Han Renard

Na zeventien jaar gevangenschap komt Pierre Carette binnenkort voorwaardelijk vrij. De leider van de CCC (Cellules Communistes Combattantes of strijdende communistische cellen) heeft een twintigtal bomaanslagen op zijn geweten.

Het was een bevlogen advocaat-generaal Jaspar die in 1988 namens het openbaar ministerie de jury op het CCC-proces toesprak: ‘We hebben hier af te rekenen met het fanatisme. Er is geen verschil tussen een Khomeini, een Carette en al degenen die met geweld en fanatisme regimes van de dood willen opdringen zoals het nazisme, het fascisme en bepaalde vormen van communisme.’ Kranten prezen het rekwisitoor van de pensioengerechtigde Jaspar nadien als een ‘juweel van redekunst’.

Op 21 oktober 1988 werden vier CCC-gevangenen door het Brusselse assisenhof tot levenslange dwangarbeid veroordeeld. Carette en zijn kompanen werden schuldig bevonden aan de serie bomaanslagen die tussen oktober 1984 en december 1985 het land had geteisterd. De strijdende communisten kozen hun doelwitten altijd zeer precies: militaire installaties, politieke hoofdkwartieren, banken en bedrijven.

De aanslagenreeks kende een spectaculaire climax toen Carette en co op één dag vijf verschillende NAVO-pijplijnen lieten exploderen. Het tragisch hoogtepunt kwam er met de fatale bomexplosie voor het gebouw van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) in Brussel op 1 mei 1985, waarbij twee brandweermannen om het leven kwamen. Ondanks het feit dat de CCC de rijkswacht gewaarschuwd had en gevaar-pamfletten had verspreid, verspeelde de terreurgroep met deze dodelijke aanslag de sympathie die ze in het gepolariseerde politieke klimaat van de jaren ’80 bij sommigen had genoten.

Het verhaal van de CCC eindigt op 16 december 1985 in een fastfoodtent in Namen, waar ’s lands meest gezochte viertal schijnbaar onbezorgd een paar hamburgers zat te verorberen. De arrestatie van Pierre Carette, Bertrand Sassoye, Pascale Vandegeerde en Didier Chevolet bleek de genadeslag voor de CCC. Nadien volgden er geen nieuwe aanslagen meer.

Toch geloofden velen destijds dat de echte opdrachtgevers van de bomaanslagen nog vrij rondliepen. Maar ondanks de complottheorieën die toen opgeld deden, was de CCC grotendeels een eenmanszaak. Het brein achter de hele onderneming was de fanatieke Brusselse drukker Pierre Carette, die rond zich een klein maar loyaal gevolg van jonge, militant-linkse twintigers verzameld had. In weerwil van de angstpsychose die de CCC wist te creëren, bleek de groep van Carette bij nader toezien heel simpel en amateuristisch te werk te gaan. De CCC had bijlange niet de technische kwaliteit van de Libanese FARL of de Spaanse ETA in huis. Carette was dankzij zijn zorgvuldig gekozen doelwitten wel heel sterk in het genereren van media-aandacht.

Tijdens het geruchtmakende terroristenproces kwam slechts weinig aan het licht over de persoonlijkheid van de CCC-leden. Carette en co weigerden mee te werken met de ‘burgerlijke rechters’, volgens hen slechts lakeien van het vijandige kapitalistische regime.

GEWAPENDE PROPAGANDA

Pierre Carette werd geboren in Charleroi op 21 september 1952. Zijn inmiddels overleden vader was ambtenaar bij het ministerie voor Openbare Veiligheid, zijn broer een paracommando met een extreem-rechtse achtergrond. Pierre zelf had vooral interesse voor schaken, films en strips. Hij bezat enig artistiek talent en studeerde drukkunst aan de Academie voor Schone kunsten. Als jonge twintiger richtte hij in Sint-Gillis zijn eigen drukkerijtje op. ‘De rode commune’ was gespecialiseerd in affiches en pamfletten voor extreem-linkse groeperingen.

Met de jaren werd Carettes politieke overtuiging radicaler. Hij stond bekend als een drammer, die zijn ideologische rechtlijnigheid graag liet gelden door in discussies zo vaak mogelijk termen als ‘klassenstrijd’ en ‘dictatuur van het proletariaat’ te gebruiken. Maar erg theoretisch onderlegd was hij niet, zeggen kenners. Zijn latere CCC-pamfletten waren een ratjetoe en stonden bol van de foute citaten van Marx en Lenin.

Midden jaren ’70 was Carette actief in het ‘Comité de soutien aux prisoniers politiques de la RAF’, een steungroep voor de Duitse Rote Armee Fraktion.

Op 25 juni 1979 werd België opgeschrikt door een bomaanslag op toenmalig NAVO-opperbevelhebber Alexander Haig. Het opeisingscommuniqué, ‘van het commando Andreas Baader’, werd gedrukt en verspreid door Carette.

RAF-kopstuk Andreas Baader was Carettes eerste grote politieke held. Maar die bewondering verwatert als hij vanaf 1979 met de Franse pro-Palestijnse extremist Frederic Oriach in contact komt. Oriach is volgens sommigen de geestelijke vader van Carette. Hij zou de Brusselaar er definitief van overtuigd hebben dat ‘gewapende propaganda’ de enig mogelijke politieke respons is op het ‘bourgeois-imperialisme’.

Begin jaren tachtig zocht Carette contact met buitenlandse stadsterreurgroepen. In Parijs ontmoette hij leden van de Italiaanse Rode Brigades en twee leiders van het Franse Action Directe (AD). Samen met AD-kopstuk Nathalie Ménignon raakte Carette in 1982 betrokken bij een ernstig verkeersongeluk. In hun auto werden 15.000 pamfletten van AD met een oproep tot gewapend geweld gevonden. Carette was in die dagen niet alleen de drukker van AD. Hij verspreidde ook teksten van de Rode Brigades en de FARL.

In 1983 richtte Carette het collectief Ligne Rouge op. Onder de medeoprichters bevonden zich de trouwe bezoekers van zijn gemeenschapshuis in Sint-Gillis en de latere CCC-leden Bertrand Sassoye, een achttienjarige deserteur, Pascale Vandegeerde, Carettes toenmalige vriendin en de graficus Didier Chevolet.

In de zomer van 1984 duikt Carette onder. Hij verzamelt geld en wapens – een aantal hold-ups wordt aan hem toegeschreven, evenals de diefstal van een belangrijke partij wapens en explosieven. Hij rekruteert ook, zonder veel succes. Toch is zijn stadsguerrilla in oktober klaar om tot actie over te gaan.

Op 2 oktober 1984 ontploft in Evere een bom bij een in militaire technologie gespecialiseerd bedrijf. De aanslag wordt opgeëist door de tot dan volstrekt onbekende CCC. In een communiqué verklaart de CCC het imperialisme de oorlog. Op grond van zijn sinds het midden van de jaren ’70 steeds extremere politieke activiteiten, is Pierre Carette al vanaf die eerste bomaanslag verdachte nummer één. Maar de door ‘het strijdende communisme’ geïnspireerde bommenreeks zal pas vijftien maanden later eindigen. Carette bereikt uiteindelijk precies het tegenovergestelde van wat hij beoogde: niet de socialistische heilstaat, maar wel een klimaat waarin de publieke opinie repressieve maatregelen accepteert en gerechtvaardigd acht.

Carette hield van het leven in de clandestiniteit. Hij had het gevoel Geschiedenis te schrijven en leefde in de waan dat de arbeiders zijn acties ondersteunden. Als bevrijder van de onderdrukte arbeidersklasse ging Carette steeds roekelozer te werk. Bij de BBL-aanslag van 4 november 1985 liet hij vingerafdrukken achter en werd hij herkend als de man die zonder aarzelen het vuur opende op een Securitas-bewakingsagent. Later werd hij ook als toeschouwer gefilmd na de bomaanslag op de Generale Bank in Charleroi en liet hij zijn stem registreren toen hij per telefoon de aanslag op de NAVO-pijpleiding in Wortegem-Petegem opeiste.

Ondanks het feit dat Carette al sinds midden jaren ’70 goed bekend was bij de staatsveiligheid, kon deze tweederangsterrorist toch vijftien maanden lang zijn gang gaan, stelden kritische waarnemers verbaasd vast. Dit gaf aanleiding tot allerlei wilde speculaties over bescherming van hogerhand. Carette was een agent van de CIA zeiden de enen, een provocateur van extreem-rechts dachten de anderen. Nog anderen zagen in Carette een gemanipuleerde idealist. Er waren er die in een netwerk geloofden, omdat het onmogelijk was dat deze nietsnut de aanslagen bijna in z’n eentje zou hebben bekokstoofd en uitgevoerd. Er circuleerden ook een heleboel nooit bewezen theorieën over banden van de CCC met de Bende van Nijvel.

‘Ooit wordt België een socialistische staat’, antwoordde de niet uit het lood geslagen hoofdbeklaagde in 1988 na het striemende rekwisitoor van advocaat-generaal Jaspar. Ook vandaag blijft het communistische geloof van Carette, die nooit een greintje berouw heeft betoond, onaangetast. Na zeventien jaar streng gevangenisregime is Carette ongeveer alles kwijt, behalve zijn overtuiging dat de revolutie vroeg of laat weer zal toeslaan.

Han renard

Carette had het gevoel Geschiedenis te schrijven en leefde in de waan dat de arbeiders zijn acties ondersteunden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content