JA
Wat ligt er nu precies ter tafel?
Dat fietsers ondanks een oranje of een rood licht rechtsaf of rechtdoor mogen rijden, maar dan alleen wanneer er een speciaal daarvoor ontworpen verkeersbord staat. En zo’n bord zal alleen daar komen te staan waar de wegbeheerder oordeelt dat het veilig is om dat te doen. Het wordt dus geen algemene regel. Een gelijkaardige wet bestaat al in Nederland en Frankrijk. In de Verenigde Staten mogen zelfs auto’s door het rood, wanneer ze daarbij geen ander verkeer hinderen – al ben ik daar nu zelf geen voorstander van. Dus wie vreest dat deze wet het aantal ongevallen zal doen stijgen: het buitenland bewijst dat dat niet zo is.
De praktische aanpassing zal ook veel kleiner zijn dan nu her en der wordt gevreesd. Vergelijk het met auto’s die bij groen afslaan. Daarbij kruisen ze voetgangers en fietsers voor wie het ook groen is en moeten ze op die mensen wachten, want zij hebben voorrang. Dat geeft toch ook zelden problemen?
Maakt een minuutje wachten aan een rood licht zo’n groot verschil? Verwacht u dat deze wet mensen massaal warm zal maken voor de fiets?
Nee, dit zal niet dé maatregel zijn die een generatie op de fiets zet, daar ben ik mij van bewust. Het is slechts een van vele maatregelen die nodig zullen zijn om het fietsverkeer aantrekkelijk en sneller te maken. Als we mobiel willen blijven, moeten we het fietsen promoten, zeker in de steden.
Veel fietsers rijden al door het rood waar wachten zinloos lijkt. U regulariseert een vaak voorkomende verkeersovertreding.
Dat is ongetwijfeld zo en het bewijst dat men niet overal het nut ziet van de huidige reglementering, maar het was niet mijn motivatie. Ik geloof echt dat dit ons verkeer veiliger maakt, al was het maar omdat de wegbeheerder nu duidelijk zal aangeven waar door het rood rijden kan en waar niet.
Vreest het BIVV dat verkeerslichten aan gezag verliezen? Dat de fietser vlugger zal denken: ik bepaal zelf wel of ik al dan niet voor het rood stop?
Het gevaar bestaat inderdaad dat men zo het respect voor het rode licht ondergraaft. Rood betekent: stoppen. Dat is eenvoudig en eenduidig, iedereen kent en begrijpt die simpele regel. Het zou best kunnen dat dit wetsvoorstel normvervaging in de hand werkt. De ene keer mag het, de andere keer niet: dat is verwarrend. En in het verkeer is verwarring gevaarlijk.
Een ander bezwaar is dat dit nieuwe situaties creëert waarbij verkeersstromen met elkaar in conflict komen, en die moet je net zo veel mogelijk proberen te vermijden. Eigenlijk bestaat dit probleem amper. Een fietser die niet graag wacht, kan ook afstappen, de hoek om wandelen en zijn weg verder zetten. Dat mag, en zoveel trager zal het niet zijn.
De indieners van het wetsvoorstel zien het als een middel om het fietsen te promoten.
Daar bestaan betere manieren voor. Ik kan me niet inbeelden dat er meer gefietst zou worden door deze wet, ik betwijfel sowieso of het fietsverkeer er zoveel vlotter door wordt.
Ik begrijp dat wachten voor een verkeerslicht soms zinloos lijkt wanneer er geen verkeer aankomt of wanneer je denkt dat doorrijden niemand hindert. Maar het reglement heeft wel een heel goede bestaansreden: het maakt het gedrag van weggebruikers voorspelbaar, zodat je weet wat van je van de anderen kunt verwachten. Die voorspelbaarheid creëert veiligheid. Wachten heeft dus wel degelijk nut.
Er bestaan bovendien verkeerstechnisch andere manieren om wachten te vermijden, zonder dat je aan het reglement moet morrelen. Bijvoorbeeld via een vrijstaand fietspad of door pijlvormige verkeerslichten, die al dan niet enkel voor fietsers gelden.
NEE
Wat ligt er nu precies ter tafel?
Dat fietsers ondanks een oranje of een rood licht rechtsaf of rechtdoor mogen rijden, maar dan alleen wanneer er een speciaal daarvoor ontworpen verkeersbord staat. En zo’n bord zal alleen daar komen te staan waar de wegbeheerder oordeelt dat het veilig is om dat te doen. Het wordt dus geen algemene regel. Een gelijkaardige wet bestaat al in Nederland en Frankrijk. In de Verenigde Staten mogen zelfs auto’s door het rood, wanneer ze daarbij geen ander verkeer hinderen – al ben ik daar nu zelf geen voorstander van. Dus wie vreest dat deze wet het aantal ongevallen zal doen stijgen: het buitenland bewijst dat dat niet zo is.
De praktische aanpassing zal ook veel kleiner zijn dan nu her en der wordt gevreesd. Vergelijk het met auto’s die bij groen afslaan. Daarbij kruisen ze voetgangers en fietsers voor wie het ook groen is en moeten ze op die mensen wachten, want zij hebben voorrang. Dat geeft toch ook zelden problemen?
Maakt een minuutje wachten aan een rood licht zo’n groot verschil? Verwacht u dat deze wet mensen massaal warm zal maken voor de fiets?
Nee, dit zal niet dé maatregel zijn die een generatie op de fiets zet, daar ben ik mij van bewust. Het is slechts een van vele maatregelen die nodig zullen zijn om het fietsverkeer aantrekkelijk en sneller te maken. Als we mobiel willen blijven, moeten we het fietsen promoten, zeker in de steden.
Veel fietsers rijden al door het rood waar wachten zinloos lijkt. U regulariseert een vaak voorkomende verkeersovertreding.
Dat is ongetwijfeld zo en het bewijst dat men niet overal het nut ziet van de huidige reglementering, maar het was niet mijn motivatie. Ik geloof echt dat dit ons verkeer veiliger maakt, al was het maar omdat de wegbeheerder nu duidelijk zal aangeven waar door het rood rijden kan en waar niet.
Vreest het BIVV dat verkeerslichten aan gezag verliezen? Dat de fietser vlugger zal denken: ik bepaal zelf wel of ik al dan niet voor het rood stop?
Het gevaar bestaat inderdaad dat men zo het respect voor het rode licht ondergraaft. Rood betekent: stoppen. Dat is eenvoudig en eenduidig, iedereen kent en begrijpt die simpele regel. Het zou best kunnen dat dit wetsvoorstel normvervaging in de hand werkt. De ene keer mag het, de andere keer niet: dat is verwarrend. En in het verkeer is verwarring gevaarlijk.
Een ander bezwaar is dat dit nieuwe situaties creëert waarbij verkeersstromen met elkaar in conflict komen, en die moet je net zo veel mogelijk proberen te vermijden. Eigenlijk bestaat dit probleem amper. Een fietser die niet graag wacht, kan ook afstappen, de hoek om wandelen en zijn weg verder zetten. Dat mag, en zoveel trager zal het niet zijn.
De indieners van het wetsvoorstel zien het als een middel om het fietsen te promoten.
Daar bestaan betere manieren voor. Ik kan me niet inbeelden dat er meer gefietst zou worden door deze wet, ik betwijfel sowieso of het fietsverkeer er zoveel vlotter door wordt.
Ik begrijp dat wachten voor een verkeerslicht soms zinloos lijkt wanneer er geen verkeer aankomt of wanneer je denkt dat doorrijden niemand hindert. Maar het reglement heeft wel een heel goede bestaansreden: het maakt het gedrag van weggebruikers voorspelbaar, zodat je weet wat van je van de anderen kunt verwachten. Die voorspelbaarheid creëert veiligheid. Wachten heeft dus wel degelijk nut.
Er bestaan bovendien verkeerstechnisch andere manieren om wachten te vermijden, zonder dat je aan het reglement moet morrelen. Bijvoorbeeld via een vrijstaand fietspad of door pijlvormige verkeerslichten, die al dan niet enkel voor fietsers gelden.
Opgetekend door Jef Van Baelen
‘Men ziet niet overal het nut van de huidige reglementering.’
‘In het verkeer is verwarring gevaarlijk.’