De fiscaliteit hanteert een heel eigen jargon. Deze lijst geeft tekst en uitleg bij enkele vaak gebruikte fiscale termen.

Aftrekbare uitgave Een aftrekbare uitgave (of besteding) is een uitgave die u rechtstreeks van een belastbaar inkomen kunt aftrekken. Praktisch betekent dit dat u een belastingbesparing geniet tegen de hoogste of ‘progressieve’ belastingvoet. Die hoogste belastingvoet in de personenbelasting is momenteel gelijk aan 50 procent. Voorbeelden van ‘aftrekbare’ bestedingen zijn de beroepskosten, betaalde onderhoudsuitkeringen, giften, kosten voor kinderopvang en de aftrek ‘eigen en enige woning’.

Belastingvrije som Dit is het bedrag waarop u geen belastingen betaalt. Voor het inkomstenjaar 2006 heeft elke belastingplichtige, of hij nu alleenstaande, echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende is, recht op een belastingvrije som van 5940 euro. Hebt u kinderen ten laste, dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd. Bent u gehuwd en hebt u bijvoorbeeld twee kinderen, dan hebt u recht op een belastingvrije som van 9190 euro (5940 euro + 3250 euro verhoging) en uw partner op 5940 euro. Dat betekent dat u slechts belastingen begint te betalen als uw inkomen hoger is dan 9190 euro.

Decumul Hoewel echtgenoten en wettelijk samenwonenden een gezamenlijke aangifte indienen, worden hun inkomsten afzonderlijk belast. Dit wordt in het vakjargon de decumul genoemd.

Huwelijksquotiënt Bij echtgenoten en wettelijk samenwonenden bij wie een van hen geen of een zeer laag nettoberoepsinkomen heeft, wordt een bedrag gelijk aan 30 procent van het totale gezinsinkomen, met een maximum van 8560 euro (bedrag geldig voor inkomstenjaar 2006), van het inkomen van de partner met het hoogste inkomen overgeheveld naar de andere partner. Door de toepassing van dit huwelijksquotiënt worden er uiteindelijk minder belastingen betaald.

Inkomstenjaar/aanslagjaar Het inkomstenjaar is het jaar waarin de belastbare inkomsten werden behaald en de aftrekbare uitgaven werden gedaan. Het inkomstenjaar is in de personenbelasting gelijk aan het kalenderjaar. Het inkomstenjaar 2006 loopt dus van 1 januari 2006 tot 31 december 2006. Het aanslagjaar is het jaar volgend op het inkomstenjaar en duidt op het jaar waarin de belastingaangifte moet worden ingediend. De aangifte voor het inkomstenjaar 2006 moet dus ingediend zijn in het aanslagjaar 2007 (in principe vóór 4 juli 2007).

Kadastraal inkomen en onroerende voorheffing Het kadastraal inkomen is het geschatte gemiddelde normale netto-(huur-)inkomen van één jaar, op het referentietijdstip (= 1 januari 1975). U vindt het basisbedrag terug op het aanslagbiljet in de onroerende voorheffing. De onroerende voorheffing is de jaarlijkse belasting die de eigenaar van een onroerend goed betaalt (los van zijn fiscale aangifte) berekend op het (geïndexeerde) kadastraal inkomen.

Uitgaven met een belastingvermindering Een belastingvermindering is geen aftrek van een bepaald inkomen, maar een teruggave van de verschuldigde belasting. U moet dus eerst belastingen betalen vooraleer u een vermindering kunt genieten. Uitgaven die in aanmerking komen voor een belastingvermindering zijn onder andere de premies van een individuele levensverzekering, de premies van het pensioensparen, de PWA- en de dienstencheques.

Wettelijk samenwonenden Zij worden fiscaal gelijkgesteld met gehuwden en hoeven slechts één gezamenlijke aangifte in te dienen. U bent wettelijk samenwonend wanneer u samen met uw partner een verklaring van wettelijke samenwoning hebt afgelegd bij de bevoegde dienst van de gemeente waar u samenwoont.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content