Juan-Pablo Montoya over zichzelf. En over de man die hij moet kloppen, wanneer straks in Melbourne het nieuwe formule-1-seizoen van start gaat.
Na koffie en cocaïne is hij het beste exportproduct van Colombia. Juan-Pablo Montoya heeft inderdaad alles om de nieuwe god van de Formule 1 te worden als Michael Schumacher straks voor een welverdiend pensioen kiest. De rijkunst, om te beginnen. Maar ook die verve, de arrogantie van de wereldster. Charmante arrogantie, want de Colombiaan speelt geen typetje, hij is gewoon zo. Zoals hij zijn haat voor Ralf Schumacher, z’n teamgenoot bij Williams, niet faket. Op Montoya’s checklist om het nieuwe uithangbord van de Formule 1 te worden, is eigenlijk maar één kruisje nog niet aangevinkt: de resultaten. Misschien omdat hij nog iets te veel speelvogel is, en te weinig professioneel autoracer?
Klopt dat beeld? Juan-Pablo Montoya, de eeuwige speelvogel?
JUAN-PABLO MONTOYA: Ach, ik sleur dat imago mee omdat ik verslingerd ben op videospelletjes. Vorig jaar ontdekte ik nog een voetbalspelletje. Zelf heb ik nooit een bal tien meter ver kunnen trappen, maar op de spelconsole ben ik zonder twijfel een van de beste voetballers ter wereld. Ik denk dat ik ondertussen al meer dan honderd spelletjes heb. Soms ben ik daar dagen aan een stuk mee bezig.
En dat voor iemand die drie jaar terug werd aangekondigd als de nieuwe Senna.
MONTOYA: Ach ja, dat werd gezegd. Maar ik probeer geen nieuwe Senna te zijn, ik wil mijn eigen carrière uitbouwen. Sommige mensen houden van mijn stijl, andere niet. Maar eigenlijk laat het me koud wat de anderen van me denken.
Dat je ondertussen nog geen nieuwe Senna bent en al drie jaar op rij werd geklopt door Michael Schumacher, heeft volgens waarnemers te maken met gedrevenheid. Schumacher eet gezond en traint zich te pletter. Montoya vreet hamburgers en heeft een hekel aan de gym. Vandaar dat hij ook geen conditie heeft, wordt gezegd.
MONTOYA: Luister, doe me een lol. Snor het filmpje van Monaco vorig jaar nog eens op. Zoals je weet, is Monaco een fysieke beproeving die de sterkste os sloopt. Wel, bekijk mijn gezicht en dat van Schumacher eens na de race. En kom die vraag dan nog eens opnieuw stellen.
Je bedoelt dat jij er beter uitzag dan…
MONTOYA: Dat verhaal over mijn manke conditie is een verzinsel dat een eigen leven is gaan leiden. Omdat ik niet overal loop te schreeuwen dat ik iedere dag in de fitnesszaal zit. Weet je, ik rij heel graag met zware motorfietsen. Trial en zo. De voorbije drie weken zat ik alles bij elkaar negen dagen op dat ding. Vijf uur per dag. Probeer maar eens. Maar ja, ik maak daar geen reclame mee. En als ik in Miami ben, ga ik de godganse dag met de kart rijden of windsurfen. Ook dat is fysiek bezig zijn, geloof me. Maar de mensen denken dat ik niet fit ben omdat ik niet iedere dag tien kilometer voor de camera ga lopen. Of omdat ik naar de privé-tests geen mobiele gymzaal meebreng (zoals Michael Schumacher, nvdr) en dat ding toch nooit gebruik…
Als Schumacher het verschil niet maakt met zijn fysieke conditie, waarmee dan wel?
MONTOYA: Hij is de voorbije jaren een beetje slimmer geweest dan de anderen. Dat moet ik nog leren. Gewoon snel zijn, is niet genoeg. Je moet regelmaat in je prestaties kunnen leggen, maar je moet ook en vooral perfect met de ingenieurs kunnen samenwerken. Omdat je uiteindelijk de auto het werk moet laten doen. Dat begrijpt Schumacher beter dan wie ook. Bij Ferrari heeft hij het hele team rond zich gebouwd, iedereen naar zijn hand gezet. Het hele team draait rond hem. Beschouw dat alsjeblieft niet als kritiek. Wat Schumacher bij Ferrari verwezenlijkte, chapeau. Ik wou dat ik het ook zo kon spelen, maar ik rij natuurlijk niet voor Ferrari. Bij Williams hebben ze een traditie om beide rijders carte blanche te geven.
Waarom kiest Williams er ook niet voor om één rijder vooruit te schuiven?
MONTOYA: Voor Williams en BMW, dat onze motoren levert, is het belangrijk te kunnen uitpakken met de wereldtitel bij de constructeurs. Bij Ferrari komt die constructeurstitel op de tweede plaats. Zij bekijken het anders: als Schumacher in 2003 voor de zesde keer wereldkampioen wordt en dat met een Ferrari doet, dan rapen ze daar ook behoorlijk wat return mee. Terecht, vind ik. Als hij vorig jaar geen wereldkampioen was geworden en Ferrari toch de constructeurstitel had veroverd, dan hadden ze daar in de pers heel wat minder poeha rond gemaakt. Williams is een van de weinige teams die de constructeurstitel boven die van de rijders verkiest.
Is dat het verschil tussen Michael Schumacher en Juan-Pablo Montoya?
MONTOYA: Precies. Hij is de onbetwiste nummer één in zijn team. Hij kan zich helemaal concentreren op de strijd tegen Williams en McLaren. Als ik wil winnen, dan moet ik eerst al mijn teamgenoot kloppen. Bovendien zit Schumacher al twaalf jaar in de Formule 1. Ik nog maar drie jaar. Hij debuteerde in 1991, ik was toen nog een peuter. Dat is een hoop ervaring die hij meer heeft.
Neem dat voordeel en die ervaring weg, en hij is te kloppen.
MONTOYA: Niemand is onklopbaar. Ik herinner me nog dat ik hem drie jaar geleden in Brazilië voorbijstak en zo van hem weg reed. Heerlijk, dacht ik, ik ben sneller. Maar eigenlijk is hij voor mij gewoon ‘een tegenstander’. Als ik ooit tegen Senna had mogen racen, dan was het misschien anders geweest. Omdat ik dan zonder twijfel mijn respect voor Senna op de piste had laten zien. Senna was mijn idool toen ik kind was. Schumacher niet, hij is gewoon iemand die ik achter mij moet zien te laten.
Hij rijdt nog tot eind 2006 in je weg, want vorig jaar verlengde hij tot eenieders verrassing zijn contract met Ferrari.
MONTOYA: Over dat contract heb ik mijn bedenkingen. Akkoord, hij heeft getekend tot eind 2006, maar dat betekent niet dat hij ook zo lang in de Formule 1 blijft. Je moet het zo zien: Schumacher kan ophouden wanneer hij wil. En volgens mij doet hij dat zodra het wat minder gaat met die Ferrari en hij niet meer kan domineren. Daarom zeg ik: niet Schumacher is mijn tegenstander, wél Ferrari. Hij werd de voorbije seizoenen trouwens wereldkampioen omdat hij met een Ferrari rijdt. Begrijp me niet verkeerd, hij is zeer goed. Maar er lopen er wel meer rond die kunnen winnen als ze hun kont in een Ferrari mogen schuiven.
Weet je: er wordt veel bullshit verkocht in de Formule 1. Zo hoor je vaak dat ik een heel agressieve rijder ben. Maar als ik achter het stuur zit, dan voelt het voor mij nooit agressief aan. Ik vind zelfs dat ik een zeer soepele en vloeiende rijstijl heb. Bovendien is in de Formule 1 de hele rommel elektronisch beveiligd: je kunt de auto geen pijn meer doen.
Wat vind je van Ralf Schumacher, je teamgenoot?
MONTOYA: Hij kan verschroeiend snel zijn. Andere dagen komt hij dan weer niet vooruit, slaagt hij er maar niet in om de auto af te stellen. Ralf is soms heel wisselvallig.
Hij gedraagt zich ook anders als hij met jou de eerste bocht ingaat, dan wanneer zijn broer de tegenstander is.
MONTOYA: Dat mag je wel zeggen. Denk maar aan Canada 2002. Het team had hem gevraagd om rustig te blijven in de eerste bocht, maar ik moest remmen of hij kaatste me in het decor. Het minste wat je kan zeggen, is dat hij veel agressiever duelleert met zijn teamgenoot dan met Michael. Ach ja, dat is begrijpelijk. Ik ben zonder enige twijfel zijn belangrijkste tegenstander.
Zou jij Ralf voorbijlaten als het team je dat vraagt?
MONTOYA: Ze vroegen hem al twee keer om me voorbij te laten, omdat ik met een andere strategie reed en een grotere winstkans had. Maar hij lag dwars. Waarom zou ik het straks dan wel doen? Ach, zo zit autosport in elkaar, hè. Ralf en ik kunnen alleen maar hopen dat we slim genoeg zijn om elkaar er niet af te rijden. Maar in 2002 tikten we elkaar wél de boer op. We zijn ook maar mensen van vlees en bloed, hè.
Nog voor het einde van vorig seizoen raakte bekend dat je in 2005 voor McLaren gaat rijden. De algemene verwachting is dat Williams je dit seizoen misschien een beetje links laat liggen.
MONTOYA: Dat wil ik niet geloven. Williams zal geen mogelijke wereldtitel vergooien omdat ik eind 2004 vertrek. Zij willen winnen en ik wil winnen. We hebben eenzelfde missie.
Wat verwacht je dit seizoen?
MONTOYA: Ik denk dat Ferrari dit jaar eens een keertje geen wereldkampioen wordt. Vorig seizoen was Schumacher bijna geklopt, maar in de laatste races kwam Ferrari heel sterk opzetten. En had hij op het goede moment dat tikje geluk. Terwijl ik in Indianapolis, een cruciale race, een doorrijstraf kreeg na een incident met Barrichello. Een klassiek koersfeit. Vraag het aan Barrichello, hij denkt er net zo over: ik deed daar niets verkeerds. Ik vond het schandalig dat het seizoen zo werd beslist.
De vraag was eigenlijk: hoe wordt 2004?
MONTOYA: De banden worden heel belangrijk. En de betrouwbaarheid van de nieuwe motoren (zie kaderstukje, nvdr) wellicht nog meer. Temeer omdat regelmaat meer dan ooit loont met het nieuwe puntensysteem dat vorig seizoen werd ingevoerd. Je moet echt proberen in iedere race te scoren. Dat heb ik vorig seizoen geleerd.
Is het daarom dat we vorig jaar in de tweede helft van het seizoen een andere Montoya te zien kregen? Eentje die minder onbesuisd aan het stuur draaide.
MONTOYA: Wellicht, ja. Met acht rijders die scoren, maar vooral met amper twee punten tussen winnen en tweede worden, moet je je sneller afvragen: neem ik vrede met die tweede plaats en acht punten of ga ik voor twee puntjes meer met het risico dat ik eraf ga? Ja, ik denk dat ik de risico’s nu wat beter afweeg dan vroeger.
Over risico’s gesproken: zijn de circuits te veilig geworden, zoals Jacques Villeneuve beweert?
MONTOYA: Nee, dat is onzin. Een circuit kan nooit veilig genoeg zijn. Vorig jaar ging ik er op Silverstone zwaar af tijdens een testsessie. Echt een bloedstollende crash. Wel, ik garandeer je dat ik het circuit toen niet te veilig vond. Ik had zelfs een héél onveilig gevoel toen ik met 270 per uur op die bandenmuur af ging. Je hebt geen tijd om te denken. Het enige dat door je hoofd flitst, is: fuck, deze kan pijn doen. En je zet je schrap. De klap was zo hevig dat mijn voet gewoon dwars door het gaspedaal ging. Het was een wonder dat ik geen botten brak.
Je begint straks aan je vierde seizoen. Met drie overwinningen op de teller: toch wel een magere buit. Vind je dat je alles uit de voorbije drie seizoenen hebt gehaald?
MONTOYA: Ja. En je volgende vraag is natuurlijk of ik fouten gemaakt heb. Dan is het antwoord ja: ik heb fouten gemaakt. En zal er nog maken. Je moet altijd blijven leren. Eerlijk: ik vind dat ik het goed gedaan heb. Je wilt natuurlijk iedere race winnen, maar de realiteit is anders. Er waren ook veel races waarin ik op kop lag en er op de valreep iets verkeerd liep. Ik kan me weinig races herinneren waarin alles perfect verliep. Zoals Monaco vorig jaar, toen ik won. Zelfs dan had ik geluk nodig, want de motor had het welgeteld nog twee rondjes uitgezongen. De ingenieurs geloofden niet dat ik de finish had gehaald met dat ding.
En daar doe je het voor, voor overwinningen als Monaco?
MONTOYA: Ja. Maar ook omdat je er een beetje aan verslaafd bent, vrees ik. Aan de snelheid, de G-krachten die je lijf te verduren krijgt, de bestiale acceleratiekracht, de manier waarop je het monster door de bocht laat schuiven, die vertragende kracht als je vijftig meter voor de bocht voluit remt. Het is haast iets wat je nodig hebt. Tijdens de winterstop gaat er geen dag voorbij zonder dat ik aan die auto denk. Je staat ermee op en je gaat ermee slapen. Geloof me: iets intensers dan Formule 1 bestaat niet.
Jo Bossuyt