Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

MA 16/04

De schans van Garmisch-Partenkirchen is opgeblazen! Een mens leest toch nogal wat in het dagblad. Dé moeder aller schansen. In 1936 gebouwd voor de Olympische Winterspelen van Adolf Hitler. De Duitsers zijn al begonnen aan de bouw van een nieuwe, die tegen het volgende Vierschansentoernooi klaar moet zijn. Het zou geen nieuwjaar meer zijn zonder Garmisch. En het nieuwjaarsconcert in Wenen laat de laatste tijd al zo veel van zijn pluimen.

Dit jaar nog, was de fagot tijdens de Waldmeister-operette van zoon Johann Strauss duidelijk in de ban van de alcohol van de nacht voordien. En wat de twee trompettisten van de Ohne Bremse-polka van Eduard Strauss hebben gemaakt, daarvoor past slechts stilzwijgen. Zubin Mehta mag dan een grote naam hebben, de echte filharmonieliefhebber is bijna gestorven bij zijn interpretatie van de Dynamiden-wals van Josef Strauss. Elke dirigent legt zijn eigen accenten, zeker, maar er zijn grenzen. De uitvoering van de Einzugs-Galopp van vader Johann Strauss was, waarom het verbloemen, bij de beesten af. En bij de Radetzky-mars van vader Michel D’Hooghe had het slagwerk blijkbaar de verkeerde partituren gekregen. Een cimbalist moet doorgaans maar één keer per concert zijn deksels tegen elkaar kletsen, maar dan liefst wel op het juiste moment.

Wat wij nu gaan vertellen moet tussen ons blijven, maar wij horen in hoge Weense kringen verkondigen dat de Philharmoniker volgend Nieuwjaar zal worden gedirigeerd door een Fransman! Krijg nu wat. En niet zo maar een Fransman, door Georges Prêtre. Wij zullen de laatste zijn om laatdunkend te doen over Georges Prêtre. Zijn carrière in ’s werelds grootste operahuizen spreekt voor zichzelf, en zijn long-playing van Tosca met Maria Callas is standaard in de discotheek van elke ware muziekliefhebber. Maar dat is veertig jaar geleden. Prêtre is ondertussen 83 en al een tijdje op de sukkel met zijn gehoor. Dat belooft voor het nieuwjaarsconcert.

Laten we dus maar hopen dat die nieuwe schans in Garmisch tijdig af is, of 1 januari 2008 mag nu al worden ingeschreven als een miskleun. En dat men niet te veel oog heeft voor de veiligheid van de springers. Dat er een paar onvoorzichtige Finnen of Noren in Oberstdorf terechtkomen, is hun zaak. Met Nieuwjaar willen wij spektakel, van de bovenste schans.

DI 17/04

Dit land wordt gekenmerkt door een toenemende mate van onwellevendheid. Er is geen respect meer voor gezag. Tot een jaar of tien geleden was het ondenkbaar dat iemand de directeur van een belangrijk nieuwsmagazine zou beledigen. Vandaag de dag: schering en inslag.

Het begon met Bert Anciaux, de urinedrinker uit Mongolië, die onze chef-Wetstraat uitschold voor Joseph Goebbels. Als dat komt van iemand die ooit nog heeft geprobeerd om zijn trauma’s en complexen van zich af te spreken op de sofa van Jef Valkeniers, is men geneigd de schouders op te halen. Maar sommigen publiceren hun beledigingen tegenwoordig in ons eigen blad. Charles Picqué bijvoorbeeld, iets in de Brusselse regering, wij zouden niet precies weten wat.

Wat wij wél weten, is dat die Picqué thuis miniatuurkas- teeltjes bouwt. En dat hij een terrarium vol zand en plantjes heeft gestrooid, en daarin een vierhonderdtal mieren hun gang laat gaan. En dan zit de Charles daar ’s avonds bij een schemerlampje naar te turen. Gooit zo nu en dan een suikerklont-je in de bak, en kijkt toe hoe de mieren daarop te keer gaan. Begluurt ook hun intiemere momenten, en neemt soms stiekem foto’s. Kortom, een vies ventje.

Deze zelfde Picqué meende in Knack Rik Van Cauwe- laert een kleedje te mogen passen met een ronduit brutale open brief. In de aanhef was dat nochtans niet te merken: ‘ Ik ben altijd van oordeel geweest dat een goede hoofdartikelschrijver een standpunt moet kunnen vertolken dat stof biedt voor een debat.‘ Correct.

Ongeacht of ik het met de auteur van het hoofdartikel eens ben of niet, ga ik ervan uit dat zijn taak erin bestaat de argumenten zorgvuldig op te bouwen.‘ Ook onze mening, wij hadden het niet beter kunnen verwoorden.

Zet hij door provocatie de lezer aan tot nadenken, des te beter.‘ Inderdaad, des te beter.

Ook al mag het stuk uiteraard gebaseerd zijn op een subjectieve benadering van de feitens, toch is de geloofwaardigheid van de kritiek niet gebaat bij kortzichtigheid en simpliciteit.‘ Weer juist, dat is de geloofwaardigheid van de kritiek effectief niet. Kijk maar naar Yves Desmet.

In dat opzicht verricht de hoofdartikelschrijver niet alleen essentieel werk binnen de journalistiek, maar doet hij ook wat nodig is voor de democratie.‘ Alweer de spijker op de kop.

Het teweegbrengen van controverse is evenwel niet zo eenvoudig en vergt toch wel enige subtiliteit.‘ Tegen wie zegt ge het Charles, tegen wie zegt ge het?

En dan verandert de brief plots van toon: ‘ Door zich te beperken tot het uiten van een paar clichés of kernachtige formuleringen, tot het steeds weer opnieuw aanvoeren van vermeende waarheden of het kracht bijzetten van elders opgevangen zaken, wordt de democratie actief ondergraven in plaats van gediend. Mijnheer Van Cauwelaert, uw hoofdartikel uit Knack nr 13 is hier de perfecte illustratie van.

Wat krijgen we nu? Heeft iemand anders de pen overgenomen? Is de minister-president gebeten door een van zijn mieren? Volgens Picqué is onze chef-Wetstraat een confederalist! En bovendien een die blijk geeft van minachting voor collega’s die een toenadering tot stand proberen te brengen tussen de publieke opinies in het noorden en het zuiden des lands. Wellicht is dit een verwijzing naar Peter Vandermeersch, die De Standaard gedurende een maand heeft opgezadeld met een eindeloze en soms lichtjes onnozele redactionele samenwerking met Le Soir. Dat Knack en Le Vif dat al twee jaar geleden veel beter hebben gedaan, is de minister-president ontgaan.

Onze chef-Wetstraat zou, steeds volgens Picqué, blijk geven van een gebrekkige kennis over de Brusselse instellingen, een betreurenswaardige kwade trouw, en een slecht gehoor waar het de geluidsnormen van de luchthaven van Zaventem betreft. De heer Picqué is wel bereid om hem een beter inzicht in zijn gewest te verschaffen.

Welnu, omdat onze chef-Wetstraat zelf te zeer een gentleman is, iets waarvan niemand ondergetekende kan beschuldigen, zullen wij in zijn plaats antwoorden: dat inzicht heeft hij van een onbeschofterik als gij niet nodig, Charles. Het is niet omdat Van Cauwelaert openheid hoog in het vaandel voert, dat iedereen bij Knack uw onbeleefdheid op prijs stelt. Scheer je weg, mierenneuker.

Maar het kan nog erger: Marc Reynebeau in De Standaard, woensdag 11 april bladzijde 7. Wij citeren letterlijk: ‘ Van Cauwelaert beschikte allicht niet over de meest aangename persoonlijkheid. Hij was zo druk in de weer met zijn politieke en andere besognes, dat zijn kinderen hem amper nog herkenden wanneer hij toch nog eens thuiskwam. En naar het schijnt bezondigde hij zich weleens aan de dubbelhartigheid die ook vandaag nog als het hebben van tsjevenstreken wordt omschreven. Dat bleek al vroeg: toen hij een professoraat in Leuven miste wegens gebrek aan wetenschappelijke kwalificaties, verspreidde Van Cauwelaert het gerucht dat de functie hem was ontzegd wegens zijn Vlaamsgezindheid.

Dit is meer dan erover. Wij zullen niet in herinnering brengen hoe destijds madam Reynebeau een kennel moeilijk opvoedbare gevechtshonden had samengebracht, en op welke wijze die de aangename persoonlijkheid van Reynebeau herkenden, toen ook hij nog eens thuiskwam. Maar op dat professoraat willen wij wel terugkomen. Niet onze chef-Wetstraat heeft immers een professoraat gemist, aangezien hij van de tuchtcommissie van de Guimardstraat niet eens zijn middelbare studie mocht afmaken. Onze gewezen chef-boeken daarentegen was bijzonder graag professor geschiedenis geworden. Maar toen hij wat later Het klauwen van de leeuw is geworden als doctoraalschrift indiende, rolde de academische overheid van het lachen over de vloer.

Hierna bezondigde Reynebeau zich aan dubbelhartigheid die ook vandaag nog weleens als het hebben van tsjevenstreken wordt omschreven, en verspreidde het gerucht dat de functie hem was ontzegd vanwege zijn anti-Vlaamsgezindheid.

DO 19/04

Vraag van Friedl’ Lesage aan Peter D’Hondt in Het beste moet nog komen: ‘Houdt u van wild en gevogelte?’ Er zijn toch vrouwen die het uitlokken.

Blijkt dat de beroemde politierechter in een huis woont waarin vroeger in de kelder collaborateurs werden opgesloten. Waar nu zijn beste legkippen hun kunsten demonstreren, werden na de bevrijding zij die met den Duits hadden samengespannen door het verzet aan een hek vastgebonden, en daarna op andere gedachten gebracht. Een zekere predestinatie is bij sommige magistraten toch niet te ontkennen.

vr 20/04

Bart Somers, de buikspreekpop van Guy Verhofstadt en Noël Slangen, slaapt niet meer nadat wij hier per ongeluk hebben onthuld dat Greet Geypen in haar begroting een voorraad bordjes heeft opgenomen met als opschrift: ‘Damestoiletten, verboden voor burgemeesters’. Gratis te verspreiden over alle cafés en restaurants in Groot-Mechelen. En in Groot-Mechelen komt er maar één in aanmerking om zich als burgemeester in damestoiletten op te houden: de burgemeester.

Hoe is het haar in godsnaam ter ore gekomen, zo piekert Somers zich suf. Naar hoe het op Knack is beland, heeft hij minder het raden. De dag dat Greet II naar onze chef-Wetstraat belde om te melden dat zij niet de vriendin was van Bart Somers, zoals niet in Knack had gestaan maar misschien wel ooit in Knack zou kúnnen staan, veranderde haar leven.

De womanizer in Rik Van Cauwelaert had weinig moeite om la Geypen eerst te kalmeren, en vervolgens in vervoering te brengen met een diner voor twee bij kaarslicht. Sinds die avond heeft Somers er gelegen. En wordt er in de Melsensstraat geen papier meer verlegd, niet op de derde en niet op de eerste verdieping, of onze chef-Wetstraat is op de hoogte. Zoals die keer toen bleek dat Somers op het partijbureau in tranen was uitgebarsten, omdat hij als voorzitter van de grootste meerderheidspartij zijn eigen lijst moest trekken bij de verkiezingen. Kunt u zich een nóg pijnlijker tafereel inbeelden? En zo’n kerel zouden we ernstig moeten nemen?

Die Greet mag dan een aangename verfrissing zijn in het soms wat saaie leven van onze chef-Wetstraat, voor de rest van de redactie is ze geen geschenk. Moeit zich niet alleen bij de VLD met alles, maar nu ook bij Knack. Vorige week beende ze met boze passen naar het bureau waaraan uw dienaar druk zat te werken, en smeet daar de Senaatslijst van de Open VLD op neer: ‘Wel? Wat hebt ge hierop te zeggen?’

In eerste instantie was dat niet veel. Beter blode Jan dan dode Jan is geen slecht principe, en dus probeerden wij wat tijd te winnen: ‘Hoe bedoelt u mevrouw?’

Het was snel duidelijk, wat mevrouw bedoelde: ‘Gij hebt al drie keer geschreven dat Bart den Bleiter mij als opvolgster op de Antwerpse Kamerlijst zou zetten. Zodat ik naast mijn job bij de VLD, mijn schepenpostje in Mechelen, en mijn zitje in de raad van bestuur van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, ook een echte job zou krijgen, één die wat meer overeenkomt met mijn status. Ik zie daar niet veel van, van die opvolgersplaats, gij wel?’

‘Euh, nee mevrouw.’

‘Euh, nee mevrouw. Ge hebt precies wat minder praat nu. Bekijk die Senaatslijst een keer. Wie staat er daar bij de opvolgers?’

‘Roland Duchâtelet.’

‘Ja, om te lachen. Denkt gij dat die naast al zijn bedrijven en zijn voetbalclub nog tijd heeft om die daarna in het parlement te verliezen? Ik kijk naar de andere opvolgersplaatsen, en ik zeg één ding: er zijn er blijkbaar die beter voor hun vriendinnen zorgen. Maar daarover hoor ik u niet. Hoe komt die Nele Lijnen op twee bij de effectieven? Een jaar geleden zat ze niet eens in de politiek, en toch op de tweede plaats van onze belangrijkste lijst. Hoe kan dat? En na haar worden eerst alle overlopers bediend. Dat stemmenkanon van de Volksunie, die in zijn eigen gemeente nog maar pas twintig procent heeft verloren. En dan de allerlaatste twee overlevenden van de NCD van uw vriend de Rat. Leeft die trouwens nog? Of is hij ook voor Museveni gaan werken? Knack moet zich eens wat kritischer gaan opstellen. Dringend tijd dat ik de zaken hier in handen neem.’

Als de nood het hoogst is, komt onze chef-Wetstraat meestal vrolijk fluitend terug van zijn lunch. Op slag zagen wij Greet Geypen veranderen van een boze kol in een aantrekkelijke en verleidelijke vrouw. Soms is het beter dingen niet te weten.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content