?Ik ben bang van het zwarte gat.? Tien vragen aan IOC-voorzitter Samaranch.
Juan Antonio Samaranch behoort niet tot de IOC-leden die voor het leven zijn benoemd en had dit jaar moeten opstappen als voorzitter, was er in 1994 niet een statutenwijziging gestemd die de verplichte pensionering op tachtig jaar bracht. In september van dit jaar als Rome, Athene en Kaapstad onder elkaar uitmaken wie de olympische stad van 2004 wordt zullen de IOC-leden hun Spaanse baas voor nog eens vier jaar in Lausanne laten blijven.
Een hypothese : wat gebeurt er indien u niet herkiesbaar bent ?
JUAN ANTONIO SAMARANCH : Dan komt er andere voorzitter en zullen de dingen veranderen : slechter, beter of hetzelfde. De strijd om mijn opvolging zal over vier jaar minder intens zijn. Dan is de nieuwe generatie van veertigers en vijftigers klaar om de leiding over te nemen. Ik zal zelf geen poging ondernemen om een opvolger voor te bereiden en te lanceren. Wat ik wel hoop te doen, is in het laatste jaar van mijn voorzitterschap de statuten zo te wijzigen dat ook de voorzitter betaald wordt. Ik krijg alleen mijn onkosten vergoed. Je kan niet van iedere toekomstige voorzitter eisen dat hij welgesteld is en zijn baan zo maar opzegt om in Lausanne te komen wonen.
Ziet u de commercialisering niet als de grootste bedreiging voor de sport ?
SAMARANCH : Veeleer als een weldaad. Commercialisering betekent democratisering. Wij hebben de rem erop. Reclame in de stadions en op de atleten blijft onbespreekbaar. U heeft wellicht gelijk als u zegt dat het Dream Team vooral naar Barcelona kwam om de NBA te promoten. Maar uiteindelijk werden ook de sport en de Spelen hier beter van.
U heeft het altijd over de eenheid die u tussen het IOC, de olympische comités en de internationale federaties wil bewaren. Die eenheid is erg broos.
SAMARANCH : Dat denk ik niet, maar ze heeft voortdurende zorg nodig. Elk uur werk ik daaraan. Als ik de volgende vier jaar nog iets wil realiseren dan is dat de vergroting van onze zetel in Lausanne en de versteviging van die eenheid.
Toch lijkt het IOC soms te worden gegijzeld. Atletiekbaas Primo Nebiolo roept elk half jaar dat hij meer geld wil en het Amerikaans olympisch comité (USOC) krijgt meer IOC-geld van tv-rechten en sponsoring dan alle andere Olympische comités samen.
SAMARANCH : De internationale federaties hebben meer geld gekregen en zijn nu tevreden, denk ik. Wat meneer Nebiolo betreft, die is IOC-lid geworden en daar is die zo fier over dat ik hem geen anti-IOC-politiek zie voeren.
De Verenigde Staten vragen en verdienen dan weer een aparte benadering. USOC krijgt inderdaad meer geld dan de anderen, maar anderzijds komt negentig procent van ons sponsorgeld van Amerikaanse bedrijven. Bovendien halen we daar ook nog eens meer dan de helft van ons televisiegeld binnen.
Sport heeft sterk aan belang gewonnen terwijl u voorzitter was. Ziet u daar een causaal verband ?
SAMARANCH : Ik zeg altijd : de drie grote fenomenen van deze eeuw zijn de informatica, de televisie en de sport. Die laatste twee hebben wij aan elkaar gekoppeld. We hebben kunnen profiteren van de gunstige omstandigheden. Tot ik er kwam, had het IOC de specialiteit dat het tegen de wind in wilde varen. Wij hebben het schip gedraaid en het varen ging vanzelf.
Het begin was moeilijk omdat er geen geld was. Politiek zijn we begonnen met twee grote boycots. De tweede was niet nodig. Joeri Andropov had mij voor Los Angeles zijn deelneming beloofd maar hij overleed en Andrej Gromyko die de VS haatte, kon zijn zin doordrukken. Seoel beschouw ik nog altijd als de grootste overwinning van mijn voorzittersschap. Barcelona waren de beste Spelen ooit.
Jammer dat Atlanta op alle vlakken hoog scoorde, maar in eigen stad de zaak verknoeide.
SAMARANCH : Er was een kloof tussen de organisatie en de stad en dat mag nooit meer gebeuren. Bij alle volgende Spelen moet de overheid betrokken partij zijn. Los daarvan heeft men in Atlanta schitterende sport gezien. En er is voor 500 miljoen dollar nieuwe sportinstallaties nagelaten. Dat maakt het een beetje makkelijker om te aanvaarden dat er van ons olympisch stadion weinig meer overblijft dan een baseballpark.
Het IOC zoekt een oplossing om het aantal deelnemers aan de Spelen te beperken. Die ligt voor het grijpen : gooi het voetbal eruit, want die sport wil toch niet met haar beste spelers komen.
SAMARANCH : Dat is niet helemaal waar. Drie van de spelers mogen ouder zijn dan 23 jaar, dus de absolute top kan aanwezig zijn. Ronaldo heeft al gezegd dat hij er de volgende Olympische Spelen wil bij zijn. Maar ik begrijp dat de wereldvoetbalbond Fifa haar eigen WK wil beschermen.
Het Olympisch programma inperken, is een delicate zaak. Momenteel staat maar één sport ter discussie, de moderne pentathlon. Het lobbywerk uit die hoek is al begonnen en dat mijn zoon voorzitter is van die internationale federatie, verandert niets aan de zaak. Als straks tweederde van de IOC-leden beslist voor afschaffing is er geen moderne pentathlon in Sydney.
De sport begeleiden in de 21ste eeuw, die idee moet u aanspreken.
SAMARANCH : Ik ben begonnen in 1980 in Moskou ; ik zal ermee ophouden in 2000 in Sydney. Dat is een mooie periode. We zijn trouwens druk aan het nadenken over een passende manier voor de sport om het nieuwe millenium te vieren.
Hoe verteert u de aanvallen op uw persoon ?
SAMARANCH : Het is een prijs die je betaalt en op de duur wen je daar aan. Opbouwende kritiek is altijd welkom. Persoonlijke aanvallen neem ik niet. Een Engelse journalist ( Jennings, die het boek ?The Lords Of The Rings? schreef en werd veroordeeld) moet zich niet geroepen voelen om over mijn politiek verleden in Spanje te oordelen. De Spaanse bevolking moet mij beoordelen en dat is ook gebeurd.
Kan een man van tachtig jaar een beweging van jonge mensen leiden ?
SAMARANCH : Ik hoor dat wel eens meer. Ik heb lang geaarzeld om mij herverkiesbaar te stellen omdat ik 77 jaar ben als ik verkozen word en je op die leeftijd van jaar tot jaar bekijkt wat nog kan. Ik zal 81 zijn als ik er mee ophou. Dat is niet jong, maar anderzijds heb ik veel ervaring en voel ik mij nog fit. Dit is geen werk voor mij. Dit is een passie. Daarom ben ik ook een beetje bang van het zwarte gat. Als er straks geen IOC meer is, dan zal het snel bergaf gaan met mij.