Vladimir Poetin rekent af met de erfenis van Boris Jeltsin. Hoe moet het straks met die van hem?

Hubert van Humbeeck

Een opiniepeiling in het weekblad Der Spiegel laat er geen twijfel over bestaan. Op de vraag of Rusland een democratie naar westers model kan worden, antwoordt 65 procent van de ondervraagde Duitsers: neen. Dat mag in het licht van recente gebeurtenissen ook niet verbazen. Moskou brengt de laatste tijd bitter weinig respect op voor wie er een afwijkende mening op na houdt. In tegenstelling tot haar voorganger Gerhard Schröder steekt bondskanselier Angela Merkel haar ongenoegen daarover ook niet onder stoelen of banken. Dat bleek vorige week nog op een persconferentie in de stad Samara, waar Merkel en Europees Commissievoorzitter José Manuel Barroso een ontmoeting hadden met president Vladimir Poetin.

De Russische president lijkt ondertussen toch te hebben bereikt wat hij wou. Rusland doet weer mee. Het was absoluut geen toeval dat Poetin uitgerekend enkele dagen voor de top met de Europese Unie een overeenkomst ondertekende met zijn collega’s uit Kazachstan en Turkmenistan. Die voormalige Sovjet- republieken zullen de bulk van hun rijke gasoogst door Russische pijpleidingen naar het Westen sturen. En niet, zoals het Westen graag wilde, langs een omweg ten zuiden van de Kaspische Zee. Europa ontsnapt niet: het blijft voor zijn energiebevoorrading van Rusland afhankelijk.

Het zal Poetin worst wezen dat hij in Europa en in de VS – hij vergeleek het Amerikaanse optreden onlangs met dat van nazi-Duitsland – een kwalijke reputatie krijgt. De Russen zelf onthouden vooral dat hij het land zijn waardigheid teruggaf, die het in de jaren na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verloor. Poetin rekent af met de erfenis van zijn zwakke voorganger Boris Jeltsin, die achteraf thuis toch te veel als een marionet van het Amerikaanse kapitalisme werd beschouwd.

De Russen kregen na de aanvallen van 11 september 2001 in de VS overigens nog een tik. Ze hielpen George W. Bush met zijn aanval op Afghanistan, maar kregen daarvoor niet de beloning waarop ze hadden gerekend. Washington bleef anti-Russische regeringen en groepen steunen in landen zoals Georgië en Oekraïne. Moskou begreep die boodschap correct: de Amerikanen verwachten geen heil van Rusland als een strategische partner. Ze verwachten wel dat het Kremlin zich diplomatiek, als het er zoals met Iran en Kosovo opaan komt, op de lijn van de westerse consensus plaatst. Daarover liet buitenlandminister Condoleezza Rice vorige week in Moskou nog weinig twijfel bestaan.

Het moet niet noodzakelijk zo zijn, schreef de Amerikaanse krant International Herald Tribune, dat je alleen met de Russen kan lachen of de strijd met hen aangaan. Er is een andere weg. Als Europa lidstaten zoals Polen aan het verstand brengt dat ze ten aanzien van Moskou niet altijd met een veto moeten zwaaien. En als de Amerikanen accepteren dat ook de Russen belangen kunnen hebben die ze willen beschermen – precies zoals zij. Daartegenover staat dat Rusland niet het respect kan krijgen waarop het recht denkt te hebben, zolang de president zich blijft gedragen als een olifant in de porseleinwinkel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content