Getroffen door tricolore staar telde de Brusselse burgemeester Freddy Thielemans ineens dubbel bij de inschatting van het aantal deelnemers aan de mars voor Belgische eenheid. Waar de anders toch wel vaderlandslievende RTBF afgelopen zondag het aantal demonstranten aanvankelijk op hooguit 18.000 bracht, meende Thielemans 35.000 stappers te hebben gezien. Hoe dan ook, zelfs 35.000 stemmen volstaan niet eens om in Franstalig België een Kamerzetel te veroveren. Als de ondermaatse opkomst voor de patriottische wandeling al iets pijnlijk illustreerde, dan wel dat België allengs aan onverschilligheid kapotgaat.
‘Als die politici zich nu eens zouden bezighouden met de echte problemen van de mensen’, was een veelgehoorde opmerking tijdens de betoging van zondag. Ook politici die zich graag tot de verantwoordelijke klasse rekenen, nemen die bedenking al eens in de mond. Vorige week was het de beurt aan Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken, die in een aantal kranten een opiniestuk publiceerde met als aanhef de bekende electorale mantra van Bill Clinton: ‘ It’s the economy, stupid…‘ Werkzekerheid, lage belastingen, een betaalbare gezondheidszorg, een haalbare energiefactuur, betrouwbare pensioenen, dat is wat de kiezers de wereld rond van hun overheid verwachten, schrijft minister De Gucht. En volgens hem zijn de regeringsonderhandelaars nu al ruim 160 dagen bezig met communautaire futiliteiten, met kwesties die niets met de economie te maken hebben, laat staan dat ze de belangen van de burger zouden dienen.
Sommige politici gaan, wanneer ze te lang van de macht worden gehouden, ontwenningsverschijnselen vertonen. Het opiniestuk van De Gucht was daar een symptoom van. Minister De Gucht weet immers wel beter dan het borrelpraatje dat hij op papier zette. Veel meer dan de aandrift om ‘de echte problemen’ aan te pakken, was het de Open VLD-onderhandelaar erom te doen formateur Yves Leterme tot spoed aan te manen. Want op ‘de echte problemen’ heeft de federale staat, uitgehold als die is door de opeenvolgende staatshervormingen en de massale overdracht van bevoegdheden aan de Europese Unie, nauwelijks nog vat. Onderwijs, cultuur, openbare werken, landbouw, leefmilieu, de relaties met de lokale besturen, het valt allemaal onder de bevoegdheid van de deelgebieden. De federale staat mag niet eens de btw-tarieven verlagen zonder een Europese goedkeuring. Zelfs al zou die dat graag willen, dan nog kan de toekomstige Belgische regering geen criminele veertienjarige in de gevangenis stoppen, want Europa laat dat niet toe. Zoals die volgende federale regering de zogeheten blue card, de werkvergunning voor economische migranten, alleen maar kan invoeren omdat Europa dat zo bedisselde.
Energiebeleid – of ‘zorgen voor een haalbare energiefactuur’, volgens De Gucht -, handelspolitiek, industriebeleid, de munt en openbare financies, de controle op de begroting, legale migratie, consumentenbescherming, de strijd tegen internationaal terrorisme en criminaliteit, het wordt allemaal gestuurd door een Europese hand.
Onze defensie is alleen nog denkbaar binnen het kader van de NAVO.
Over werkgelegenheid wordt al lang niet meer in de Brusselse Wetstraat beslist, maar, zoals de werknemers van Janssen Pharmaceutica ondervinden, in de hoofdkwartieren van internationale conglomeraten.
De dwaasheid van deze regeringsformatie ligt in de amechtige poging om een Belgisch niveau in stand te houden dat zelfs niet meer bij machte is om het enige kroonjuweel dat het nog wordt toevertrouwd, het sociale systeem (‘de betaalbare gezondheidszorg’ en ‘de betrouwbare pensioenen’ in het opiniestuk van De Gucht), fatsoenlijk te beheren.
De Belgische pensioenen zijn van de laagste in Europa en werken de verpaupering in de hand. De betaalbare gezondheidszorg is voor tal van zieken nu al een fictie. Het lijkt de regeringsonderhandelaars niet eens te deren.
Om de schijn van een staatshervorming op te houden wordt dan zonder enige gêne voorgesteld om de hervorming van de staat toe te vertrouwen aan ‘oude wijzen’ – dezelfde politieke wijzen die het land in de situatie brachten waarin het zich nu bevindt.
‘C redo quia absurdum – ik geloof omdat het absurd is‘, praatte onlangs een regeringsonderhandelaar de oude kerkvader Tertullianus na om zijn hardnekkige vasthouden aan oranje-blauw te verklaren.
Elke dag dat de onderhandeling aansleept trachten de regeringsonderhandelaars het lege Belgische vat met nieuwe absurditeiten te vullen. Het blijft hol klinken.
door Rik Van Cauwelaert