Moet er nog geweld zijn ? Het festival der festivals trakteerde de bezoeker op bespiegelingen over de barbarij van onze beeldcultuur.

Toeval of niet, maar op het jubilerende festival van Cannes werd nogal vaak, soms tot vervelens toe, in eigen boezem gekeken. Veel films gingen over film ; filmmakers keken naar zichzelf ; personages spiegelden zich aan acteurs en de toeschouwer werd er menigmaal attent op gemaakt dat hij in de bioscoop zat. Dat leverde een vijftigste festivaleditie op met allerlei Pirandello-achtige effecten.

Zo speelt John Hurt in ?Love andDeath On Long Island? een Britse dandy-schrijver die mentaal nog in de negentiende eeuw leeft, maar pardoes uit zijn splendid isolation wordt gerukt als hij in de ban geraakt van de ster van een Amerikaanse tienersoap ( Jason Priestley uit ?Beverly Hills 90210?). Zo groot is zijn obsessie dat hij zich zelfs een videorecorder aanschaft en naar Long Island reist, zijn idool achterna. Het wemelt van de literaire en high brow culturele referenties (van ?Death in Venice? tot Nabokovs ?Lolita?) maar bovenal is deze debuutfilm van Richard Kwietniowski een ironische bespiegeling over een erudiete man die middels de zo verafschuwde populaire cultuur de overgave van de liefde ontdekt.

De referenties naar het filmkijken doken soms op waar je dit het minst verwachtte. Zelfs ?Bent?, de lang aangekondigde verfilming van het toneelstuk van Martin Sherman over het lot van homoseksuelen in nazi-Duitsland, maakte allerlei filmische herinneringen wakker. De film speelt grotendeels in Dachau, maar voor de protagonist in het concentratiekamp belandt, laat de Britse cineast Sean Mathias bij wijze van contrast zien hoe vrijgevochten en decadent het er in Weimar-Berlijn aan toeging voor de nationaal-socialisten schoon schip maakten met afwijkend gedrag. De ouverture is een orgie die wel geënsceneerd lijkt door de R.W. Fassbinder (die oorspronkelijk eind de jaren zeventig dit project zou verfilmen op aangeven van Richard Gere die eerder de rol op Broadway had gespeeld) van ?Querelle? of de Visconti van ?The Damned?, compleet met kloeke blonde Ariërs en Mick Jagger in vrouwenkleren.

Het theatraal concept van ?Bent? werkt niet helemaal, maar dit is hoe dan ook een betere film dan ?The Truce?, de Primo Levi verfilming van Francesco Rosi die allesbehalve prima te noemen is. Ook dit is een kampfilm met een andere invalshoek. De film verhaalt de eindeloze omzwervingen van de jonge joodse scheikundige Levi door Oost-Europa en de Oekraine, op weg naar zijn geboortestad Turijn nadat hij door de Russen uit Auschwitz werd bevrijd. In de woorden van de uitstekende hoofdrolspeler John Turturro ?geen film over de verwoesting van de mens, maar van wat overblijft na de vernietiging.? Ontegenzeglijk goed bedoeld, maar de hele film verdrinkt in een zee van academisme, vroomheid en misplaatste Euro-pudding compromissen.

CHIRURGISCH BIJSTUREN

De enige degelijk ouderwetse Hollywoodproductie in de competitie liet zonde, corruptie en verderf in Los Angeles contrasteren met het vertekenend beeld van de genotzuchtige Californische life style in de entertainment industrie. De James Ellroy-verfilming ?L.A. Confidential? speelt in een stad die één grote filmische referentie is. Een van de hoofdpersonen in deze bikkelharde politiethriller van Curtis Hanson is een ?celebrity? flik ( Kevin Spacey) die als technisch adviseur optreedt voor een tv-serie (waarmee duidelijk ?Dragnet? wordt bedoeld) waarin het politiecorps van Los Angeles wordt verheerlijkt. De schurk van dienst bestuurt een netwerk van prostituees die als twee druppels water op godinnen van het witte doek gelijken.

Soms volstaat een beetje make-up, zoals bij de femme fatale gespeeld door Kim Basinger, dubbelgangster van Veronica Lake, bij anderen is helaas chirurgisch bijsturen vereist. In de grappigste scène uit deze onweerstaanbare genrefilm scheldt de opportunistische flik Guy Pierce een blondine in een café de huid vol omdat ze ondanks haar Lana Turner allures toch maar een hoer is. Ze giet hem prompt haar whisky in het gezicht, blijkt dat hij zich heeft vergist en dat ze wel degelijk de échte Lana Turner is.

Matthew Modine speelt in het nieuwste vluggertje van snelfilmer Abel Ferrara een drank- en drugsverslaafde filmster die aan geheugenverlies lijdt en vreest dat hij zijn zwangere fiancée ( Beatrice Dalle) heeft vermoord. Amnesie is niet het enige film noir-motief : ook de drie vrouwentypes verwijzen naar het genre : de femme fatale, het slachtoffer en de madonna Claudia Schiffer, die door Modine wordt vergeleken met een health food store, wat in een script van Ferrara zeker niet als compliment werd bedoeld. De agonie van de gefolterde ster wordt doorsneden met videosensaties, modeshows, videoclips en pornostandjes. De scènes in Miami werden opgenomen in het door Philippe Starck gedecoreerde Delano hotel aan SouthBeach, wat aan deze vervreemdende nachtmerrie een extra designerpatina geeft.

En in ?The Brave?, een van de zwartste films van het festival, zien we hoe een straatarme indiaan zijn leven en lijf verkoopt aan snuff-filmers, een offer waarmee hij zijn gezin uit de miserie moet helpen. Johnny Depp speelt zelf de titelrol in zijn mislukte regiedebuut. ?The Brave? zou echter beter ?De onnozelaar? heten want eenmaal het akelig maar cinematografisch intrigerend uitgangspunt uit de doeken gedaan, vangt Depp er niets mee aan. De enige goede scène zit vroeg in de film : zijn ontmoeting in een sinister pakhuis met Marlon Brando in een rolstoel, als een Kurtz van de snuff-industrie. Volgen zijn schier eindeloze laatste dagen in het bedreigde sloppendorpje Morgantown aan de rand van een grote vuilnisbelt. Er komt maar geen eind aan de idiote indiaanse mystiek, aan het afscheid nemen van zijn schattige kindertjes en van zijn zeurende vrouw, aan de lyrische zonsondergangen trouwens ook niet.

Verwijzingen naar Kurtz doken toevallig ook op in een tweede debuutfilm van een getalenteerd acteur. ?Nill By Mouth? van de Brit Gary Oldman is eveneens een rauwe studie van miserabilisme. Op zeker ogenblik vergast de verslaafde protagonist ons op de uitzinnige monoloog van Dennis Hopper over de gek geworden kolonel uit ?Apocalypse Now?. Oldman offreert ons een bijna klinische beschrijving van de doffe ellende in een Londense arbeiderswijk, getroffen door werkloosheid, drugs en huiselijk geweld. De mannen zuipen en spuiten, hun vrouwen worden zwanger gemaakt, in elkaar geslagen en ondergaan met een ongelofelijke kracht hun lot. We hebben het allemaal al eens eerder gezien (bij Loach, Terence Davies en Mike Leigh) maar Oldman lijkt te weten waarover hij praat : deze sterk fysieke film, opgedragen aan zijn vader, graaft diep en onwennig in zijn eigen destructief verleden.

ONGEWOON VERZOEK

Zelfs ?De smaak van Kersen?, de op het laatste moment toch door Iran vrijgegeven film van de grote Abbos Kiarostami eindigt verrassend met een film-in-de-film finale. Zo geeft de regisseur een open einde (en laat de conclusies aan de toeschouwer over) aan zijn parabel over een man die zelfmoord overweegt. Deze magistraal simpel in beeld gezette film bestaat hoofdzakelijk uit de pogingen van de zelfmoordenaar om iemand te vinden die hem wil helpen begraven. Met zijn auto rijdt hij op de stoffige heuvelwegen boven Teheran, klampt voorbijgangers aan met zijn ongewoon verzoek. Weer eens maakte Kiarostami een film waarin geen woord, gebaar of beeld te veel is. Noem het gerust sjofel minimalisme, maar er gaat een wonderbaarlijke kracht van uit.

Voorts waren er de films die door hun vormgeving zelf het medium analyseerden, zoals de Franse film ?Une Femme défendue?, een riskant maar binnen de zelfbeperkingen toch wel geslaagd voorbeeldje van wat de Fransen ?cinéma nombriliste? noemen. Deze radicaal doorgedreven oefening in subjectieve camera komt op de toeschouwer over als een film over de tedere liefde tussen een praatziek jong meisje (ontwapenende vertolking van Isabelle Carré) en een filmcamera. Het verhaal van haar relatie met een wat oudere getrouwde man wordt immers geheel gezien door de ogen van haar minaar, die we horen maar die zelf niet in beeld verschijnt.

In combinatie met deze zelfbespiegelingen en narcistische verkenningen van het medium waren er ook een aantal ophefmakende tractaten over de invloed van geweld in de film, en de beeldcultuur in het algemeen.

Geweld in al zijn vormen collectief en individueel, sociaal en moreel, louterend en destructief was twaalf dagen lang primair aan de orde in Cannes.

?Unagi? (?De Aal?) van de Japanse veteraan Shohei Imamura was atypisch voor dit festival. Het verhaal begint wel met de bloederige moord van een ambtenaar op zijn ontrouwe vrouw, maar in de rest van de film probeert de acht jaar later vrijgekomen man een keurig leven op te bouwen, terwijl hij door een ex-medegevangene moegetergd wordt. De film begint somber en heftig en klaart geleidelijk op, tot er een optimistisch en ontroerend liefdesverhaal tevoorschijn komt. Meestal ging het echter om een neerwaartse geweldspiraal.

Met ?Assassin(s)? haalde de jonge Franse regisseur Matthieu Kassovitz zich de meest hatelijke reacties op de hals. ?Il est tout à fait possible qu’il s’agisse là du film le plus nul réalisé depuis l’invention du cinéma?, sneerde de scribent van Le Figaro. Zeker is dat geen enkele Franse film ooit zo ver ging in de uitbeelding van geweld. Wie de beelden ziet van een tot bloedens toe geslagen oude man die tevergeefs om genade smeekt, zal ze niet licht vergeten.

Het provocerende ?Assassin(s)? schildert het portret van een oude huurmoordenaar, Monsieur Wagner ( Michel Serrault) die zich louter als een vakman beschouwt : hij wordt nu eenmaal betaald om mensen om te brengen en kwijt zich zo professioneel mogelijk van zijn taak zonder enige morele consideratie. Probleem is dat hij te oud wordt voor de job. Hij denkt in de twintigjarige dief Max (gespeeld door regisseur Kassovitz) een waardige opvolger gevonden te hebben, maar die blijkt helemaal niet opgewassen tegen de taak. Als Max op zijn beurt een beroep doet op een van de straat geraapte veertienjarige assistent, loopt alles in ’t honderd.

Kassovitz maakt van hun cynische wederwaardigheden een bespiegeling over onze geweldcultuur. De jeudige opvolgers van de oude amorele vakman zijn op een nadrukkelijke manier het product van hun tijd : een gepolariseerde samenleving vol sociale ongelijkheid waarin de brutaliteit tot norm is verheven. ?Toute société a les crimes qu’elle mérite?, plaatst Kassovitz als ondertitel op zijn film. De boodschap heeft een ietwat bijbelse simpliciteit : wie het zwaard hanteert, zal door het zwaard vergaan. Meer dan twee uur lang bombardeert Kassovitz de toeschouwer met gewelddadige kreten, geluiden, impulsen en signalen. Zijn jonge helden laven zich aan geweld op de beeldbuis en worden murw geslagen door een alles overheersend agressief environment. Het ophitsend en afstompend geweld komt overal op ons af : van Nike commercials tot stroboscopische discoroes. En het is zeker niet de imbeciliteit van de Franse pretprogramma’s of de kop van Poivre d’Arvor die de zeden zal verzachten.

JONGE PSYCHOPATEN

Van een totaal andere teneur was de tweede schokkende bespiegeling over geweld, ?Funny Games? van de Oostenrijker Michael Haneke (?Benny’s Video?, ?71 Fragmente?). We zien hier hoe een keurig gezinnetje (man, vrouw en kind) in hun geïsoleerd vakantiehuis aan het meer gegijzeld, psychologisch gefolterd en koelbloedig vermoord wordt door twee jonge psychopaten van wie de motieven volledig in het duister blijven. Hanekes benadering is afstandelijk en niet exploitatief. Hij zet gewoon de harde, vaak ondraaglijke feiten op een rijtje.

Wat het allemaal nog onthutsender maakt is dat Haneke dit inblikt als een platte tv-film, al wordt dit partipris sluw ondergraven door een aantal desoriënterende verveemdingstechnieken. Enkele keren richt de welgeschapen psychopaat zich rechtstreeks tot het publiek in de zaal, zegt hij te doen wat wij van hem verwachten. En in de meest bizarre ingreep corrigeert Haneke met de afstandsbediening van het tv-toestel het verloop van de actie. Aan de hand van dergelijke manipulaties stelt Haneke het hele proces van het kijken naar geweldfilms in vraag. Hij noemt zijn film dan ook geen thriller maar een film over thrillers.

De nieuwste film van Wim Wenders is noch het een noch het ander. De spilfiguur van ?The End of Violence? is een producer van geweldfilms die nu zelf het slachtoffer wordt van wat hij met zijn films gezaaid heeft. Twee huurmoordenaars moeten hem uit de weg ruimen maar hun opdracht loopt helemaal anders uit dan verwacht.

?The End of Violence? wil een bespiegeling zijn over geweld in het epicentrum van de Amerikaanse popcultuur Los Angeles. Het gefilosofeer zit verpakt in een thriller over een nefaste poging van de overheid om met een cameranetwerk de wet te doen naleven en het beveiligingscomplot wordt gelardeerd met uitgebreide hommages aan de Hollywoodse B-film. Helaas werkt de film op geen enkel niveau. Wenders’ ideetjes over geweld, surveillance en film zijn halfbakken, zijn aanvoelen van de sociografie van Los Angeles is onbestaande, zijn wijsgerigheid is goedkoop, zijn messianistisch moraliseren ondraaglijk en zijn gevoel voor humor precies wat je van een Duitser verwacht.

Het surveillancecentrum wordt opgezet in het Griffith Park Observatory, best bekend uit de James Dean film ?Rebel without a cause? van Nicholas Ray, de regisseur naar wie Wenders ook in de dialogen (?I’m a stranger here myself?) expliciet verwijst. Wenders maakte ook al over de stervende Ray het obsceen document ?Lightning over Water? (ook bekend als ?Nick’s Movie?). Hij zet zijn necrofiele hommage-obsessie hier rustig verder door een doodzieke, half seniele Sam Fuller voor de camera te slepen.

Zo mogelijk nog ergerlijker dan de film zelf, was het onthaal die de nieuwe Wenders te beurt viel. Ronduit schandalig was dat uitgerekend tijdens de officiële feestavond van het jubilerende festival dit misbaksel in de maag gesplitst werd van een twintigtal winnaars van de Gouden Palm, de meest indrukwekkende verzameling grootmeesters die ooit werd samengebracht. ?The End of Cinema? was een veel betere titel geweest voor het jongste opus van deze fanatieke profeet.

?Welcome to Sarajevo? van de jonge Britse regisseur Michael Winterbottom behandelt onrechtstreeks ook de kwestie geweld in de media en doet de vraag rijzen : hoe film je op een ethisch verantwoorde manier een oorlog die elke dag via de buis de huiskamer binnendrong ? De prent gaat over een oorlogscorrespondent die in 1991 voor de Britse televisie reportages maakt over de val van Vukovar en de oorlog in Bosnië. De man kan zich bij het leed dat hij te verwerken krijgt en de onmacht van de Europese gemeenschap niet langer verschansen achter een masker van objectiviteit, maar vindt dat hij ook moet ingrijpen. Bij het evacueren van een weeshuis dat dagelijks aan de Servische bombardementen blootstaat, besluit hij een van de kinderen naar Engeland te smokkelen.

Het dilemma van de protagonist : hoe blijf je een buitenstaander terwijl je verslag uitbrengt in een oorlogsgebied dat ook het toneel is van slachtpartijen en waar burgers op gruwelijke wijze aan hun eind komen ? Het dilemma van de filmmaker : hoe toon je in de bioscoop wat we al honderden keren op tv hebben gezien zonder dat het trouwens veel heeft geholpen ? Burgers die als konijnen door snipers worden neergeknald ; mensen die aan stukken worden gereten, uitgemergelde gevangenen, heelder steden die worden vernield.

Winterbottom vermijdt de voor de hand liggende valstrikken van sentimentaliteit, voyeurisme, sensatiezucht en geblaseerdheid. Zijn geënsceneerd verhaal zit volgestopt met afschuwelijke beelden authentieke journaalflitsen. Fictie en realiteit lopen voortdurend door elkaar. Niet om verwarring te zaaien script, mise-en-scène en montage zijn opmerkelijk helder en scherp maar om van de toeschouwer een participant te maken en bij de kijker woede en verontwaardiging op te roepen.

BEPROEFDE OUDERS

Ondanks de ingetogen en barmhartige toon was ?The Sweet Hereafter? van de Armeense Canadees Atom Egoyan misschien de wreedste film op dit festival te zien, het gaat hier tenslotte om de naweeën van een fataal schoolbusongeval waarbij nagenoeg alle kinderen uit een besneeuwd Canadees stadje om het leven kwamen. De ouders proberen zo goed en zo kwaad mogelijk de wonden te helen, maar het rouwproces wordt verstoord door een indringer. Eerst lijkt deze advocaat (gespeeld door Ian Holm) de held van de film te worden, maar langzamerhand wordt hij ontmaskerd als de schurk. Blijkt dat hij niet alleen de beproefde ouders komt aansporen tot het eisen van schadeclaims, maar dat hij zijn beroep dat sterk lijkt op een vorige film van Egoyan, ?The Adjuster? ook gebruikt om zijn eigen demonen te bezweren, met name zijn vervreemding van een aan drugs verslaafde dochter.

Zo je wil is dit Egoyans versie van een rampenfilm : de catastrofe wordt op een zeer afstandelijke manier getoond, het gaat er om hoe de overlevenden met het verlies leren leven, hoe de schadeclaim de hechte gemeenschap uit elkaar drijft en hoe een klein meisje door een leugen tegen haar ondraaglijke gezinssituatie (incest) in opstand komt en de verdeeldheid ongedaan maakt.

De personages zijn na de schok emotioneel ontredderd, hun werkelijkheidsgevoel is volledig verstoord en ze lijken wel te zweven, zoals ook de film in zijn structuur subtiel tussen droom en werkelijkheid zweeft. Egoyan weeft op een meesterlijke manier een groot aantal tijdszones door elkaar en zijn gedragen stijl en metaforische allusies (er zijn voortdurend verwijzingen naar de parabel van De Rattenvanger van Hamelen) geeft aan het verhaal het gewicht en de resonantie van een Griekse tragedie. ?The Sweet Hereafter? is rijk aan fijnzinnigheden, is daarom niet echt moeilijk, maar geeft zeker niet bij een eerste visie al zijn geheimen prijs.

Cannes offreerde veel introspectie maar weinig pure cinema van het niveau van Egoyan in ?The Sweet Thereafter?. Tenzij dan de nieuwe film van de briljante Hongkonger Wong Kar-Wai, ?Happy Together?. Omwille van het onderwerp het einde van een homoseksuele passie spoedde de kineast zich om de film klaar te krijgen voor de kroonkolonie weer onder Chinees bewind komt. De film heeft ogenschijnlijk niets met dit feit te maken, al wijst de ondertitel ?A Story about Reunion? misschien toch naar een bedekte metafoor. Wong Kar-Wai draaide zijn nieuwe film ver weg op locatie in Buenos Aires en ook het verhaal van jongens-onder-elkaar staat ver van zijn bed.

Hongkong sterren Leslie Cheung en Tony Leung spelen minnaars die naar Argentinië reisden om hun verhouding nieuw leven in te blazen, uit elkaar gaan de een wordt nachtportier in een tangobar, de ander blijft hem achtervolgen. ?Happy Together? is beslist Wong Kar-Wai’s meest eenvoudige film : er zijn slechts twee hoofdpersonen, het verhaal verloopt lineair en wordt nooit ontdubbeld zoals in ?ChungKing Express? en ?Fallen Angels?. De cineast vat echter in een tegelijk hectische en perfect beheerste beeldenstroom alles wat bij een stukgelopen verhouding komt kijken : de hartstocht, de jaloersheid, de pijn en het verdriet dat blijft knagen. De sterk gesyncopeerde beelden, afwisselend in neonkleuren en korrelig zwart-wit zijn grillig onvoorspelbaar en doordrongen van sensualiteit en melancholie. Wat in handen van minder begaafde cineasten puur effectbejag zou zijn Tony die aan zijn thuis denkt en Hongkong ondersteboven ziet is hier de onweerstaanbare roes van iemand die zich laaft aan beelden en er nooit genoeg kan van krijgen.

Patrick Duynslaegher

De jury onder leiding van Isabelle Adjani gaf de Gouden Palm ex-aequo aan ?De Smaak van Kersen? van de Iraniër Abbas Kiarostami en ?De Aal? van de Japanner Shohei Imamura. De speciale Gouden Palm van de vijftigste verjaardag ging naar het hele oeuvre van de Egyptische veteraan Youssef Chahine, wiens moedige nieuwe film ?Le Destin? kritiek geeft op het fundamentalisme. De Grote Prijs van de jury werd gewonnen door Atom Egoyan voor ?The Sweet Hereafter?. Wong Kar-Wai kreeg voor ?Happy Together? de regieprijs. Kathy Burke werd uitgeroepen tot beste actrice voor haar rol in ?Nil by Mouth? ; Sean Penn werd beste acteur voor zijn rol in ?She’s so Lovely? van Nick Cassavetes. De Caméra d’Or voor het beste debuut ging naar ?Suzaku? van de Japanse Noami Kawase. De jonge Vlaming Lieven Debrauwer kreeg voor de kortfilm ?Leonie? de juryprijs.

Happy Together : grillig onvoorspelbaar.

Welcome to Sarajevo : dilemma van een oorlogscorrespondent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content