‘Feminisme mag geen strijd tegen mannen zijn’

Jan Vandemoortele

Vrouwen werken vaker deeltijds omdat zij daar bewust voor (kunnen) kiezen, zegt filosofe en genderspecialiste Griet Vandermassen. ‘Om de loonkloof te dichten, moeten we op zoek naar een heel ander samenlevingsmodel.’

Ik krijg hulp in het huishouden van een man in plaats van een vrouw: je kunt niet geloven hoeveel negatieve reacties ik krijg, van vrouwen dan nog. Zou het niet helpen als we genderneutrale namen aan beroepen zouden geven? (Rita Andries, Hooglede)

GRIET VANDERMASSEN: In het Nederlands zijn genderneutrale termen niet evident. Onze taal werkt meestal met suffixen: leraar, lerares, verkoper, verkoopster. We zouden dus nieuwe benamingen moeten introduceren, wat verwarrend zou zijn en ook praktisch onhaalbaar lijkt. Daarnaast overschat u misschien de impact van taal op onze perceptie. Als mensen zich bij een ‘huishoudhulp’ een vrouw voorstellen, is dat vooral een weerspiegeling van de maatschappelijke realiteit. Als die realiteit verandert, verandert ook het taalgebruik. De term geneesheer heeft vrouwen er niet van weerhouden om massaal geneeskunde te gaan studeren, met als gevolg dat de term geneesheer langzaam uitsterft.

Met zij-kant, de progressieve vrouwenbeweging, organiseer ik dit jaar al voor de elfde keer de Equal Pay Day-campagne. Deeltijds werk speelt een grote rol bij de loonkloof: 45 procent van de vrouwen werkt deeltijds, tegenover 10 procent van de mannen. Hoe krijgen we dit meer in evenwicht? (Vera Claes, Antwerpen)

VANDERMASSEN: Zestig procent van de mannen is carrièregericht, tegenover slechts twintig procent van de vrouwen. En ook hun interessegebieden lopen sterk uiteen. In moderne, welvarende maatschappijen leidt dat tot een grote ongelijkheid op de arbeidsmarkt, omdat beide seksen daar veel meer de kans krijgen om hun eigen voorkeuren te volgen dan in onvrije of arme samenlevingen. Als we de genderbalans in evenwicht willen brengen, zal dat alleen lukken binnen een fundamenteel ander samenlevingsmodel, met een kortere werkweek en een grotere waardering van zorg.

Wat kunnen we doen om de negatieve bijklank van ‘feminisme’ te doen verdwijnen? (Nathalie Neirynck, Roeselare)

VANDERMASSEN: De term feminisme wordt vaak geassocieerd met de strijd tegen mannen. Dat kun je tegengaan door de strijd voor gelijke rechten en kansen niet meer exclusief aan vrouwen te koppelen, maar open te trekken naar beide seksen. Mannen zijn op hun manier ook slachtoffer. Ze doen gevaarlijker werk, sterven veel vaker door geweld en krijgen minder vaak het hoederecht over hun kinderen, bijvoorbeeld.

De commerciële exploitatie van vrouwelijkheid is alomtegenwoordig. Waarom komt daar nog nauwelijks reactie op uit feministische hoek? (Willem Magerman, Brussel)

VANDERMASSEN: Het vrouwelijk lichaam komt inderdaad vaak geseksualiseerd aan bod in de media. Wie een halfnaakte vrouw gebruikt om auto’s te verkopen, kun je inderdaad van exploitatie beschuldigen. Maar wat met een popicoon dat zichzelf bewust als stoeipoes profileert? En wat met het feit dat dertig procent van de pornobazen vrouw is? Die exploitatie van vrouwelijkheid is dus niet zomaar op het conto van mannen te schrijven, en kan soms zelfs net het omgekeerde van exploitatie zijn, namelijk een uiting van (seksuele) macht. Dat de feministische reacties erop nu veel genuanceerder zijn dan een paar decennia geleden, lijkt me een goede zaak.

Vraag van de week

Ondanks de positieve kanten van het feminisme lijken bepaalde problemen verergerd. Zoals schrijfster Susan Van Scoyoc al zei: ‘Hebben we het lot van vrouwen echt verbeterd of hebben we, door op de werkplek gelijkheid van vrouwen te verwachten zonder daar in hun persoonlijke leven iets tegenover te stellen, vrouwen tot een hel veroordeeld?’ (Geert Coudyser, Harelbeke)

VANDERMASSEN: Dankzij het feminisme hebben we veel meer keuzevrijheid, maar dat kan ook een last zijn. Hoe meer mogelijkheden, hoe meer keuzestress en twijfels. Het leven is de voorbije veertig jaar veel complexer geworden, zeker voor vrouwen, want voor hen is het gezin veel vaker een prioriteit dan voor mannen. In een maatschappij die zorg onderwaardeert, geeft dat problemen. Dat ligt niet aan de feministische revolutie, maar aan een samenleving waarin alles draait rond productiviteit.

Helpt hulp? Stel uw vragen over ontwikkelingssamenwerking aan Jan Vandemoortele, voormalig directeur armoede-bestrijding bij het VN-Ontwikkelingsprogramma.Mail uw vragen naar mijnvraag@knack.be en maak kans op twee filmtickets.

Stefanie Van den Broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content