ma/ 13/ 04

Iemand de tweede aflevering van Puur Persoonlijk nog gezien? Wij hebben toch de indruk dat die iets minder weerklank heeft gekregen dan de eerste over Guy Verhofstadt. De tweede ging over acteur Carl Ridders, lijdend aan een vreselijke spierziekte en kiezend voor euthanasie. Je kunt de VRT dezer dagen niet meer aanzetten, niet eens op Ketnet, of ze rammen de euthanasie door je strot. Nu is uw dienaar een groot voorstander van het recht op euthanasie. En zelfs van het recht, onder strikte voorwaarden, op de ‘pil van Drion’. Maar als het spook van de indoctrinatie opdaagt, sluiten wij graag als eerste de slagboom. Niettemin een aangrijpend portret, van Carl Ridders. Afgelopen maandag hebt u wellicht ook al gekeken naar de derde aflevering: over gevangenen in Italië die een theaterstuk maken.

Ziet er iemand een lijn in de onderwerpen van Puur Persoonlijk? Een rode draad tussen Guy Verhofstadt, een euthanasiegeval, en een theaterstuk door gedetineerden? Wij kunnen er wel een verzinnen, ja, maar in ernst? Even gaan aankloppen bij de mannen van Focus Knack, thuis in mediazaken, en vernomen dat de rode draad wordt gevormd door de cineasten, die elk een jaar lang een ‘onderwerp’ naar keuze mochten volgen.

Mooi. Goed idee. Waarbij alleen nog de vraag dient gesteld wie bij de VRT de macht heeft om te beslissen dat één bepaalde kandidaat bij de komende verkiezingen een reclamespot van een uur cadeau krijgt. Een spot die hij van het eerste tot het laatste frame zelf heeft geregisseerd. En wie kan beslissen dat er voor een dergelijke publiciteitsfilm ook nog een grote reclameactie in de gedrukte media zal worden gevoerd, met de foto van de betrokken kandidaat over een halve bladzijde in elke krant en weekblad. Onbetaalbaar in een normale campagne, en dus een reusachtig geschenk op kosten van de belastingbetaler. Die deze zelfde kandidaat al zeer ter wille was geweest door hem een door hemzelf vastgelegde vergoeding van 190.000 euro te betalen om een jaar vakantie te nemen.

Zouden andere kandidaten nu ook dat voorrecht krijgen? En zal de VRT opnieuw zijn diensten aanbieden als op 3 mei het zoveelste afgeschreven boekje van de ex-premier wordt voorgesteld?

wo/ 15/04

Meestal beloven politici in de aanloop naar de verkiezingen om het even wat, de hemel op aarde is slechts een begin, om dat dan de dag na en Yves Leterme de avond ván de stembusgang allemaal weer in te slikken. In ruil voor vier jaar salariszekerheid.

Niet zo Barack Obama, de man die van beloven een kunst heeft gemaakt. Voeg alle overheidsdiensten ter wereld samen, en nog kunnen ze in geen honderd jaar al was het maar een tiende verwezenlijken van wat de Amerikaanse president de laatste drie maanden heeft aangekondigd. En dat het iets mag kosten, daaraan moet ook niemand twijfelen. De gangbare rekenkunde is ontoereikend om al was het maar bij benadering te becijferen hoeveel geld Mister Speech gaat uitgeven.

Het is voldoende belicht: de toespraken van Obama worden bedacht en uitgewerkt door een handvol jonge wijsneuzen die recht van de colleges komen en zich geweldig amuseren. Doen die jandoedel van een president om het even wat bekendmaken: de ene dag de afschaffing van de Amerikaanse kernwapens, de volgende het opheffen van het embargo tegen Cuba, desnoods een regeringssubsidie voor Al-Qaeda… als ze er zin in hebben, laten ze hem proclameren dat hij alle hamburgertenten zal sluiten.

Er bestaat een sketch, als wij ons niet vergissen uit Not the Nine O’Clock News, waarin de president op een persconferentie ruzie krijgt met zijn woordvoerder en besluit zelf de antwoorden op de vragen van de journalisten te geven. Dat loopt meteen mis, waarna de souffleur opnieuw in het oor van de president begint te fluisteren en we die met horten en stoten horen verklaren: ‘Isn’t it remarkable… that an illiterate asshole like me… can be president of the United States?’

De redevoeringen van Obama zijn een komisch genre op zichzelf geworden. Meer dan waarschijnlijk is er hier en daar nog een naïeve duif die gelooft dat hij die sermoenen voor de vuist weg staat te debiteren, maar bij de plechtige inauguratie in Washington kon de truc niet langer verborgen worden gehouden. Het werd wat al te opvallend dat Obama nooit recht voor zich uit kijkt. Blikt naar rechts, vervolgens naar links, daarna opnieuw naar rechts, maar nooit recht in de camera en nooit naar het publiek recht voor zijn neus. Dat komt omdat aan beide kanten van zijn spreekgestoelte standaards zijn opgesteld met daarop ultragesofistikeerde monitors waarvan hij zijn betoog afleest. Ze kunnen via een hydraulisch systeem zelfs in de grond verdwijnen.

Deze prompters worden door vaderlandslievende Amerikaanse regisseurs bereidwillig uit beeld gehouden, maar hun Turkse collega’s zijn minder serviel. Toen Obama onlangs in het Turkse parlement de spoedige toetreding van Turkije tot de EU en tot de North Pacific Beach Volleybal Association in het vooruitzicht stelde, vulde het dubbele spieksysteem zowat het hele scherm.

Wie dacht dat met de officiële ambtsaanvaarding op een koude dinsdag in januari de storm aan Obamabeloften wel zou luwen, vergiste zich schromelijk. Het was het startsein van een orkaan. Eerst nog met allerlei voorstellen ter waarde van enkele miljoenen dollars. Een plan voor steun aan het onderwijs: tachtig miljoen dollar. Veel, maar Maurice Lippens en zijn trawanten hebben vorig jaar meer van uw en mijn geld verkwist, dus daar konden we ons nog een idee bij vormen. Maar al snel ging het hoger. Op woensdag een project voor opleiding van werklozen: tweehonderdvijftig miljoen dollar. Op donderdag maatregelen voor de landbouw: vierhonderd miljoen dollar. Bravo. Op vrijdag gehandicaptenzorg: zevenhonderddertig miljoen dollar. Het werd tijd.

Toen was het weekend en beloofde hij niets, maar op maandagmorgen om acht uur stond hij alweer een voordracht te houden aan een of andere universiteit en gingen we met een investeringsfonds voor de Amerikaanse geneesmiddelenindustrie vlot over het miljard, een billion in hun talstelsel. Later op de dag sprak Obama nog drie verschillende gehoren toe, en telkens vlogen de dollars de aanwezigen om de oren.

Eind februari stegen de bedragen naar onbereikbaar geachte hoogten. Tweehonderd miljard dollar voor de oliesector. Zeshonderdentien miljard dollar voor de banken. Om dan plots een nieuwe grens te overschrijden: duizend miljard dollar voor de wereldeconomie. Dat was op de G20 in Londen, waar Michelle Obama de Britse Queen bijna doormidden sloeg met een vriendschappelijke klap op de schouders. De tanden van de koningin lagen in een bloembak aan de andere kant van het salon.

Duizend miljard dollar. Hierna begonnen de speechschrijvers tegen elkaar op te bluffen. Tweeduizend miljard dollar werd aangezegd als ondersteuning voor de computerproducenten. Vijfduizend vijfhonderd miljard dollar voor het wegwerken van de rommelkredieten. De volgende dag werd dat opgetrokken tot tienduizend zeshonderd miljard dollar. Dezelfde avond garandeerde Obama elke Amerikaan een nieuwe auto: zevenenvijftigduizend miljard dollar.

Het werd maart, de lente kwam er aan, en ook Amerikaanse ghostwriters krijgen dan de kolder in de kop. In twee drie causerieën tijd klom Obama over de honderdduizend miljard dollar, wipte zonder schijnbare moeite over een gewaarborgde lening van vierhonderdduizend miljard dollar voor de pensioenfondsen, en haalde op het einde van een vermoeiende dag, waarop hij ook nog paaseieren had lopen rapen in het Witte Huis, eensklaps uit met de grootste belofte aller tijden: iedereen een gratis huis met jacuzzi: negenhonderdnegenennegentigduizend miljard dollar.

En toen zaten de whizzkids met de handen in het haar. Ze hadden hun baas tussendoor ook nog een gezinskorting op stracciatella-ijs en zalmfilets laten annonceren, maar kun je zonder je geloofwaardigheid te verliezen een miljoen miljard dollar uitdelen? Professoren aritmetica van de grote universiteiten werden geraadpleegd om te weten wat het hoogste getal was dat ooit was neergeschreven, en gerenommeerde taalkundigen werden in allerijl naar Washington ontboden. De meest voortvarende penvoerder besloot het toch maar te proberen: de dag nadien stelde Obama iedereen een eigen vliegtuig in het vooruitzicht: zestig miljoen miljard dollar.

De wereld reageerde enthousiast. In De Morgen prees Walter Pauli de daadkracht van de Amerikaanse president en vergeleek die, een tikje smalend, met de ondernemingslust van Belgisch premier Herman Van Rompuy, die alvast door zijn eigen vicepremier Didier Reynders onbestaand werd genoemd. Een week en een rede of dertig later zaten ze in Amerika opnieuw in de rats: bestaat een miljard miljard dollar? En is dat dan een miljard tot de tweede?

Terwijl de discussie volop woedde, kwam iemand aandraven met een uitspraak van een voormalige regeringsleider uit België: ‘Vijf minuten politieke moed volstaan om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen.’ Van het gebulder dat opsteeg, daverden de muren. De tekstschrijvers van Obama rolden over de vloer van het lachen. Nee, zoveel moesten ze toegeven: de grootste fabulanten leven nog altijd op het oude continent.

Do/ 16/04

In de VTM-serie Mijn Restaurant hebben ze een geweldige vondst aan het zo al veel geprezen format toegevoegd: professor Blanpain. De kers op de taart, om een beetje in het jargon te blijven. Vorig jaar was de reeks boven de middelmaat uit getild door Peter Goossens, de nukkige patron van het Hof van Cleve, die voor menig kandidaat een ware nachtmerrie was. Had de kok anderhalf uur gewroet op het fijnste gerecht dat hij ooit had bereid, dan nam Peter Goossens er een hap van en spuwde die vervolgens voor de ogen van de voltallige keukenstaf weer uit. Probeer daarna nog maar eens iets in de pan te leggen.

Het probleem dat rees, ligt voor de hand: hoe dit te overtreffen in het nieuwe seizoen? Kende Goossens per ongeluk zelf niet een nog grotere bullebak? Jazeker, die kende hij: Sergio Herman van Oud Sluis, de nummer één van Nederland. Drie sterren in de Michelin, 19,5 op 20 in de GaultMillau, veelvuldig Chef van het Jaar.

Sergio bezocht alle vijf de deelnemende restaurants, en kraakte ze een voor een tot op de grond af. Zat in ’t Gerecht in Turnhout een paar tellen met een lange neus en dito tanden in de plat de résistance te woelen, en beet dan de onthutste uitbaatster toe: ‘Dit durf ik niet eens aan mijn hond voor te zetten.’ De chef werd erbij geroepen en kreeg te horen dat Sergio zijn best had gedaan om iets positiefs aan deze frituur te vinden, aan de spijzen, de drank, de bediening, desnoods aan het interieur, maar dat hij jammer genoeg niets had gevonden. Terug in de keuken barstte het koppel in tranen uit.

Doetjes, watjes, zachtaardige zielen, brave lobbesen, dat zijn Peter Goossens en Sergio Herman in vergelijking met wat op een mistige ochtend van uit het niets het programma kwam binnen wandelen: professor arbeidsrecht Roger Blanpain. U moet weten: de koppels in Mijn Restaurant waren voordien nobele onbekenden die van de ene dag op de andere de leiding kregen over een prestigieuze zaak én, wat erger is, over personeel. Het liefste wat mensen in zo’n geval doen, is ondergeschikten ontslaan. Zo veel mogelijk en bij voorkeur met een korf beledigingen erbovenop.

De eerste die zich daaraan te buiten ging, was een kleine Italiaanse driftkikker uit, niemand zal verbaasd staan, Kortrijk. Schold een ober verrot en dwong hem voor de camera om zijn rugzak leeg te schudden teneinde vast te stellen hoeveel zilverwerk hij had gestolen. Tien minuten na deze schokkende scène belde Het Laatste Nieuws professor Blanpain. Wat die ervan dacht? De professor overliep kort welke sociale wetten en welke artikelen uit het arbeidsrecht de Italiaan had geschonden, en rondde uiteindelijk naar beneden af: drie jaar cel! Blanpain kreeg de steun van de vakbond.

In de volgende aflevering werd een keukenhulp afgedankt omdat hij voortdurend diarree had en boven het fornuis stond over te geven. Wat, men zal het moeten toegeven, niet bevorderlijk is voor de algemene hygiëne in een keuken. Op staande voet eruit. Dacht de baas althans.

Een zieke ontslaan! De opnieuw geconsulteerde professor Blanpain meende eerst niet goed te horen. De vorige die in dit land geprobeerd had om een zieke werknemer aan de deur te zetten, was rond de jaren negentienhonderd een staalbaron uit het bekken van Charleroi geweest, en die had zijn ovens moeten sluiten. Blanpain vroeg de gegevens van de gedupeerde keukenknecht op, en maakte de zaak zonder dralen aanhangig in Straatsburg.

Bij het productiehuis mogen ze evenmin aarzelen. Ze moeten in de komende afleveringen professor Blanpain samen met die Hollander opnieuw langs alle deelnemende restaurants sturen. Succes gegarandeerd, de eerste zelfmoord kan nooit lang meer uitblijven. En van één ding mogen de klanten zeker zijn: het rookverbod zal gerespecteerd worden.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content