De landskampioen en bekerwinnaar werkt zich tijdens de eerste trainingsweken in het zweet. Een dagje Noliko Maaseik.

Alleen de Tsjechen Martin Lébl en Jiri Popelka en transfer van het laatste uur Cristian Knutsen – die morgen in Maaseik wordt verwacht – ontbreken nog op het appel. Voor de rest zijn ze compleet, de mannen van Anders Kristiansson. De Zweed kan na één week trainen ook al rekenen op Kristof Hoho. Het jonge talent was daags voordien na een vermoeiende reis met de nationale ploeg geland op Zaventem, maar bevindt zich dinsdagmorgen alweer met de rest van het internationale gezelschap van Maaseik in de fitnesszaal naast de sporthal. Acht spelers, vijf nationaliteiten : zo ziet de selectie van Kristiansson eruit. Naast – toch nog – drie Belgen werken ook een Deen, een Fin, een Duitser en een Puertoricaan zich in zweet.

De tijd dat Maaseik nog hofleverancier was van de Belgische nationale ploeg lijkt voorgoed tot het verleden te behoren. Desondanks mag Marc Spaenjers – zo wordt toch gretig verteld – terugkijken op een hoopgevende trip naar Slovakije. De bondscoach deed daarbij vooral een beroep op zijn provinciegenoten van Amber. Maar de loftrompet werd niet alleen over Steve Roelandt en co gestoken, ook Maaseikproduct en Limburger in hart en nieren Kristof Hoho werd bewierookt. Schouderklopjes van de Maaseikse bestuursleden die poolshoogte komen nemen in de fitnesszaal – teammanager Theo Goyens en general manager René Corstjens – zijn zijn deel.

Een vermoeiende reis dus heeft Hoho achter de rug, maar hij laat het niet aan zijn hart komen. Gedreven heft, duwt en trekt hij aan de gewichten. Vorig seizoen toonde Hoho al meermaals zijn klasse toen hij door de blessure van Richard Schuilnoodgedwongen in de basiszes belandde. Maar toen de Nederlandse hoofdaanvaller in de beslissende fase van de Belgische en Europese competities weer fit bevonden werd voor de strijd, vloog Hoho zonder pardon opnieuw naar de bank. Of hij dit jaar meer kans maakt om definitief tot de hoofdmacht toe te treden, valt te betwijfelen. Eens Popelka terug is uit zijn land – waar hij vanaf zaterdag het EK speelt – zal de Tsjech meer dan waarschijnlijk zijn plaats weer opeisen op de receptie-hoekpositie.

Al liet Anders Kristiansson zich een aantal weken geleden in dit blad wat geheimzinnig uit over de invulling van de oppositepositie. Maaseik kan op dezelfde manier spelen als vorig jaar, zo zei de coach, maar Popelka kan ook als hoofdaanvaller aantreden. “Anders Kristiansson is er de man niet naar om veel aan zijn team te wijzigen”, weet Vital Heynen. Niemand binnen de Maaseikse keurgroep die Kristiansson beter kent dan de ervaren spelverdeler. Popelka opnieuw op zijn vertrouwde positie, dus.

Als hoofdaanvaller speelt in dat geval nieuwkomer Hector E. Soto. De drieëntwintigjarige Soto (1m98) meet weliswaar zes centimeter minder dan zijn voorganger én dan Popelka, maar, zo zal tijdens de namiddagtraining blijken, de Puertoricaan beschikt over een indrukwekkende sprongkracht. Daarom allicht dat de Maaseikse technische staf in het tussenseizoen alles in het werk stelde om Soto naar Limburg te halen. Ze offerden er zelfs Inoslav Krnic, al twee jaar de gedoodverfde opvolger van Vital Heyen aan de pass, voor op. De Kroatische spelverdeler met de verwoestende service werd door de komst van Soto immers niet-EU-speler op overschot en mocht vetrekken. Bij het Turkse Eregli, met nieuwbakken coach Jurek Strumilo, ontvingen ze hem met open armen.

Aan Hector E. Soto om te bewijzen dat hij deze opoffering waard is. De video’s die Kristiansson en zijn trouwe landgenoot-assistent Claes Haldorsson te zien kregen, maakten alvast indruk. Soto, die via zijn manager – de Amerikaan McCallister – in de picture kwam bij Maaseik, kwam vorig seizoen uit voor het Tunesische CSS, waarmee hij als tweede eindigde in de plaatselijke competitie. Maaseik moet zich in ieder geval al geen zorgen maken over een eventuele afwezigheid van Soto wegens interlandverplichtingen. Puerto Rico – overigens zonder de nieuwe Maaseikaanwinst, die vakantie had genomen – werd in zijn Midden-Amerikaanse kwalificatiegroep kansloos verslagen door volleyballand Cuba. Ook voor een testwedstrijd met het oog op deelname aan het WK in Argentinië wist het land zich niet te plaatsen. Die eer ging naar Mexico, dat eerstdaags Venezuela mag bekampen.

In de powerzaal blijkt dat de intensieve trainingsarbeid onder Kristiansson andere koek is dan wat de gemiddelde Tunesische coach verwacht. “Ook in Tunesië trainden we tweemaal daags,” zegt Soto, “maar de intensiteit lag een pak lager. Ik moet zeggen dat ik me behoorlijk stijf voel na elke oefensessie. Nog even de laatste serie voor de benen en ik ga een dutje doen.”

Soto is niet de enige die kreunt onder de oefeningen die Kristiansson zijn discipelen meegeeft. “Elk jaar is het opnieuw bang afwachten welke nieuwe oefeningen hij deze keer weer voor ons in petto heeft.” Franky Reijmen weet waarover hij spreekt. Voor de negende keer vat hij de voorbereiding aan onder leiding van de Zweedse volleybalgoeroe. “In totaal werkt de spelersgroep meerdere series van tien verschillende explosive development exercises af. Dat is iets heel anders dan bodybuilding”, doceert Kristiansson. “Bij bodybuilding komt het erop aan spiermassa te kweken, waardoor de snelheid afneemt. Wij willen net het omgekeerde verkrijgen.”

De coach reageert wat kregelig als we hem vragen of hij het powerprogramma samenstelt in samenspraak met een medisch team. “Ik bestudeer al dertig jaar fysiologie. Als speler legde ik mijn oor al te luister bij de olympische gewichthefploeg. Ook nu overleg ik nog geregeld met die mensen om de oefenstof gevarieerd te houden en ze te verbeteren.” En niets ontgaat het oog van de meester. Als blijkt dat Kristof Hoho de rug wat ver kromt, verzoekt Kristiansson de journalist beleefd zijn vragen even te bewaren tot nadat hij een en ander letterlijk en figuurlijk recht getrokken heeft.

Na goed anderhalf uur in de fitnesszaal, duikt de selectie om kwart na elf nog voor een kwartiertje de sporthal in voor wat extra buikspierontwikkeling met de krachtbal. Wellicht komt het niet alleen door zijn sterke lichaam maar ook door de jarenlange training : Franky Reijmen kent zijn gelijke niet als het op deze oefening aankomt. Jesper Hansen ondervindt duidelijk meer moeilijkheden met het zware tuig. “Ik ga het je niet nog eens voordoen”, aldus Reijmen. “Ik train nooit te veel.” Hansen gaat onverstoord verder op zijn eigen – nu ja, wat heet – gezapige tempo. Hij komt nochtans beter voorbereid uit de zomer dan vorig seizoen. “Toen werkte ik het beachcircuit af, wat toch iets meer op vakantie leek. Deze zomer maalde ik twee kwalificatietoernooien af met Denemarken. Maar het blijft zwaar, het eerste trainingswerk”, verwoordt Hansen het algemeen heersende gevoel.

Kersverse vader Jussi Heino meldt zich als laatste voor het krachtbalwerk : zoals gebruikelijk net dat tikkeltje meer dan de anderen. Misschien dat er deze keer nog een andere factor meespeelt. Het zou wel eens kunnen dat hij wat frustratie van zich wil afschudden. Frustratie die hij opliep met de nationale ploeg van Finland. Twee keer miste Finland op een haar na de kwalificatie voor een belangrijk toernooi. In mei, voor het EK, kreeg het team drie wedstrijdballen tegen Griekenland, maar het kon er geen enkele verzilveren. In de WK-kwalificatiewedstrijd vorige maand tegen Duitsland kwamen de Finnen aan het eind van de eerste set drie punten voor, maar weer konden ze het niet afmaken. Finland won de wedstrijd wel met 3-1, maar achteraf bleek dat dat ene setje Heino en co de kwalificatie voor Argentinië kostte. Ook volleybal kan soms wreed en onrechtvaardig zijn.

Als de anderen moe maar voldaan afdruipen, wacht Vital Heynen en zijn nieuwe doublure Tom Schrijvers nog een twintigtal minuten technische set-uptraining. Honderden keren dezelfde pass : voor een leek allemaal even goed uitgevoerd. Niet zo voor Anders Kristiansson. Meermaals onderbreekt hij de oefening om Schijvers attent te maken op een aantal, voor de coach, basisbeginselen van de spelverdeling. ” You need to draw a line, faster, stronger. Zorg ervoor dat zoveel mogelijk vingers de bal raken.”

Voor Schrijvers is het allemaal nieuw. “Bij Torhout konden we geen tijd vrijmaken voor een puur technische training voor de spelverdeler.” Na zeven jaar keert het jeugdproduct van Maaseik terug naar de Heimat. Eén seizoen krijgt hij de tijd om aan te tonen dat hij de stap van de Belgische middenmoot naar de top aankan. De club kan ook nog een optie lichten om hem twee jaar langer aan zich te binden. Hetzelfde niveau als Krnic, ook tweeëntwintig, zal Schrijvers niet van bij het begin halen, dat wordt van hem ook niet verwacht. “Zoveel mogelijk bijleren op training en klaarstaan als het moet”, beseft hij zijn rol. Het valt alleen af te wachten hoe Maaseik een eventuele blessure van Vital Heynen zal opvangen. Voor de Belgische competitie stelt zich in dat geval niet onmiddellijk een probleem, maar voor de Champions League ?

Om vier uur worden de spelers opnieuw verwacht voor de baltraining. Net als ’s morgens tekent Vital Heynen ook nu weer als eerste present. Het toont de gedrevenheid en het professionalisme van de geboren Maaseiker. Heynen zag al veel spelers komen en gaan bij Noliko. “Ik stel vast dat het met de nieuwkomers kan klikken. Na een week samenwerken kan je uiteraard nog geen conclusies trekken. Maar het is niet zoals twee jaar geleden, toen ik van in het begin de indruk had dat het niet echt goed zat.”

In afwachting van de grote jongens werken de min 12-jarigen hun training af. Een van de jongetjes springt meteen in het oog. Die typische stijl, de x-benen : de zoon van Andrej Urnaut. “Inderdaad, de buurjongen”, knikt Vital Heyen. Ondertussen brengt het trainerstrio het oefenveld in gereedheid : hordes en paaltjes waarond ze straks – na de door Mathieu Bollen geleide opwarming – de sprong- en snelheidsoefeningen opbouwen. Tom Schrijvers zal daaraan niet deelnemen. Schrijvers kwam tijdens de eerste trainingsweek bij een sprong verkeerd neer en moet zich nog een tweetal weken beperken tot minder explosieve oefenvormen. Tot die tijd wordt hij dagelijks zorgvuldig ingetapet door kinesist Luc Beesmans. Of Fons Vranken, maar die geniet momenteel van een welverdiende rustperiode nadat hij in juli drie weken paraat stond voor de Lottowielerploeg in de Ronde van Frankrijk.

De rest van de Maaseikse spelerskern kan wel voluit gaan. Een nieuw gezicht is dat van Karel Brouns, weggeplukt uit de tweede ploeg om minstens een maand met het eerste mee te trainen. Brouns springt hoog, maar komt nog techniek te kort. Soto, ondertussen uitgeslapen, laat naast zijn sprongkracht ook zijn snelheid bewonderen. Als hij zijn impulsiviteit bij het smashen nog wat kan temperen en nog iets meer inzicht kweekt, kan hij uitgroeien tot dé sensatie van de competitie.

De derde echte nieuwkomer bij Noliko is de Duitse middenman Georg Wiebl (23), overgekomen van Wuppertal. Zijn voorganger, de naar Europees kampioen Parijs vertrokken Spanjaard José Luis Moltó, ontpopte zich vorig seizoen samen met Lébl tot een ijzersterk middenduo. Een zware erfenis voor de receptioneel niet altijd even zekere Wiebl. Of voor Franky Reijmen. De Limburger demonstreert op training zijn goede vormpeil en bewijst daarmee dat hij ook óp het veld nog van grote waarde kan zijn voor Maaseik.

En wat dan te zeggen van Vital Heynen. Waar zowat iedereen vorig seizoen veronderstelde dat hij de fakkel zou doorgeven aan Krnic, speelde Heynen sterker dan ooit tevoren. Bovendien blijft hij brandend ambitieus. Nuchter maar met vertrouwen blikt hij vooruit op het nieuwe seizoen. “Ik verwacht veel van Lennik : het beschikt over een sterke en ervaren groep. Maar dat ze Croes moeten missen ( zie Inside Volley, nvdr), kan een negatieve uitwerking hebben op hun vertrouwen. De schijnwerpers zullen op Lennik geplaatst worden als het minder loopt. Wij hebben het voordeel dat dit team nog kan groeien. Begin oktober is voor ons niet belangrijk. De eerste afspraak staat op 5 december op het programma, de eerste confrontatie in de Champions League. Maar ik geloof erin. De kwartfinales moeten we halen. En waarom zouden we Parijs niet kunnen verslaan ?”

door Roel Van den broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content