Vijftig jaar geleden, op 5 juni ’47, ontvouwde George Marshall zijn plan. Daarmee kon de wederopbouw van West-Europa beginnen.
Een halve eeuw geleden lag Europa er ontredderd bij. De Tweede Wereldoorlog had de industrie en de infrastructuur grotendeels verwoest en meer dan zes miljoen vluchtelingen waren op zoek naar een nieuwe thuis. Onenigheid tussen de overwinnaars hinderden ernstig het herstel. De geallieerde conferenties van Jalta en Potsdam van 1945 slaagden er niet in een gunstig politiek kader te scheppen voor wederopbouw. De Britse staatsman Winston Churchill wees er in 1946 op dat Europa de facto verdeeld was in een Russische en een Amerikaans-Britse invloedssfeer. En het Westen bleek niet in staat te verhinderen dat de Sovjetunie haar communistische systeem oplegde in Oost-Europa.
Het eerste conflict van de Koude Oorlog speelde zich af in Griekenland en Turkije. Inzet was de controle over de oostelijke Middellandse Zee. In navolging van alle Russische heersers van de jongste eeuwen, probeerde Sovjetleider Josef Stalin zijn klauwen te leggen op de belangrijke zeestraten tussen de Zwarte en Middellandse Zee. De Britten, die zo’n ingreep al eeuwenlang verhinderd hadden, waren na de oorlog te verzwakt om daarmee door te gaan. De Verenigde Staten namen met genoegen hun rol over, en in maart 1947 vaardigde president Harry Truman de naar hem genoemde doctrine uit. Ze beloofde economische en militaire hulp aan de volken in Europa die bedreigd werden door het internationale communisme. De doctrine werd uitgebreid tot alle democratische staten in Europa die de hete adem van Stalin in de nek voelden. En dat was nodig ook.
Begin 1947 waren de labiele West-Europese economieën de ineenstorting nabij en profiteerden de sterke communistische partijen in Italië en Frankrijk van de malaise. Het gevaar dat West-Europa in de greep van de Sovjetdictator terecht zou komen, was niet denkbeeldig. De Verenigde Staten hadden echter de oorlog tegen Adolf Hitler niet gewonnen om West-Europa nu aan Stalin over te leveren.
De Trumandoctrine vormde een keerpunt in de Amerikaanse buitenlandse politiek en zette een punt achter het vroegere isolationisme. Washington ging een wereldrol spelen, te beginnen in Europa. En om de toestand daar recht te trekken, was een grootscheeps economisch herstelplan nodig.
AMERIKA OP VOLLE TOEREN
Het Marshallplan werd het meest ambitieuze hulpplan uit de geschiedenis. Het voorzag in een financiële steun van twaalf miljard dollar, in de vorm van schenkingen en leningen, en was gespreid over vier jaar. Om de hulp te coördineren, werd een overlegorgaan opgericht tussen de Verenigde Staten en de zestien Europese landen die het plan aanvaardden. Deze Organisatie voor Europese Economische Samenwerking werd nadien omgevormd tot de Oeso, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Het Marshallplan moest dus (West-)Europa economisch-financieel overeind helpen om er een buffer tegen te Sovjetunie van de maken. Hoe genereus en uitzonderlijk ook, er was ook binnenlands Amerikaans belang mee gemoeid. Door de oorlog had de Amerikaanse industrie een sterke groei gekend, die een einde had gemaakt aan de depressie van de jaren dertig. De vrees bestond nu dat de enorme machine na de oorlog zou stilvallen. Het Marshallplan deed Europa echter goederen bestellen bij de enige grote industrie die ongehavend uit de oorlog kwam, de Amerikaanse.
Het Congres in Washington keurde het plan snel goed, met de wereldrol van de Verenigde Staten voor ogen. De tegenkanting kwam uit een andere hoek. Onder druk van Moskou weigerden de Oost-Europese lidstaten de geboden hulp, zij het met tegenzin. Moskou vreesde terecht dat de Amerikaanse steun zijn greep op de Oost-Europese satellietstaten zou ondermijnen. Maar Stalin kon niet verhinderen dat West-Europa het plan omarmde. Het herstel zou zich daar doorzetten, de communistische partijen verzwakten er en de Amerikaanse industrie genoot er van een quasi onbedreigde afzet.
Toch volstond het Marshallplan niet als economische component van de Trumandoctrine. Dat bleek begin 1948, toen de communisten in Tsjechoslovakije de regering van president Eduard Benes omvergooiden. Er was dus ook een militaire component nodig. Nauwelijks enkele maanden na de machtsgreep in Tsjechoslovakije sloten het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Beneluxlanden een militair bijstandspact. Ook op dit vlak wou Washington een duit in het zakje doen. Begin 1949 werd op Amerikaans initiatief de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo) opgericht, een militaire alliantie tussen West-Europese landen, de Verenigde Staten en Canada. Washington engageerde zich nu ook militair in de verdediging van West-Europa. Tegelijk werd in het westen van Duitsland de Bondsrepubliek opgericht en liet de Sovjetunie haar eerste atoombom ontploffen, wat het Amerikaanse nucleaire monopolie doorbrak.
Daarmee was de communistische expansie in Europa een halt toegeroepen en werd de Oost-Westverdeling van Europa een feit. De Amerikanen beperkten zich tot het concept van containment of indamming van de Sovjetexpansie, niet tot het terugdringen van de Sovjetsfeer. Want dat zou onvermijdelijk tot oorlog leiden. Tot bij de ineenstorting van het communisme, eind 1989, zou Europa door een IJzeren Gordijn in tweeën gedeeld blijven.
HET ULTIEME SUCCES
Na 1950 werd de Koude Oorlog op andere fronten uitgevochten, meer bepaald in Azië, het Midden-Oosten, Latijns Amerika en Afrika. Eerst nam Mao Zedong de macht over in China en sloot Stalin een alliantie met hem. Met de Koreaanse Oorlog (1950-1953) gokte Stalin erop dat de Amerikaanse containmentpolitiek alleen zou gelden voor Europa, maar dat liep met een sisser af. Het Westen trad op in Korea en de volgende decennia zouden de Oost-Westcrises mekaar opvolgen in Cuba, Kongo, Vietnam en Indonesië.
De twee grootmachten, de Verenigde Staten en de Sovjetunie, vermeden een rechtstreekse confrontatie, uit vrees voor een kernoorlog. Maar de ?vreedzame coëxistentie?, die de Amerikaanse president Dwight Eisenhower en Sovjetleider Nikita Chroestsjov eind de jaren vijftig vorm gaven, betekende niets anders dan oorlog onder een andere vorm. Twee concurrerende politiek-economische systemen, probeerden elkaar op lange termijn te verdrukken.
Het Marshallplan gaf de West-Europese democratieën de aanzet naar het herstel en de welvaart van de jaren zestig en later. Ondanks Chroestsjovs bluf dat het communisme het westerse systeem zou inhalen, hinkten de economieën van het Oostblok steeds verder achterop. Uiteindelijk zou de elite in het Oostblok inzien dat ze op het verkeerde paard zat. De hervormingen van Sovjetleider Mikhaïl Gorbatsjov in de jaren tachtig kwamen evenwel te laat. Ze konden de collaps van het communisme en van de Sovjetunie niet verhinderen. Het visionaire Marshallplan leidde zo tot het ultieme succes. Het legde de grondslag van de West-Europese welvaart en veiligheid. En uiteindelijk raakten vrijemarktmodel en democratisering geëxporteerd naar Oost-Europa.
Jos De Greef
De overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog begin 1945 in Jalta : de Britse premier Churchill (links), de Amerikaanse president Roosevelt en Sovjetleider Stalin (rechts).