor tachtig miljoen frank verzekeringsgeld bij diverse firma’s wou innen. Helaas kreeg een inspecteur argwaan omdat de papieren van de man na de brand kreukloos waren aangetroffen. Bleek dat hij levend en wel in Nederland op de poen zat te wachten, en dat in zijn autowrak een ànder lichaam verkoold was (dat van een geliquideerde kinderschenner). Een jaar eerder liep in Gent een proces tegen een vrouw die van een waarzegster een poedertje gekocht had om in het eten van haar man te mengen. Zo wou zij, met medeplichtigheid van een verzekeringsmakelaar, de premie opstrijken. De man hield er echter slechts wat maag- en darmklachten aan over, en zijn belagers werden opgepakt.
DAN BRANDT HET WEL EENS
De Beroepsvereniging van Belgische Verzekeringsondernemingen (BVVO) begint een campagne om de ?olievlek? van de frauduleuze aangiften te bestrijden. De bewezen fraude bedraagt al 1,5 miljard frank ’s jaars, en dat is maar het topje van de ijsberg : in totaal zou het om vijf tot tien procent van de uitkeringen gaan, of een fraudekost van tien tot twintig miljard. Wie zijn al die snode lieden ? Woordvoerder Wauthier Robijns : ?Er zijn echte criminele benden bij. Vorig jaar werd de Saarbrücken-bende opgerold, die ook in België tientallen aangiften van fictieve ongevallen deed. Er zijn de ondernemers in moeilijkheden, die het faillissement willen voorkomen of een onverkoopbare stock nog willen te gelde maken. Dan brandt het wel eens op een verdacht uur. En er zijn ook de particulieren, die verzekeringsfraude voor de sport beoefenen, net als belastingontduiking. Een schadegeval op zijn rekening nemen, is al een normale vriendendienst geworden.?
Wat nu als een gangreen wordt voorgesteld, werd vroeger door de BVVO zeer voorzichtig aangepakt, bang als men was om zijn imago te bevlekken. De BVVO wil voortaan systematisch klacht indienen, terwijl tot nu toe meestal van gerechtelijke stappen wordt afgezien, omdat dat anticommercieel zou zijn en het is maar de vraag of de maatschappijen dat werkelijk gaan veranderen. Preventief wil men een waarschuwing op alle verzekeringsdocumenten drukken, naar analogie met de namaakclausule op geldbiljetten. Ook zal men zowel bij de aanvraag van een polis als bij de indiening van een schadeclaim, scherper toezien op een aantal knipperlichten (bijvoorbeeld verwantschap tussen dader en slachtoffer, korte tijd tussen verzekeringsaanvraag en schadegeval, aangifte op vrijdag net voor het sluitingsuur…) Die knipperlichten, die in de computerprogramma’s zijn ingebouwd, moeten (soms letterlijk) een belletje doen rinkelen.
De verdachte dossiers worden dan uitgevlooid door de fraudecellen, die de voorbije jaren door de meeste maatschappijen zijn opgericht, of een nader onderzoek wordt besteld bij een extern bureau. Al die speurneuzen vallen onder de wet op de privé-detectives. Vroeger werd schaamteloos geronseld in politiekorpsen, waar men niet afkering was voor een lucratief aanbod. De BVVO heeft nu veel geïnvesteerd ook letterlijk in de samenwerking met de politie. Er zijn studiedagen voor agenten georganiseerd, er werden lijsten met contactpersonen of ?meldpunten? samengesteld, en de politie heeft van de BVVO technische apparatuur gekregen om chassisnummers van auto’s te onderzoeken. Verder zal men ook strenger gaan waken over de eigen experten en makelaars, die niet zelden aan verzekeringsfraude medeplichtig zijn.
OP DE ZWARTE LIJST
Sluitstuk van de campagne moet echter de opbouw van enkele gigantische computerbestanden zijn. Tot nu toe werden, individueel door de maatschappijen en globaal door de BVVO, diverse zwarte lijsten gebruikt. De bekendste was de RRR-lijst ( Refusé, Résilié, Renoncé), waarin liefst 264.000 mensen opgenomen waren. In de ISI-fichier zaten 11.000 fraudeurs, en in de BR-databank staken nog eens 180.000 namen. Kortom, samen al bijna een half miljoen fiches. Volgens de BVVO werden al die microfiches vernietigd, al is een deel van de gegevens wel overgenomen in het nieuwe bestand Datassur. In het volop in opbouw zijnde Datassur, dat nu aan de privacy-wetgeving moet voldoen, zitten al 73.000 namen, maar er worden er dagelijks gemiddeld nog 270 aan toegevoegd. Hoewel het als een databank van fraudeurs wordt voorgesteld, zitten er echter bijna uitsluitend wanbetalers in. Maar volgend jaar wil de BVVO met nog een andere, àlomvattende databank beginnen.
Het lichtend voorbeeld is Frankrijk, waar de verzekeringsmaatschappijen de aparte vennootschap Alfa hebben opgericht, een centraal meldpunt voor verdachte gevallen, waar voor het merendeel ex-politiemensen werken. Hun lonen liepen in 1995 op tot 24 miljoen Franse francs, maar zij slaagden erin om het in twintigvoud te laten besparen. Frankrijk heeft ook de beste ?recuperatiefirma?, Argos, die tot 50.000 gestolen auto’s per jaar zou terugvinden. Bij autodiefstallen wordt uiteraard het meest gefraudeerd (zie kader), maar dat ook de levensverzekering meer en meer getild wordt, toonde de Franse fraudespecialist Guy Pochon tijdens een seminarie in Parijs in maart jongstleden nog aan. Vooral dan door valse verklaringen over de gezondheidstoestand in te vullen, maar ook door zelfverminking en zelfmoord, door de eigen dood te simuleren of die van een ander te stimuleren.
Een voorbeeld dat Guy Pochon aanhaalt, is dat van Yves Dandonneau, die in een ongeval verongelukte, terwijl de bestuurder het ongedeerd overleefde. Er werd een overlijdensattest op zijn naam gemaakt, hoewel het verkoolde lijk niet meer te identificeren viel. De man had liefst acht levensverzekeringen bij verschillende maatschappijen afgesloten, een cumul die voor de inspecteurs als ?knipperlicht? geldt. Uit onderzoek bleek het lijk dat van een vagebond te zijn, vermoord door Dandonneau. Ander voorbeeld dat niet zo zeldzaam is als het lijkt : een chirurg, die een dure verzekering voor zijn handen had afgesloten, stak een vinger van zijn linkerhand in een frees. Jammer voor hem werd achteraf ontdekt dat hij zich eerst met een verdovingsmiddel had ingespoten. Het bekendste voorbeeld van zelfverminking is de zaak van een reeks dokwerkers in een Franse haven, die een stuk van een oor lieten afsnijden om het verzekeringsgeld op te strijken.
OP BASIS VAN WANTROUWEN
Het Antwerpse Bureau De Kort heeft één keer een zaak gehad van mensen die met valse overlijdensattesten uit Mexico de verzekering wilden oplichten, om dan elders met een nieuwe identiteit te herbeginnen. Een geval van zelfverminking was een fietser die zich bij zeven firma’s liet verzekeren en zich dan door een auto liet omverrijden : hij kon aanspraak maken op 50.000 frank dagvergoeding, en dat tot zijn pensioen. Maar meer courant zijn terminale patiënten die snel een levensverzekering afsluiten of die zelfmoord plegen om hun gezin wat geld na te laten. Alleen wanneer dit binnen het jaar na het afsluiten van de polis gebeurt, is zelfmoord een grond om niét te moeten uitbetalen. Vanaf een levensverzekering van vijf miljoen frank moet een cliënt naar de dokter voor een onderzoek, maar het gebeurt geregeld dat men een gezonde plaatsvervanger stuurt. Eeuwig probleem voor onderzoekers is het medisch geheim en de bescherming van de privacy, ?maar bij de receptioniste van een ziekenhuis kan men vaak wel een uitdraai van de opnames krijgen.?
Op de fraude-onderzoeken van Bureau De Kort wordt nu al door veertig maatschappijen een beroep gedaan en zij handelen zo’n tweeduizend dossiers per jaar af. Op de eerste plaats gaat het om autodiefstallen, die volgens De Kort voor 35 procent gefraudeerd zijn, en in tweede instantie om branden, die meer en meer aangestoken blijken te zijn. Laboratoriumonderzoeken kunnen uitwijzen of brandversnellers gebruikt zijn, en ook of een sleutel werd nagemaakt. ?Het is het bekende scenario : iemand laat zijn auto stelen met een nagemaakte sleutel, en geeft de diefstal aan zodra hij een telefoontje krijgt dat zijn wagen op de boot naar Afrika of over de Poolse grens is. Die mensen verdienen dan dubbel. Alleen laten ze zich hier meestal in de zak zetten door de dieven : ze krijgen maar twintig tot vijftigduizend frank, terwijl hun auto een veelvoud waard is.?
Eerste en belangrijkste onderzoeksmethode van Bureau De Kort is het verhoor van alle betrokkenen en de eventuele confrontatie met andere bronnen. ?Bovendien laten wij hen hun verklaring ondertekenen. Dat leer je allemaal bij de politie. Verzekeringsmensen hebben daar zelf geen feeling voor. Zij willen op de eerste plaats verkopen, productie maken, een dikke portefeuille halen, en geen storende vraagjes stellen. Verzekeringsmensen werken op basis van vertrouwen, en wij op basis van wantrouwen.? Het voordeel van een extern bureau is dat het een soort buffer is en dat de maatschappij zelf niet de rol van boeman moet spelen. Een andere politietechniek is de observatie, maar dat wordt door De Kort alleen toegepast in geval van een zogezegd werkonbekwame cliënt die een job in het zwart zou doen.
Dankzij de contacten met de ex-collega’s bij de politiediensten, doen ze ook veelvuldig een beroep op de officiële databanken (vooral van het CBO), al was het maar om na te trekken of een bepaalde auto gestolen is. ?Het is officieel uiteraard niet toegelaten. Maar zelfs onderzoeksrechters doen soms een beroep op ons. In Nijvel werd ons gevraagd om bij acht juweliers naar gestolen waar te gaan informeren, waarna hun telefoon werd afgetapt om te horen hoe ze zouden reageren,? zegt Michel De Kort. Het probleem van de samenwerking tussen officiële en privé speurders is dat die zich afspeelt in een grijze zone, die aan iedere controle ontsnapt. Wel is nu geregeld dat ex-politiemensen na hun ontslag pas als privé-speurder aan het werk mogen na een ontluizingsperiode van vijf jaar.
Chris De Stoop
In vijf tot tien procent van de zaken wordt de verzekering opgelicht : Het is een sport geworden.
Brandweer in actie : branden blijken meer en meer aangestoken.