Via de intercommunales spelen gemeenten nog steeds een verstorende rol in het energiebeleid in België. Maar omdat er te veel politieke postjes op het spel staan, zal dat niet gauw veranderen. ‘Tenzij de intercommunales tot één bedrijf versmelten dat naar de beurs gebracht wordt’ zegt Geert Versnick, voorzitter van Eandis. Een plan dat binnenkort bestudeerd zal worden.

Ongetwijfeld staat het in de beste managementhandboeken: met meer dan vijftien mensen kun je niet vergaderen. In de gemeentelijke intercommunales, die verantwoordelijk zijn voor de distributie van gas en elektriciteit, moet dat blijkbaar wel kunnen. De raden van bestuur zijn er goed bemand: alleen al de acht gemengde intercommunales tellen samen 318 bestuurders. Doorgaans gaat het om politieke mandaten die door de partijen worden uitgedeeld als troostprijs, nadat een mandataris voor een of andere functie uit de boot gevallen is. Of als extraatje, voor al dan niet voormalige senatoren, burgemeesters, schepenen of gemeenteraadsleden. Want ze worden er ook voor betaald: tot maximaal 170 euro per vergadering, en vergaderen doen ze gemiddeld zo’n tien keer per jaar. De voorzitter krijgt een dubbele premie: 340 euro. Niet slecht, voor wie een paar mandaten kan verzamelen.

‘De situatie is historisch gegroeid’, zegt Geert Versnick (Open VLD), voorzitter van Eandis. Eandis is de exploitatiemaatschappij van de gemengde intercommunales, die eigenaar zijn van het elektriciteitsnet en ook wel distributienetbeheerders genoemd worden. ‘We moeten terug naar de wet van 10 maart 1925, de wet op de elektriciteitsvoorziening, die aflijnde wie voor elk onderdeel van de elektriciteitstoelevering verantwoordelijk werd. Sommige steden, zoals Gent, zetten een eigen bedrijf op. Later zijn ze tot intercommunales toegetreden.’

In de zuivere intercommunales hielden de gemeenten de distributie in eigen beheer. In de gemengde intercommunales stapte Electrabel, toen nog Ebes, als privépartner aan boord. Dat was in de jaren zestig. Niemand was zich er toen van bewust welke lobbymachine met deze structuur werd uitgebouwd. ‘Aanvankelijk waren de raden van bestuur niet erg talrijk’, beschrijft Versnick. ‘Elke gemeente vaardigde een of meerdere personen af. Pas later kenden ze een forse groei, toen van overheidswege werd opgelegd dat ook de leden van de oppositie vertegenwoordigd moesten zijn.’ Nu zijn ze overbemand.

DIT IS BELGISCH

De situatie is niet alleen historisch gegroeid. Ze is ook helemaal scheefgetrokken. ‘De rol van de (gemengde) intercommunales, en vooral de belangenvermenging die ze teweegbrengt tussen de privé- en de overheidssector, is een van de grootste pijnpunten van de energiesector in België’ zegt Luc Barbé, ex-kabinetschef van voormalig staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Olivier Deleuze (Ecolo). ‘Een burgemeester van een grote gemeente die een contract moet afsluiten voor de levering van elektriciteit voor de volgende jaren, staat voor een groot dilemma. Hij moet enerzijds de wet op de overheidsopdrachten naleven. Maar als hij voor een andere leverancier dan Electrabel kiest, doet hij de omzet en de winst van Electrabel (Customers Solutions) en dus ook zijn eigen inkomsten dalen. Impliciet bestaat er in die zin altijd een deal tussen de politici en de privésector om de opbrengsten liefst niet te verlagen.’

De toestand is typisch Belgisch. ‘De intense publiek-private samenwerking in de energiesector, een soort PPS avant la lettre, de samenwerking tussen Electrabel en de gemeenten in de gemengde intercommunales, zorgt voor een verwevenheid tussen politieke partijen en de privésector die je nergens anders vindt’, zegt Luc Barbé (zie ook zijn bijzonder interessant online- boek Kernenergie in de Wetstraat, 2007). ‘Omdat die verwevenheid tot stand gekomen is op basis van pacten (en niet van wetten) die zonder enig publiek debat onderhandeld werden met de privésector, is het bijzonder moeilijk om daar op welke wijze ook tegen in te gaan. Ook voor politici.’

De gemeenten hebben zich al voor een deel uit het aandeelhouderschap van Suez (Electrabel) uitgekocht. Electrabel bezit vandaag nog ‘slechts’ 30 procent van de aandelen van de gemengde intercommunales, en op termijn moet het bedrijf zich helemaal terugtrekken uit de intercommunales. Maar de gemeenten zijn nog wel aandeelhouder van Electrabel Customers Solutions, de leverancier van elektriciteit. Hoe kunnen de gemeenten een neutraal beleid van energiebezuinigingen voeren, als ze daarmee in hun eigen vlees snijden?

Parlementariërs, burgemeesters of gemeenteraadsleden mogen dan al hardop roepen dat de energieprijzen veel te hoog zijn, ze zitten helemaal vast in de netten die Electrabel gespannen heeft. De conventies die tussen Electrabel en de overheid afgesloten werden, kunnen politici niet zomaar ongedaan maken, zelfs niet met een nieuwe wet. ‘Altijd weer is er het akkoord nodig van de privésector’, aldus Luc Barbé. ‘Ook het Rekenhof heeft geen enkele zeggenschap over de financiële aspecten van de overeenkomsten. Over zaken die via conventies geregeld zijn, kan het Belgische hof van auditeurs zich niet buigen.’

Transparantie en responsabilisering: in de uitbouw van de Belgische energiemarkt lijken ze helemaal zoek.

DIVIDENDEN

Het gebrek aan transparantie loont. Jaarlijks strijken de gemeenten mooie dividenden uit hun aandeelhouderschap op – ook al zijn de dividenden volgens Geert Versnick sinds de liberalisering met twee derde gezakt.

Zo kon Gent volgens cijfers van de Vlaamse Gemeenschap ( www.binnenland.vlaanderen.be/financien/dividenden) voor zijn begroting van 2005 toch op een bedrag van ongeveer 8,6 miljoen euro aan dividenden rekenen. Voor Antwerpen was dat voor dezelfde periode ongeveer 15 miljoen euro. Kleinere steden zoals Mechelen kregen 1,9 miljoen euro voor 2005.

‘Het gaat hier niet om winsten’, zegt Geert Versnick. ‘De uitkering is een vergoeding op basis van het geïnvesteerd kapitaal, en that’s it‘, zegt Geert Versnick. ‘De gemeenten krijgen geen bijkomende vergoedingen. Vóór de liberalisering, toen de gemengde intercommunales ook nog leverancier waren van energie, lag dat anders.’ Hoewel, zolang de gemeenten aandeelhouder blijven van Electrabel Customers Solutions, de leverancier van energie, stijgt hun dividend mét de verkoop.

Waarom al die kritiek op de inkomsten van de gemeenten? Als distributienetbeheerders hebben ze hun geld broodnodig, klinkt het. Ze staan immers voor enorme investeringen in de distributienetten. Dat betekent dat ze hun distributienettarieven vanaf 1 januari zelfs fors gaan optrekken. De CREG, de nationale regulator voor elektriciteit en gas, maakte de berekening: voor de distributie van de elektriciteit stijgen de tarieven (voor wie beleverd wordt door de gemengde intercommunales) met 23 procent, voor de gasdistributie met 31 procent. Voor de consument betekent dat op jaarbasis een stijging met 20 tot 30 euro voor elektriciteit, en met 65 tot 75 euro voor gas.

Diezelfde CREG, die de tarieven van de intercommunales moet beoordelen, zou daar maar wát graag tegen optreden. Maar er wordt hoe langer hoe meer gesnoeid in zijn bevoegdheden. Via een juridisch steekspel trachten de gemeenten al jarenlang de macht van de CREG te beknotten. De regulator heeft hen in het verleden al te vaak en te diep in het vel gesneden, vinden ze. Daarom spanden ze niet minder dan 400 rechtszaken aan tegen de CREG. En niet zonder succes. Een recente uitspraak voor het Brusselse hof van beroep beperkte de bevoegdheid van de CREG om de ‘redelijkheid’ van de kosten van de intercommunales te beoordelen. De elektriciteitsmarkt en vooral zijn tarieven worden op die manier totaal ontransparant.

Helaas zijn het niet alleen de gemeenten die de CREG het zwijgen willen opleggen. Ook het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), en in het bijzonder een van zijn belangrijke financiers, Suez, trachtte via de Algemene Raad van de CREG een vergelijkende studie over energieprijzen onder de mat te vegen, aldus Luc Barbé. Het VBO verkiest dan op alle fronten afwezig te blijven, wanneer de hoge energieprijzen worden aangevallen. De grote bedrijven lijden nochtans onder de prijsverhogingen. Maar als een grote speler als Suez ermee dreigt zich uit het VBO terug te trekken, is de keuze snel gemaakt. Barbé: ‘De energiesector is zo verstrengeld met de overheid en met organisaties uit het middenveld, dat Electrabel geen lobbywerk in de klassieke zin nodig heeft.’

BEURSGANG

Is er nog wel een uitweg uit deze impasse? Geert Versnick: ‘De distributienetbeheerders, die nu elk voor zich verschillende tarieven aanrekenen, zouden kunnen versmelten tot één bedrijf, en naar de beurs stappen. Distributienetbeheer behoort toch niet tot de kerntaken van de gemeenten’, meent hij. Aan het management van Eandis heeft Versnick de opdracht gegeven om de verschillende scenario’s voor de toekomst uit te tekenen. ‘Ik herhaal, een beursgang is niet uitgesloten, zelfs niet op middellange termijn. Daarbij zou de taak voor de gemeenten erin kunnen bestaan om via een regionaal adviescomité de werken op te volgen.’

Een versmelting van de zeventien intercommunales zou alvast een besparing betekenen. En een beursgang zou zelfs voor méér transparantie kunnen zorgen. Maar zullen de partijen bereid zijn om hun postjes in de raden van bestuur op te geven? Om de historische banden tussen Electrabel en de politiek door te knippen?

Behalve voorzitter van Eandis is Geert Versnick ook bestuurder bij Electrabel. Hoe staat hij zélf tegenover die verstrengeling? ‘Ik heb bij Electrabel zitting namens de gemeenten, en dus ben ik volstrekt onafhankelijk. Ik verdedig de belangen van Electrabel niet.’

Elke bestuurder is nochtans juridisch verplicht om de belangen van het bedrijf waarvoor hij zitting heeft, te verdedigen. Heeft Electrabel dan ook op dat vlak een andere regelgeving?

DOOR INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content