DOOR FRANS VERLEYEN

Het kan een neergestort vliegtuig zijn, een grote hotelbrand, een dijkbreuk of een doormidden gebroken olietanker. In ieder geval gaat het om een bepaald soort feit waarbij iedereen onmiddellijk weet : dit is een ramp. De getuige ervan registreert haar in één kort moment. De kreet van afschuw, het kippenvel, het bevende lichaam zijn de gelijktijdige symptomen die in een fractie van een seconde optreden. Toch bestaat geen pasklare cataloog van gebeurtenissen die al dan niet ramp genoemd kunnen worden. Op de meetlat van het onheil staat een lange reeks in ernst oplopende begrippen : pech, ongeval, ongeluk, tragedie, catastrofe. Ze worden met elkaar verbonden door een gedachte aan het noodlot.

Toch is meer dan dat nodig om een ramp te verkrijgen. Dezelfde dag waarop de crash in Oostende plaatsvond, raakten op het Europese wegennet honderd keer meer mensen gedood of gekwetst dan tijdens de luchtvaartshow. Toch werd, zoals altijd, die massale sterfte vrijwel genegeerd. Een ramp moet niet alleen een onverhoeds en gebald maar ook een vanop één plaats te overzien evenement zijn. Wanneer ze geen direct visueel resultaat oplevert, zoals bijvoorbeeld een milieudrama dat zich afspeelt in het diepste van de aardbodem of de oceanen, verliest ze haar status. Onzichtbare gebeurtenissen, hoe erg ook, worden niet opgenomen in de boekhouding van de dood.

Na elk noodgeval dat aan de gestelde voorwaarden voldoet, komt een min of meer vaststaande reeks reacties en rituelen op gang. Allereerst treedt binnen de minuut een hulpplan in werking. Onze hoog georganiseerde maatschappij is altijd bedacht op gevaar, ook als dat bewust wordt opgezocht, en zijn gevolgen. Tegen elke kritieke toestand heeft ze een draaiboek klaar. Ze onderhoudt, de klok rond, een permanent alarmsysteem met snelle communicatie en gereedstaande interventiediensten. Er wordt altijd genoteerd hoe vlug ze ter plaatse raakten en of ze al dan niet heldhaftig waren. De bij de zaak betrokken bevolking kan in de meeste gevallen terecht bij een inderhaast op poten gezet crisiscentrum waar informatie of troost verkrijgbaar is.

Na het vaststellen van de schade, in mensenlevens en materiële goederen, volgt een delicate afweging. In welke mate en hoe zal de overheid zich bij het leed betrokken tonen ? Haar reactie is vermoedelijk zuiver psychologisch. Er zal wel een minimum aantal doden nodig zijn, maar dat is nergens vastgelegd. Drie of vier lijkt nog net onvoldoende voor een officieel teken van nationaal verdriet. Waar ligt echter de grens ? Erachter ligt ook nog een hiërarchisch probleem. Wie zal, afgewogen tegen het gehalte aan dramatiek en publieke ontsteltenis, zijn rouwbeklag overmaken ? Onderaan staat de plaatselijke politicus. Hij of zij volstaat bij niet al te tragische ongelukken met beperkte weerslag. Maar in Oostende was dus meer vereist.

Zo moest het koninklijk echtpaar teruggeroepen worden van zijn boottocht en andere vakantiegenoegens in de Middellandse Zee. Waarschijnlijk beslist de eerste-minister over een dergelijk initiatief waarvan hij de noodzaak zelf moet aanvoelen. Het staatshoofd was alleszins snel weer in België zodat hij reeds op zondagmorgen een bezoek kon brengen aan de in Oostende opgebaarde slachtoffers en aan het Gentse universitair ziekenhuis. Hij werd daarbij vergezeld door vijf ministers, een staatssecretaris, de burgemeester en de provinciegouverneur. Kennelijk ligt ook voor de somberste gelegenheden een protocollair scenario binnen handbereik. Het blijkt zelfs in volle zomer te werken.

Het leert ons alvast iets over de monarchie en haar regeerders in hun omgang met door smart getroffen burgers. De nationale prominenten kunnen moeilijk wegblijven maar mogen ook niet opdringerig lijken. Bij vele toeschouwers zweeft op de achtergrond immers de vage gedachte dat vorsten en kroonprinsen hun zichtbaarheid merkbaar vergroten bij twee soorten gelegenheden : zogenaamde volksvreugde (die altijd wat geregisseerd moet worden) en vlagen van rampspoed. Men kan zeggen dat zij zowel lief als leed nodig hebben om in het openbaar hun waarde te bewijzen. Omdat ze in die omstandigheden nogal systeemvast optreden, kunnen ze makkelijk van kunstmatige, in glanspapier verpakte ontroering verdacht worden. Dat vermijden, vergt jarenlange ervaring of misschien zelfs training.

Wanneer de sporen van een publieke tragedie zijn uitgewist, de hoogwaardige ambtsdragers terug naar huis en de gemoederen bedaard, volgt in elk rampenboek het laatste hoofdstuk. Er wordt, vaak in een schichtig spel van beschuldiging en ontkenning, naar onvoorzichtigheid of nalatigheden vanwege verantwoordelijken gezocht. Dat is soms nuttig om na te gaan welke verzekering de schade zal vergoeden. Daarnaast worden altijd maatregelen overwogen en liefst meteen aangekondigd om een herhaling in de toekomst te vermijden. Politici zijn erg goed in het bespelen van die snaar, het verspreiden van wolken vol vermaningen. Toch lukt het hen zelden het gedrag van hun onderdanen te wijzigen. Zelf hebben ze niet veel gezag meer en bovendien leren mensen niet makkelijk van hun fouten.

HET GEWICHTLOZE MYSTERIE

In Oostende werd, met toelating van hogerhand, het risico van dood en verminking acrobatisch genomen door een stel vliegende stuntmannen en hun massaal aanwezige bewonderaars. Boven en op het vliegveld waren in feite grote kinderen aan het spelen. In elk spel schuilt gevaar, maar we kunnen het niet laten. Volwassen mannen verongelukken volstrekt nutteloos in het hooggebergte waar ze eigenlijk niet thuishoren. Ballonvaarders storten in zee. Autocoureurs smakken tegen driehonderd per uur tegen de vangrails en fietsende renners suizen op twee dunne wieltjes de flanken van de Pyreneeën af. Wiebelend met hun stok steken koorddansers diepe ravijnen over.

De media volgen met ingehouden adem al die zinloze daden. Van alle levende wezens is uitsluitend de mens bereid om op die manier vrijwillig te sterven. Dat is zijn mysterie. Hoog boven de aarde zweeft hij er gewichtloos mee in de dreigende ruimte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content