Het geheim van de Eiffeltoren is zo geheim dat geen van ons die de film vijftig jaar geleden zagen tot op heden weet wat dit geheim in feite was.
Een thriller mag niet te ingewikkeld zijn. Een thriller voor kinderen moet eenvoudig zijn. Een thriller voor kinderen zonder geluidsband en slechts voorzien van Franse tussenteksten moet gesneden brood zijn. Zo luiden ongeveer de drie filmwetten om een aangename namiddag in het halfdonker door te brengen. ?Le Secret de la Tour Eiffel? voldeed aan geen enkele hiervan, het leek er soms op dat men stukken van verschillende prenten kriskras achter elkaar had geplakt. Nu eens zag men een oudere heer tussen radiolampen en schakelaars aan knoppen draaien terwijl hij vervaarlijk met de ogen rolde, dan weer een door elkaar wriemelende menigte in hoogste staat van opwinding. Een auto begon plots te zwaaien en reed in een gracht, er was een achtervolging op de trappen van het stalen gevaarte, er werd geklauterd langs stalen balken en steunbogen en nu en dan verscheen er op het scherm een tekst met enige uitleg ?Ils ne savaient quoi faire?, waarop de pater van achter zijn projector als van de kansel riep : ?Zij wisten niet wat aan te vangen?. Maar de teksten kwamen te spaarzaam en waren te onbeduidend om ook maar enig licht op het geheim te werpen. Bovendien woog de ondraaglijke stilte op het van nature woelig publiek, zodat iedereen blij was toen er ?Fin? tevoorschijn kwam en wij in volkomen verwarring onze avondboterham gingen opeten.
Daar de prent voor veertien dagen moest gehuurd worden, wilde de monnik er dan ook zoveel mogelijk gebruik van maken, zodat hetzelfde publiek als een uur tevoren, alweer het hoofd pijnigend, naar de dansende beelden zat te kijken. Al zijn enthousiasme ten spijt, zag de kloosterling in dat deze manier van doen geen goede afloop zou kennen, want na deze twee donderdagvertoningen plande hij een zaterdagavond-, zondagmiddag-, zondagavond- en ga zo maar twee weken door vertoningen. Bij zulke hoge dosissen zou er onder het publiek wel eens een stop kunnen doorslaan.
Na dagen onaandachtzaam gebed en veel gewoel op zijn brits werd hem de oplossing zo maar in de schoot geworpen. Een zekere tante Julia die iedereen vergeten was, op een Frans pensionaat had gezeten en er de piano had leren betokkelen, werd van achter haar feuilletonlectuur weggelokt en met veel gepraam en gevlei ertoe overgehaald om na al die jaren nogmaals melodieën uit haar nu wat stramme vingers te toveren tot nut van de toeschouwers. Zij koos hiervoor ?L’Orage? een genrestukje dat het onweer uit de pastorale van Beethoven nabouwt maar dan wel in homeopathische verdunning.
DE KLOOSTERPIANO werd met man en macht uit de recreatiezaal gesleept waar zij twintig of meer jaren geslapen had. Een rooms-katholieke stemmer bracht het oude dier voor een volle aflaat weer op toon en de derde projectie van ?Le Secret? kon nu, gesteund door de donder op de bassen, bliksems in de hoge tonen en roffelende regen in de middenmoot van het klavier aanvangen. ?Het Geheim van de Eiffeltoren? duurde ongeveer drie ?orages? en een half lang, zodat de tante na het weekend heel wat noten in haar kneukels had zitten. Zij hees dan ook de witte vlag, het verzadigingspunt was bereikt, zij had nood aan warme melk met een eierdooier en het duurde een week eer ze haar breiwerk weer kon opnemen. Het teveel aan donder en bliksem had alle kracht uit haar vingers weggezogen.
?Het Geheim? zoals wij de film nu noemden dreigde terug in zijn volle stomheid te hervallen. Er werd in de buurt nog wat geronseld naar een pianiste, maar de resultaten waren mager. Wat doet men in een crimi met ?Für Elise?, een berceuse of ?Träumerei? als de gendarmen en dieven op en af trappen koersen, op ijzeren balken balanceren en elk ogenblik honderd meter diep dreigen te vallen ? Niets, absoluut niets.
Iemand uit het publiek trad als vrijwilliger naar voren om het melodietje te spelen dat de Amerikanen ?Chopsticks? noemen. Dit werd resoluut van de hand gewezen want wie dit wijsje kent, weet dat urenlange herhaling hiervan tot waanzin drijft.
Tenslotte was het alweer deze slimme pater die na veel priemen, nonen en mettenverzuim met de oplossing kwam. Het vijfde pianoconcerto van Ludwig van Beethoven was als het ware voor ?Het Geheim? geschreven, vooral de tweede beweging als ik het goed heb. Met een fijn penseeltje werden er twee witte stippen plakkaatverf op de 78-toerenplaat aangebracht om die passage te vangen en de taak van de geluidsman bestond erin de naald telkens weer naar de aanvang van de tweede beweging te brengen. En zo duikelden de boeven en detectives op en af de Eiffeltoren, reden auto’s in grachten en niemand ?savait quoi faire?.
Na zes ?Geheimen? en drie ?Dokters Mabuse? haakte ik af. Ik besefte dat dit allemaal voorbijgaand was en zoals Gerard Reve zo terecht zegt ?geen blijvende vreugde schept?.
Gommaar Timmermans