Beleggers lopen al jaren achter de curve, en dus achter de feiten aan.
Op de Belgische fondsenmarkt trokken beleggers de laatste tijd massaal de kaart van de producten met kapitaalgarantie. Geen goede keuze, want door het stevige beursherstel liepen ze het overgrote deel van de winsten mis.
Vorig jaar groeide de Belgische fondsenmarkt met 6,8 procent tot 136,2 miljard euro. Ze kwam daarmee bijna weer op het niveau van 2000. Ter herinnering: in 2002 vielen de beleggingen in fondsen vanwege de zware beurscorrectie terug met 11,2 procent tot 127,6 miljard euro. In 2003 eisten kapitaalgarantiefondsen de hoofdrol op. Van de nieuwe middelen die in 2003 hun weg naar fondsen vonden – zo’n 12,5 miljard euro – stroomde 84 procent naar kapitaalgarantie. Deze risicoschuwe producten nemen tegenwoordig 26 procent van de totale markt voor hun rekening en hebben op dit moment 35,9 miljard euro onder beheer: een stijging op jaarbasis van 13 procent. Het compartiment aandelenfondsen dikte met 8 procent aan tot 26,7 miljard euro. Die groei was enkel te danken aan de stijgende aandelenmarkten, die de waarde van de beleggingen opkrikte. Van een instroom van nieuwe middelen was nauwelijks sprake. Deze tendensen zetten zich ook in de eerste maanden van het nieuwe jaar door – al zijn concrete cijfers nog niet beschikbaar.
Timing
De verdere opmars van kapitaalgarantiefondsen toont aan dat de belegger nog steeds niet is bekomen van de zware verliezen die hij in de periode 2001-2002 slikte. Hij blijft met andere woorden het risico vermijden – en koopt dus nog altijd aandelenfondsen.
Deze grote trek was echter slecht ge-timed, want de leidinggevende Europese beursindices zetten in 2003 gemiddeld een koerswinst van 50 procent neer. De meeste fondsenbeleggers zagen met andere woorden aanzienlijke beurswinsten aan hun neus voorbijgaan omdat ze alle groeipotentieel opgaven in ruil voor een gegarandeerd behoud van kapitaal.
Die slechte timing bevestigt opnieuw dat de doorsneebelegger net als de voorbije jaren achter de curve aanloopt en telkens de minst goede beslissingen neemt. Wanneer de beurzen hun opmars voortzetten, is de kans groot dat beleggers (die beseffen grote winsten te hebben gemist) massaal het geweer van schouder zullen veranderen. En dus tegen hoge niveaus weer in aandelenfondsen zullen stappen.
In de VS lijkt dat scenario zich al af te tekenen. In de eerste drie maanden van het jaar trokken aandelenfondsen 134 miljard dollar aan nieuwe gelden aan, een instroom enkel opgetekend op het toppunt van de vorige beurspiek in 2000. Van de (grote) fondsenemittenten moeten geen indicaties over de ideale instapgelegenheid worden verwacht. Zij geven toe dat ze de beleggingsfondsen ontwikkelen en verkopen die de klant wenst. En dat is duidelijk geen synoniem van wat goed of opportuun is voor de klant.
Francis Muyshondt