Zolang de auto bestaat, zolang al bestaat de cabrio. Daarover is iedereen het eens. De discussies die blijven, zijn die over de herkomst van de benaming en die over de zin en de onzin van een cabriolet.
Midden 1903 slaan de media in Europa alarm. Zij voorspellen het einde van de elegante, tweewielige paardenkoetsen die bij de beau monde van die tijd erg in trek zijn voor namiddaguitstapjes in de natuur. Wat was er aan de hand? De Duitse autobouwer Mercedes presenteerde dat jaar twee opmerkelijke auto’s die qua mobiliteit een nieuw tijdperk zouden inluiden. Zowel de Mercedes Simplex Touring Car als de Simplex Phaeton werd op enthousiast applaus onthaald door de rijke burgerij en bracht een brede sympathiebeweging op gang die honderd jaar later nog aan aanhang wint.
WERELDWIJDE SYMPATHIE
Personenauto’s zijn ondertussen gemeengoed, alledaagse gebruiksvoorwerpen die koel en afstandelijk beoordeeld worden op hun kwaliteiten en hun gebreken, net zoals dat gebeurt bij een stoomstrijkijzer en een pc. Tot het over de cabrio gaat, dan vertroebelen emoties het denkvermogen. Hoewel het een product is dat objectief veel ongemakken veroorzaakt, zijn steeds meer mensen er wild van. Een cabriolet is doorgaans weinig comfortabel, is zelden wind- en waterdicht en is met zijn piepkleine koffer als gezinswagen totaal ongeschikt. Bovendien is hij duur in aankoop en in onderhoud. Maar bovenal wekt hij valse verwachtingen. Hij doet verlangen naar zomer en zon, hoewel open rijden in volle zon gegarandeerd zonnebrand oplevert. Dat convertibles in een uitgesproken regenland als het Verenigd Koninkrijk zo populair zijn, heeft volgens ex-marketingdirecteur Dan Vanden Berghe alles te maken met die immense behoefte aan zon. ‘Bij de kleinste zonnestraal gooien Engelsen het dak open om volop te kunnen genieten van het zomergevoel. Het plezier is meestal van korte duur.’ Aan een rijk gevulde carrière in de internationale automobielwereld hield hij een voorliefde voor cabrio’s over, maar daardoor komt de marketingdirecteur in ruste nu niet aan rusten toe. Hij heeft immers de handen vol met het onderhoud van zijn collectie oldtimers, het zijn er vier in totaal, die startklaar in de garage staan. ‘Cabrio’s zijn de meest geliefde oldtimers. Zij herinneren aan de goede, oude tijd, wordt beweerd. Open rijden verschaft mij een gevoel van vrijheid en laat mij proeven van de natuur. Onderweg ontdek ik kleuren en geuren die in een gesloten auto aan mij voorbijgaan.’ Hij is niet langer de hardrijder van weleer, hoewel zijn Jaguar XJS, E-type en Triumph Stag met krachtige benzinemotoren zijn uitgerust. De zestiger gedraagt zich nu als een heer in het verkeer, volgens het boekje en met lederen handschoenen en een geruite pet van Engelse makelij.
PROFIELEN
Maakt het belang van zien en gezien worden van cabrio’s geen typische vrouwenauto’s? Zette Hollywood ons eens te meer op het verkeerde been? Jan Vroemans (Jaguar): ‘Wie met welke auto rijdt, is sterk afhankelijk van het merk en het model. Dat leert ons het straatbeeld, maar wij kunnen die indruk niet echt hard maken met statistisch materiaal. Ik neem mijn merk als voorbeeld: de Jaguar XK cabrio waarmee mevrouw rondrijdt, staat meestal op naam van het bedrijf van meneer. Dat maakt het voor mij moeilijk om een correct beeld te geven van de reële situatie. Collega’s van luxemerken worden met hetzelfde probleem geconfronteerd.’
Bij Peugeot volstaat een druk op de knop om het profiel van zijn cabrioletklanten te kennen. Volgens woordvoerster Olga Rémy trekt de Peugeot 206 CC een overwegend vrouwelijk cliënteel aan (57 %), terwijl de Peugeot 307 CC vooral in trek is bij mannen (59,4 %). Beide geslachten hebben een uitgesproken voorliefde voor grijs; benzine- en dieselmotoren zijn vrijwel gelijk vertegenwoordigd. Daarmee zetten de diesels hun opmars onverminderd voort. De motorkarakteristieken harmoniëren overigens uitstekend met het rijgedrag van cabrioletrijders. Tenminste, als we de eigenaars van Ferrari’s, Porsches en andere exotische bolides buiten beschouwing laten: zij rijden het liefst plankgas, in alle omstandigheden. Daarmee begaan ze in de ogen van Volvowoordvoerster Tania Cerceni een doodzonde. De Zweedse autobouwer blijft trouw aan zijn huisfilosofie en geeft absolute voorrang aan veiligheid. Een hele reeks innovatieve veiligheidsvoorzieningen maken de Volvo C70 tot hét voorbeeld, op het vlak van functionaliteit kan hij wedijveren met de Ford Focus CC, de Astra Twin Top en de VW Eos. Zij verdienen het alle vier gezinswagen te worden genoemd. Maar de Volvo C70 biedt meer: hij is zonder twijfel de elegantste coupécabriolet van het viertal, en verklaart zo zijn grote succes bij vrouwen vanaf veertig.
NIET VOOR IEDEREEN
Als we terugkijken naar de vorige eeuw, dan valt op dat Mercedes altijd vooropliep. Zogoed als alle technische innovaties in het cabrioletsegment staan op naam van de Duitse autobouwer, die nog altijd het meest veelzijdige modellenaanbod bezit. Voor ieder wat wils, maar spijtig genoeg niet voor ieders beurs.
Van de sportieve tweezitters SLK en SL tot de elegante convertible CLK, een volwaardige vierzitter met een stoffen vouwdak. De roadsters zijn uitgerust met een zogenaamde ‘vario’: Mercedes ontwikkelde dat stalen systeem aan het begin van de jaren negentig, in samenwerking met de Amerikaanse toeleverancier CTS. In 1996 ging het systeem in serieproductie op de SLK. Tien jaar later wordt driekwart van alle nieuwe cabrio’s uitgerust met zo’n stalen vouwdak. Dat enkele grote volumemerken als Alfa, Audi, Chrysler, Jaguar en Saab blijven vasthouden aan een stoffen vouwdak heeft in de eerste plaats te maken met strategische overwegingen.
Volgens Wolf-Dieter Kurz (vicepresident marketing MB-personenwagens) richten de SLK en CLK zich tot compleet verschillende doelgroepen. De SLK is als kleinere en goedkopere broer van de legendarische SL geëvolueerd van trendsetter tot koploper in het segment van de betere roadsters. De CLK is de tweede klassieker in het gamma. Hij valt in de smaak door zijn tijdloze elegantie en hoge functionaliteit, ook en vooral bij vrouwen. De vierzitter met een stoffen vouwdak van de allerbeste kwaliteit kan zonder voorbehoud het hele jaar door als eerste wagen in het gezin worden gebruikt.
JONGENSDROMEN
Over de zin en de onzin van een cabriolet wordt druk gediscussieerd, zoveel is ondertussen duidelijk. Philip François is geneesheer-specialist én sinds vijftien jaar trotse bezitter van een donkergroene Morgan, het prototype van de Engelse roadster. Zijn openhartige getuigenis bevestigt de clichés die over cabriorijders de ronde doen. ‘Met de Morgan is voor mij een jongensdroom in vervulling gegaan. Alle tekortkomingen van de wagen waren mij lang op voorhand bekend: geen servostuur, geen koffer en geen veercomfort. Alleen de roestvorming is een verrassing. Ik geef toe dat elke rit een geseling inhoudt voor mijn lijf en ledematen, maar op het moment zelf verbijt ik alle pijn en kan mijn geluk niet op. Slaat het hart op hol, springt het verstand op nul!’