Dolle Mina’s kun je hen zeker niet noemen. De verschillen zijn te groot. Ze hebben een andere achtergrond, ze leven in een andere tijd en op een andere plaats. Toch proberen de moslima’s langzaam maar zeker een stem te krijgen.
Het werd een ‘nationale dialoog’ genoemd, maar in de ogen van de westerse wereld was het een ongewone dialoog. Van 13 tot 15 juni gingen Saudische vrouwen en mannen in Medina een debat aan over hoe ze het leven van de vrouwen konden verbeteren. De vrouwelijke gesprekspartners in de discussie waren voor de mannen enkel zichtbaar op een tv-scherm.
Van in de kleuterklas tot de universiteit, in de weinige beroepen die vrouwen mogen uitoefenen, en in alle openbare plaatsen, wordt de vrouwelijke helft van de Saudische bevolking strikt apart gehouden. Vrouwen mogen geen auto, boot of vliegtuig besturen. Ze mogen de haren, polsen of enkels niet ontbloten in het openbaar. Ze mogen niet reizen zonder toestemming van een mannelijke voogd. Een vrouw die haar echtgenoot kwaad maakt, riskeert gerechtelijke vervolging en opsluiting tot haar man de tijd rijp acht om te scheiden. En dan verliest ze het voogdijrecht over haar kinderen.
Als de 19 aanbevelingen die kroonprins Abdullah op 15 juni deed, ooit zouden worden aangenomen, zou de situatie wel verbeteren. De deelnemers aan het debat vroegen speciale rechtbanken om vrouwenzaken te behandelen, meer delen voor vrouwen in de bestaande rechtbanken en openbaar vervoer voor vrouwen. Ze wilden meer onderwijs, meer banen en meer vrijwilligersorganisaties die de vrouwenproblematiek aanpakken. Een vaak terugkerend begrip was ‘meer bewustzijn’, niet enkel van de vrouwenrechten, maar ook van de vrouwen als mensen.
Saudi-Arabië is hét land van het mannelijke chauvinisme. Maar het is fout te veronderstellen dat alle vrouwen in de Arabische wereld lijden onder even strikte regels als hun Saudische zussen. Het is ook fout te denken dat sluiers en hoofddoeken, die nergens verplicht worden behalve in Saudi-Arabië en niet-Arabisch Iran, een teken van uitsluiting zijn. Voor sommigen is het gewoon een persoonlijke expressie van religieuze devotie. Voor anderen is het een manier om aan de tirannie van de mode te ontsnappen.
Het is zelfs fout te veronderstellen dat het afgescheiden leven van de vrouwen in Saudi-Arabië altijd hard is. Vervelend ja, en vol kleine ongemakken, maar die worden toch gecompenseerd door een soort rijkdom. Veel Saudische vrouwen zijn trots op het beschermde klimaat, de familiale gebondenheid en de islamitische vroomheid. In de lijst met aanbevelingen werden vooral die aspecten benadrukt.
Langzaam maar zeker verbetert ook het lot van de Saudische vrouwen, net zoals dat van vrouwen in de meeste Arabische landen. Saudische meisjes mochten tot 1964 niet naar school gaan. Nu zijn 55 procent van de universiteitsstudenten vrouwen. Soortgelijke evoluties kun je ook elders zien. In de nationale universiteiten van Koeweit en Qatar zijn 70 procent van de studenten vrouwen. Over de hele regio is de gemiddelde tijd die vijftienjarige meisjes op school hebben gespendeerd, gestegen van zes maanden in 1960 naar 4,5 jaar vandaag. Dit is nog altijd maar drie vierde van de scholing die Arabische jongens krijgen, maar het onderwijs voor vrouwen is toch sneller gegroeid in de Arabische landen dan in om het even welke regio. Tunesië heeft de kloof van het analfabetisme tussen jonge mannen en vrouwen sinds 1970 met 80 procent gedicht. Jordanië heeft zelfs volledige geletterdheid bereikt voor beide seksen.
De gezondheid van de vrouwen is in de Arabische wereld vooruitgegaan op een ongeëvenaarde manier. De levensverwachting van vrouwen is sinds 1970 gestegen van 52 naar 70 jaar. Het aantal kinderen dat de gemiddelde Arabische vrouw krijgt, is de laatste 20 jaar gehalveerd. Het is nog nauwelijks hoger dan de wereldnorm. In Oman is de vruchtbaarheid gedaald van tien geboortes per vrouw naar minder dan vier. De belangrijkste reden hiervoor is de enorme stijging van de trouwleeftijd van meisjes. Van de vorige generatie Arabische vrouwen was 75 procent op twintigjarige leeftijd getrouwd. Dat deel is nu gehalveerd. In grote Arabische steden maken de hoge behuizingskosten en het feit dat vrouwen diploma’s en carrières willen dat veel vrouwen hun huwelijk uitstellen tot ze dertig zijn. Net zoals in de rest van de wereld gebeurt.
Hoeris en hijabs
Buitenstaanders zien Arabische vrouwen als verborgen en opgesloten geesten, maar de Arabische wereld denkt daar helemaal anders over. Zet een tv-toestel aan in Muscat of Marrakech, en je ziet pittige, hoogst competente en mooie, vrouwelijke presentatrices. De concurrentie tussen de Libanese tv-netwerken is zo fel dat de gebaren bij uitspraken als ‘regen in de bergen’ van de betoverende weervrouwen soms opzienbarend zijn. Nog opvallender is de reeks videoclips op de zeer populaire satellietkanalen, die de klok rond Arabische popmuziek uitzenden. Straplesshoeris (schoonheden), zoals de Libanese Nancy Ajram en de Egyptische Ruby, zingen en dansen met bijna minder ongeremdheid dan hun westerse prototypes.
Het is waar dat zulke beelden zeer controversieel blijven, en niet alleen bij feministes. In het relatief ruimdenkende Egypte heeft de staat de meest uitdagende vrouwelijke sterren van het scherm geweerd en onthullende outfits verboden, omdat ze de jeugd zouden aantasten. De uitdagende videoclips worden geregeld vervloekt tijdens de vrijdagse preek in de moskeeën.
Het is ook waar dat uitdagend geklede sterren helemaal niet representatief zijn voor de Arabische vrouw. Over het algemeen gaat het percentage Arabische vrouwen dat een vorm van hijab, of sluier, draagt, zelfs omhoog. De cijfers lopen uiteen: van ongeveer 10-20 procent in Libanon of Tunesië tot misschien 60 procent in Syrië en Jordanië en zelfs 80 procent in Koeweit en Irak. Op het platteland in Egypte is de recente opkomst van de sluier zowel een teken van de opkomst van de stadsmode daar (vrouwen werkten traditioneel zonder sluier op de velden) als een teken van het toenemende conservatisme. De populariteit van de sluier in de Egyptische steden is gedeeltelijk te wijten aan het stijgende aantal vrouwen dat buitenshuis gaat werken of studeren. Voor traditionele families is de hijab een soort tussenstation, halfweg op het spoor naar meer vrijheid.
Tegelijkertijd leven de nachtclubs in Caïro, Dubai en Beiroet als nooit tevoren. Zelfs de vrouwen die de drukke bars en discotheken mijden, kunnen zich nu wagen in de cafés, die vroeger uitsluitend mannelijk domein waren. Vrouwen die waterpijpen roken, zijn niet langer ongewoon. Het fenomeen helpt zelfs om toeristen aan te trekken, vooral uit de Golfstaten, die vinden de vrije vermenging van de seksen op zich al een spektakel. En onvermijdelijk hebben deze lossere zeden een invloed op de eigen situatie thuis.
Die andere moderne media, het internet en de mobiele telefoon, versterken zulke gedragswijzigingen. Hoewel het nog moeilijk is om in het openbaar leden van de andere sekse te ontmoeten, stijgt het aantal jonge Arabieren die chatten, flirten en daten via de ether toch. En dat is nog maar de onschuldige kant. We onderzochten op een absoluut onwetenschappelijke wijze de internetcafés in enkele Saudische steden en stelden vast dat bijna alle websites die als favorieten waren opgeslagen, schaamteloos pornografisch waren.
Zelfs de vele Arabieren die zich afzetten tegen MTV en online dating, zullen toegeven dat de vrouwelijke rolmodellen heel wat veranderd zijn. In bijna alle 22 landen van de Arabische Liga (op drie na) hebben vrouwen het recht om te stemmen en verkozen te worden. (Het Zwitserse kanton Appenzell gaf die rechten niet tot 1991.) Arabische vrouwen werken ook als ambassadeurs, ministers, topzakenlui en zelfs, in Bahrein, als legerofficieren. Een vijfde van de rechters in het Algerijnse Hooggerechtshof zijn vrouwen. En in Tunesië bezetten vrouwen 15 procent van alle juridische topfuncties. Zelfs in Saudi-Arabië is Lubna Olayan hoofd van de grootste private industriële groep. En Thoraya Obeid leidt het agentschap voor familieplanning van de Verenigde Naties, al is dat wel in New York.
Evolutie teruggedraaid
Maar de Arabische vrouwen moeten niet te zelfingenomen worden. Het VN-Rapport over de Arabische Menselijke Ontwikkeling noemt vrouwenrechten, samen met onderwijs en bestuur, niet voor niets de grote uitdaging voor de regio. Statistieken vertellen niet alles. Een ongetrouwde vrouw die alleen woont, is bijvoorbeeld nog steeds taboe in bijna alle Arabische landen. Cijfers drukken ook niet uit welke reacties ‘onfatsoenlijke’ kledij uitlokt in de meeste Arabische steden. Ze vertellen niet wat de destructieve sociale impact is van gewoontes zoals vrouwenbesnijdenis (nog steeds wijdverspreid in Egypte en Sudan), polygamie (gewettigd door de islam, maar zeldzaam, behalve in de rijke Golfstaten) of eremoorden (gewettigd door plaatselijke gewoontes, niet door het geloof. Aan het verminderen, maar in Jordanië worden nog meer dan 20 vrouwen per jaar vermoord door eigen familieleden).
Cijfers kunnen soms toch onthullend zijn. Een recente studie in Egypte toonde aan dat bij families met een laag onderwijsniveau, vrouwelijke baby’s dubbel risico lopen om te overlijden dan mannelijke. In Jemen is de ongeletterdheid bij jonge vrouwen (54 %) drie keer zo groot als die bij mannen. En de kans op een carrière is klein bij de trotse Saudische vrouwen die nu een universiteitsdiploma halen. Nauwelijks 6 procent van de werkende bevolking is daar vrouwelijk. Over de hele Arabische regio heeft maar een derde van de volwassen vrouwen een baan, terwijl in Oost-Azië drie- kwart van de vrouwen werkt.
Even verontrustend is dat de evolutie naar meer gelijkheid in sommige Arabische landen teruggedraaid wordt. Dat is het geval in Irak, een land dat tijdens de jaren ’60 en ’70 tot de voorhoede behoorde. Twee decennia van oorlog en sancties tijdens Saddam Hoessein hebben het leven van de vroegere grote en rijke middenklasse vergald. Deze teloorgang bracht twijfel over de sociale modellen mee. Zo groeide onzekerheid over het gezin als kern, dat het oude, patriarchale stammensysteem langzaamaan verving. De achteruitgang van het lot van de meeste Iraakse vrouwen is zelfs nog dramatischer sinds de oorlog. Vrouwen zijn gewoonweg te bang om alleen uit te gaan in de steden. Het toenemende religieuze conservatisme heeft velen aangezet om een sluier te dragen, zowel uit schrik als uit geloofsovertuiging.
Zelfs in de meer vreedzame Arabische landen is de vooruitgang voor vrouwen nog niet helemaal verzekerd. In de jaren ’50 gaf het seculiere Tunesië vrouwen volledige gelijkheid. Het land ging zelfs tegen de islam in en verbande polygamie. Door hun stemrecht, door hun recht op scheiding en op werk in iedere beroepssector, worden de Tunesische vrouwen benijd door alle Arabische feministes. Maar ze klagen zelf dat de houding van de mannen niet echt veranderd is. Een Tunesische sociologe beschrijft de trend bij rijke mannen om een bruid te zoeken in arme dorpen, omdat de stadsvrouwen ’te onafhankelijk’ zijn. Het aantal mishandelingen van vrouwen blijft er hoog.
Egypte was een andere Arabische pionier op het vlak van vrouwenrechten. Het eerste Arabische feministische manifest, The Liberation of Woman, werd in 1899 in Caïro gepubliceerd. In de jaren ’20 stopten de vrouwen er met het dragen van een sluier. In de jaren ’60 had het land zelfs meer vrouwelijke dokters dan vele landen in het Westen. Maar de evolutie kwam tot stilstand in de jaren ’80. Toen verijdelde het parlement een wet die bijna volledige gelijkheid voor vrouwen zou hebben betekend.
In vele landen verhinderen discriminerende wetten nog steeds de vooruitgang van vrouwen. De familiestatuten van Algerije in 1984 geven mannen automatisch het recht om te scheiden, zonder wettelijke verplichting tegen-over hun vroegere echtgenote. In bijna alle Arabische landen kan het burgerschap enkel door de vader worden doorgegeven. Ook het voogdijrecht gaat gewoonlijk naar de vader. Dat wordt elk jaar op een tragische manier duidelijk in consulaten over de hele regio, wanneer buitenlandse exen van Arabische mannen ontdekken dat ze hun kinderen kunnen verliezen. En de islamitische erfeniswet geeft aan vrouwelijke erfgenamen maar de helft van het deel van de mannen.
Invloed van islam
Buitenstaanders denken vaak dat de islam zelf aan de basis ligt van de seksuele ongelijkheid in de Arabische wereld. Dat is niet noodzakelijk het geval. Eerder dit jaar voerde Marokko een progressieve familiewetgeving in, die vrouwen onder andere gelijke rechten gaf om te scheiden en de voogdij over hun kinderen aan te vragen voor de rechtbank. De wet legt ook strikte voorwaarden vast voor polygamie, zodat die praktijk bijna onmogelijk wordt. Ze kreeg niet alleen de steun van koning Mohammed VI, die vond dat de wet ‘in perfecte overeenstemming was met de geest van onze tolerante godsdienst’, maar ook van de grootste islamitische partijen van het land.
Ook in Koeweit wordt religie gebruikt om hervormingen door te voeren. Vijf jaar geleden blokkeerden islamitische partijen in het parlement een wet die vrouwen het recht gaf om te stemmen en verkozen te worden. Dezelfde wet is nu weer op de onderhandelingstafel gelegd, maar nu zijn al verschillende islamitische parlementsleden overgelopen naar de liberale kant. Een reden hiervoor is de fatwa die werd uitgesproken door een prominente geestelijke. Daarin wordt de betrouwbaarheid van de bron die beweert dat de profeet Mohammed zei ‘een land dat geregeerd wordt door vrouwen, zal niet bloeien’, in twijfel getrokken.
Als je geen rekening houdt met de ongelijke erfenisrechten, met het feit dat de getuigenis van een vrouw maar half zoveel waard is als die van een man, en met het feit dat mannen met vier vrouwen mogen trouwen, die ze mogen slaan als ze ongehoorzaam zijn, dan is de koran op zich niet vrouwonvriendelijk. De moslimvrouwen kregen volledige eigendomsrechten al eeuwen voor de christelijke vrouwen in het Westen. In vele Arabische samenlevingen was het de gewoonte dat mannen voor hun dood hun eigendom op naam van vrouwelijke verwanten zetten om zo de statutaire erfeniswetten te ontwijken.
In staten zoals Saudi-Arabië schuilt het gevaar eerder in de interpretatie van de heilige tekst en van de hadiths, de woorden van de profeet die de sharia inspireren. Deze woorden zijn vaak niet alleen geïnterpreteerd, maar ook verdraaid om bestaande tradities te rechtvaardigen. Het verbod om auto te rijden is bijvoorbeeld alleen geldig in Saudi-Arabië. Zelfs voor de Saudische geestelijken is het moeilijk om voor dit verbod een basis te vinden in de Heilige Schrift. (En in ieder geval, volgens een onderzoek, zegt 29 procent van de Saudische vrouwen dat ze al met de auto kunnen rijden.)
De extreme Saudische angst voor ikhtilat, de vermenging van de geslachten, heeft ook geen tekstuele basis.
De meeste geleerden denken dat de hadiths over de volledige bedekking van het lichaam enkel gelden voor de vrouwen van de profeet. Of je het voorbeeld van die vrouwen wil volgen, zou een vrije keuze moeten zijn. Dat is zo in de meeste moslimmaatschappijen.
Sommige landen, zoals Tunesië, gaan deze vragen gewoon uit de weg en leggen seculiere wetten op. Momenteel is de Arabische publieke opinie hier fel tegen gekant. De band met de islamitische wortels blijft essentieel. Maar wanneer het over vrouwenrechten gaat, vinden de Arabieren, zelfs de mannen, dat vooruitgang noodzakelijk is. In een enquête die Zogby International in 2002 deed in zeven Arabische landen, vond de helft van de ondervraagden de verbetering van de vrouwenrechten een prioriteit. De sterkste stem voor verandering komt zelfs van Saudi-Arabië.
De hervormers zullen uiteindelijk gelijk krijgen. Saudische vrouwen boeken nu al belangrijke vooruitgang. Vorige maand kregen ze het recht op een commerciële vergunning. Dat is een belangrijke verbetering, want vrouwen bezitten een vierde van de 100 miljard dollar in de Saudische banken en krijgen nu weinig kans om er gebruik van te maken. In 2001 kregen ze het recht om zelf een identiteitskaart te bezitten (hoewel een mannelijke voogd ze moet aanvragen). Eerder dit jaar kregen de Saudische zakenvrouwen een lang applaus voor hun eloquente pleidooi op de grote conferentie in Jeddah. En sinds januari heeft de Saudische staatstelevisie vrouwelijke nieuwsankers aangeworven.
De bekendste tv-persoonlijkheid van het koninkrijk is toevallig al een vrouw. Rania al-Baz werd dit jaar zelfs nog bekender toen ze bijna werd doodgeslagen door haar man. In plaats van in stilte te lijden, zoals haar moeder dat zou hebben gedaan, nodigde mevrouw al-Baz fotografen uit in haar ziekenhuiskamer om haar gebroken gezicht aan de wereld te tonen. Ze heeft nu een groep opgericht, die strijdt tegen de mishandeling van vrouwen in Saudi-Arabië.
Copyright Knack/The Economist. – Vertaling: E.L.
Veel Saudische vrouwen zijn trots op het beschermde klimaat, de familiale gebondenheid en de islamitische vroomheid.
Uitdagend geklede sterren zijn helemaal niet representatief voor de Arabische vrouw.