Met zijn nieuwe boek Wie niet horen wil schreef de Ugandees-Nederlandse auteur Moses Isegawa een verhaal over kindsoldaten in het leger van de Heilige Geest. Hij toont zich sceptisch over de oproep van aftredend premier Guy Verhofstadt om sekteleider Joseph Kony nu nog te arresteren.
Sinds twee jaar woont Moses Isegawa weer in de buurt van Kampala. De Ugandese auteur kwam in 1990 naar Nederland om zijn epische debuut Abessijnse kronieken te schrijven. Een verhaal over het schrikbewind van dictator Idi Amin Dada, dat internationaal een bestseller werd en op de lijst van beste Afrikaanse boeken ooit terechtkwam. In 2005 keerde hij terug naar Uganda, waar hij nu Wie niet horen wil ( The Land of Ears) schreef, een indrukwekkende vertelling over het leven van kindsoldaten en hun slachtoffers in Noord-Uganda. De Ugandese kindsoldaten zijn berucht om het afhakken van ledematen en het afsnijden van oren op bevel van oudere commandanten.
Net op dit moment voert hun oppercommandant Joseph Kony besprekingen met het regime van president Yoweri Museveni over het einde van het conflict dat al sinds de jaren tachtig woedt. Toen begon de katholieke zieneres Alice Lakwena met haar leger van de Heilige Geest de oorlog tegen het regime in Kampala. In 1987 vluchtte ze het land uit naar een VN-kamp in Kenia, waar ze dit jaar overleed. Maar haar strijd werd voortgezet door haar neef Joseph Kony, die ook een visioen kreeg met de opdracht Kampala te bevechten en de tien geboden in te voeren. Meer dan 60.000 kinderen werden in de loop der jaren ontvoerd, ruim 10.000 zijn nog altijd vermist.
Aftredend premier Guy Verhofstadt (Open VLD) noemde dit probleem eind september in zijn afscheidsspeech in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (en twee weken geleden nog in zijn toespraak op Koningsdag) het grote schandaal van Afrika en riep op om Joseph Kony meteen te arresteren. Hij vertelde het verhaal van de door België gesponsorde Christine, een van de seksslavinnen in Kony’s beweging, die door publiciste Els De Temmerman werd opgevangen. De Temmerman zette het probleem internationaal op de agenda met haar boek De meisjes van Aboke en met het rehabilitatiecentrum dat ze in Lira oprichtte. In die geteisterde streek is de beweging van Kony nu met een charmeoffensief begonnen tegenover de bevolking om vergeving en amnestie te krijgen.
Internationaal zijn er 300.000 kindsoldaten voor allerlei krijgsheren actief. Een week geleden werden er in Oost-Congo nog 232 overgedragen aan Unicef. In de Kivu zijn de voorbije maanden nog talrijke scholen afgebrand en werden kinderen onder dwang ingelijfd door de opstandige generaal Laurant Nkunda, die ook een aanhanger is van nieuwe evangelische kerken.
Moses Isegawa: ‘Wat is het voordeel van kindsoldaten? Ze zijn mak en makkelijk manipuleerbaar. Ze zijn ongelooflijk trouw. Als ze iemand als voorbeeld of held zien, doen ze letterlijk alles wat hij vraagt. Het zijn zeer gehoorzame soldaten, terwijl volwassenen soms zelf beginnen na te denken en te twijfelen. De jongens van Kony lopen honderden kilometers met een lading op hun rug door de bush van Sudan naar Uganda, hakken daar mensen dood en branden huizen plat, en keren dan weer honderden kilometers terug naar het kamp in Sudan. Ze lijden vreselijke ontberingen: weinig en slecht eten, malaria, dysenterie, tuchtstraffen. Hun handen of voeten worden afgehakt als ze een regel overtreden, of ze worden gruwelijk afgemaakt als ze willen vluchten. En toch voelen velen zich superieur aan de soldaten van het regeringsleger van president Museveni, die mooie uniformen en genoeg voedsel hebben. Die soldaten zijn zondig en vechten voor geld, en wij vechten voor ideeën en idealen, denken ze. Psychologisch staan ze sterker. Velen hebben een heilige verering voor Kony, de grote profeet. Het leger is hun familie, de Heilige Maria hun moeder en Kony hun vader.’
U schrijft over het dilemma dat ze aan de ene kant gehersenspoeld zijn als moordmachines, maar aan de andere kant ook zelf slachtoffers zijn.
ISEGAWA: Ja, het blijven onze kinderen. Als je mensen doodt, ben je natuurlijk een moordenaar. Maar de meesten hebben er niet voor gekozen om kindsoldaat te worden. Ze werden ontvoerd en met geweld ingelijfd. Ze werden bang gemaakt en afgedreigd. Dus zijn ze natuurlijk ook slachtoffers.
Kunt u hen rehabiliteren?
ISEGAWA: Veel kindsoldaten zijn zo getraumatiseerd dat ik me niet kan indenken dat ze nog normale burgers worden. Ze ontsnappen soms of worden vrijgelaten, maar hun geest blijft daar, in het leger van de Heilige Geest. Daar gelden heel duidelijke regels en denkt de commandant in hun plaats. In het gewone leven moeten ze zelf beslissingen nemen, en dat hebben ze nooit geleerd. Ze hebben ook nooit geleerd, in tegenstelling tot andere kinderen op die leeftijd, wat het onderscheid tussen goed en kwaad is.
Els De Temmerman heeft in Noord-Uganda een rehabilitatiecentrum voor gewezen kindsoldaten opgericht. Wordt dat gewaardeerd in Uganda?
ISEGAWA: Ik denk het wel. Het is natuurlijk positief en ontzettend moedig dat zij besloten heeft een opvangcentrum op te richten in Lira, waar zij tijdens de moeilijkste jaren aanwezig bleef – iets wat zelfs weinig Ugandezen zouden durven. Maar anderzijds vragen velen zich af waarom Europa niet meer druk uitgeoefend heeft op de Ugandese regering om de oorlog te beëindigen. Het heeft daar vrijwel niets voor gedaan. Waarom niet? Omwille van de relaties met president Museveni? Uit onverschilligheid? Die dubbelzinnigheid van de EU heb ik echt niet begrepen.
Aftredend premier Guy Verhofstadt heeft onlangs verscheidene keren, onder meer in zijn afscheidstoespraak in de Veiligheidsraad, opgeroepen om iets aan de problematiek van de kindsoldaten te doen.
ISEGAWA: Dat is natuurlijk goed. Maar waarom doet hij die oproep pas in zijn afscheidsrede in de Veiligheidsraad? Waarom als aftredend premier en niet als aantredend premier die nog alle macht heeft om er zelf iets aan te doen? Hij kent die problemen al jaren en had alle mogelijkheden om de regering van Uganda onder druk te zetten, maar hij heeft dat niet gedaan. Net nu zijn er vredesonderhandelingen bezig. Excuseer mij, maar dan klinkt zo’n oproep gemakkelijk, cynisch en misschien wel ongepast. Ik zou het hem graag zelf vragen: waarom hebt u zo lang gewacht?
België verbiedt wel wapens te verkopen aan landen die kindsoldaten in hun leger opnemen. Verhofstadt roept nu op om Kony te arresteren. Er ligt al twee jaar een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen Kony klaar.
ISEGAWA: Waarom heeft Verhofstadt hem dan niet laten oppakken door Belgische troepen in Congo? De VN-troepenmacht weet daar perfect waar Kony zich in Oost-Congo ophoudt. Twee jaar is er niets gebeurd. Trouwens, voor een van die trawanten is het alvast te laat, want ik hoor dat Vincent Otti, de militaire leider van het Verzetsleger van de Heer, de voorbije weken is omgekomen. Joseph Kony had blijkbaar een reden om Otti te wantrouwen en heeft hem laten vermoorden.
Vincent Otti was een van die harde mannen die het schrikbewind in Noord-Uganda vestigden. Hij ging zelfs terug naar zijn eigen dorp om ruim 200 mensen af te maken. Dat was trouwens ook voor veel kindsoldaten een proef om te tonen hoe hard ze wel zijn: hun eigen geboortedorp aanvallen en hun eigen familie uitmoorden. Ook een manier om te verhinderen dat ze nog naar huis terug kunnen. Het lijdt geen twijfel dat Kony een afschuwelijke tiran is die de meest vreselijke gruweldaden op zijn geweten heeft. Maar een kleine interventie had al volstaan om hem uit te schakelen. Waarom heeft Europa al die jaren dan niets gedaan? Ze lieten de rebellen betijen en stuurden liever een paar hulpverleners.
Sterke man Museveni heeft in Rwanda Paul Kagame en in Congo Joseph Kabila aan de macht geholpen, maar kan in eigen land een sekte niet de baas. In uw boek wordt de vraag gesteld ‘waarom een regering, die prat gaat op een groot leger met tanks en vliegtuigen, een stel snotapen met ongewassen piemeltjes niet kan verslaan’.
ISEGAWA: Dat is de grote, onbeantwoorde vraag die veel Ugandezen zich stellen. Waarom duurt die oorlog zo lang? Er zijn natuurlijk voordelen: dankzij een oorlog kun je de macht stevig in handen nemen, wetten door het parlement jagen, de bevolking onder de duim houden en controleren. De Ugandese oppositie stelt niets meer voor. Natuurlijk, Kony is zo sterk geworden in de jaren negentig toen hij een bondgenootschap met de fundamentalistische regering in Sudan sloot. Hij kreeg voedsel, wapens en een basis in Zuid-Sudan. In ruil daarvoor leverde hij kanonnenvlees in de strijd tegen het Sudanese rebellenleger, de SPLA. Letterlijk ‘kogelvangers’: jongens die de kogels moesten opvangen. Ze dachten dat ze onoverwinnelijk waren als ze zich met notenolie inwreven, en zo zijn vele honderden neergemaaid. Maar het voorbije jaar is de oorlog in Noord-Uganda op een laag pitje gezet en zijn er nog nauwelijks aanvallen. Ook al omdat de Sudanese steun is weggevallen. Er zijn vredesbesprekingen, en sommige ontheemden keren al terug naar hun dorpen. Want dat was nog het ergste gevolg van die jarenoude oorlog: de ontheemdenkampen met meer dan 1 miljoen vluchtelingen.
Is het dan nog wel opportuun om Kony te arresteren, zoals Verhofstadt nu wil?
ISEGAWA: Nee, dan zou je het hele vredesproces torpederen. Het is net door hem niet te arresteren dat het overleg het voorbije jaar mogelijk is geweest. Want zonder Kony zullen andere elementen het bevel overnemen en kan de oorlog weer in alle hevigheid oplaaien. De voorbije weken waren er zelfs vertegenwoordigers van Kony bij Museveni in het State House. De schrik voor het Internationaal Strafhof in Den Haag is een sterke drijfveer voor Kony. Want hij weet dat hij dan nooit meer uit Den Haag terugkeert.
Maar Kony amnestie geven, dat is alsof George W. Bush met Osama Bin Laden zou praten en de spons over alles vegen?
ISEGAWA: Ja, het kan principieel slecht lijken om met een oorlogsmisdadiger te praten, maar je moet kiezen voor de beste oplossing voor de bevolking. Anders wordt het misschien nog erger voor hen. Daarom willen ze nu liever verzoening dan berechting.
Wat drijft Kony? Is hij een psychopaat of is hij uit op macht en geld?
ISEGAWA: Een combinatie van alles, denk ik. Hij wist dat hij niet in een handomdraai Kampala zou innemen en de tien geboden invoeren. Hij besefte dat hij misschien tientallen jaren het volk alleen door angst kon onderwerpen: vandaar het afsnijden van de oren als symbool van de gewelddadige onderwerping. Wie niet horen wil, moet voelen en verliest zijn oren. Maar anderzijds moet hij ook een soort uitstraling hebben, zoals veel leiders. Hij is uit op macht over zijn volgelingen. Hij is gescheiden van zijn eigen volk, de Acholi’s, en wil een nieuw Acholi-ras kweken. Vandaar zijn tientallen vrouwen. Vandaar de bizarre regel in het leger van de Heilige Geest: ‘Gij zult twee testikels hebben’. En verder denk ik dat hij zelf stellig gelooft dat hij een groot profeet is.
Vanwaar dat succes van sekten en nieuwe kerken?
ISEGAWA: Er is in Uganda een enorm geloof in geesten en hekserij, en de nieuwe religieuze leiders beweren dat ze het kwade kunnen uitdrijven. Ze hebben ook een andere stijl: met veel muziek, sfeer en opwinding, dicht bij de mensen. Ik heb jaren op het katholieke seminarie gezeten, dat was erg afstandelijk, en alle nadruk lag op het spirituele kapitaal dat je opbouwt voor na je dood. Maar die nieuwe leiders zeggen gewoon: kijk, ik stonk van armoede vroeger, en nu ben ik stinkend rijk, en dat vindt Jezus goed! Dat klinkt al aantrekkelijker voor arme mensen. Het succes heeft waarschijnlijk ook met de verpaupering, het wantrouwen en het uiteenvallen van oude familiestructuren te maken.
In Oost-Congo worden door krijgsheren zoals generaal Nkunda massaal kindsoldaten ingelijfd en meisjes verkracht. De problematiek blijft actueel?
ISEGAWA: Dat zal nog jaren zo blijven, vrees ik. Zolang ze kindsoldaten kunnen inlijven en van de grondstoffen profiteren, zoals goud en diamant. Want daar hebben mannen zoals Kony en Nkunda natuurlijk hun strijd mee betaald. Maar het sterkst ben je als je die militaire macht ook nog met bovennatuurlijke, spirituele macht kunt combineren, zoals Kony en Nkunda doen.
Na uw vorige, kritische boek Voorbedachte daden, over het asiel- en uitwijzingsbeleid, bent u naar Uganda teruggekeerd. Uit ontgoocheling?
ISEGAWA: Ja. Toen ik in 1990 naar Nederland kwam, was het er socialistisch, vooruitstrevend en tolerant. Dat werd totaal doorbroken onder de regering-Balkenende. Mijn boek Voorbedachte daden kwam uit in de periode dat Theo van Gogh werd vermoord, waarna nog meer werd bewezen wat ik net had geschreven. Dus dacht ik: laat ik maar teruggaan. Ik was na vijftien jaar ook benieuwd om te zien wat er intussen veranderd was in Afrika. Ik wou niet zoals andere Afrikaanse auteurs in Europa gaan zitten schrijven over mijn continent. Ik wou het zelf zien en meemaken.
DOOR CHRIS DE STOOP