Vanaf deze maand zitten een paar honderd- duizend kinderen en jongeren achter studie- boeken. De student wordt zwaar beproefd.

Studeren betekent letterlijk : ijverig streven naar een bepaald doel. Maar de meeste studenten hebben het over ?blokken?. Een uitdrukking die al in teksten van de zesde eeuw voorkomt en heel hard werken betekent. Dat is blokken voor de meesten ook. De enkele uitzonderingen die echt graag examens afleggen en voor wie blokken amper nodig is, zullen dat nooit begrijpen.

Ouderen herinneren zich nog lang het bange, ongeruste en nerveuze wachten op de vragen. Velen hebben nog jarenlang examendromen. Die dromen lijken beangstigend veel op elkaar. Een verkeerd vak geleerd, papieren die wegwaaien, pennen die niet schrijven. Er is dus iets met examens. Universiteiten hebben dan ook in de loop der jaren allerhande diensten opgezet die helpen studeren en examens afleggen.

Diensten studieadvies staan van in het begin van het academiejaar klaar. Maar de blok- en examenperiode is wel de piekperiode. Een snelle rondvraag leert dat één op vier studenten wel eens een beroep doet op die diensten. Dat gebeurt voor studiekeuze, bij het plannen van studietijd of in regelrechte panieksituaties.

?Paniek is nooit goed,? zegt Myriam Van Acker, directeur van de dienst studieadvies aan de KU Leuven. ?Wie in paniek slaat, kan geen oplossing meer vinden voor een probleem. Elke molshoop wordt dan een onoverzichtelijke berg. In die situatie is het best anderen om hulp te vragen.?

Op de eerste plaats moet iemand weten waar hij aan toe is, zeggen experts. Hoe doorzichtiger het examensysteem, hoe beter. Wilde verhalen zullen natuurlijk altijd blijven circuleren. Uitsluitingscijfers behoren tot de hardnekkigste mythes van het studentenleven, maar ze bestaan niet. Hoogleraren of docenten die studenten laten zakken om hun haarkleur, kleren of gedrag, behoren tot de folklore.

Een student die het systeem doorheeft, heeft een voorsprong. Wie zijn rechten en plichten kent, is goed gewapend. Hij weet waar hij terecht kan met vragen en klachten. De universiteiten hebben het examenreglement helder uiteengezet. Ze hebben juridische, sociale en geneeskundige diensten. De Leuvense studentenrestaurants serveren zelfs speciale ?blokschotels?, samengesteld door diëtisten. En omdat een maaltijd een ontspanningsmoment moet zijn, kan je met vrienden een ?bloktafel? reserveren.

BEZWIJKEN ONDER BEZORGHEID

De diensten studieadvies werkten studietips en -gidsen uit. Ze zijn bij decreet verplicht om ombudsmannen in te zetten, er zijn studiebegeleiders die altijd bereikbaar zijn. Kortom, het lijkt erop dat studenten zo gepamperd worden dat ze zonder begeleiding geen stap kunnen zetten. Van Acker : ?Het vangnet dat we bieden, mag geen ligbed worden. Helpen betekent iemand op eigen benen leren staan. Samen het probleem bekijken, kan al heel wat helpen. Je kan geen pasklare oplossing bieden, maar via gesprekken kan je wel een individuele oplossing uittekenen. Alleen : wie er nu aankomt en nog niets heeft gestudeerd, maakt nog weinig kans. We kunnen dan wel helpen bij de tweede zittijd. Belangrijk is in elk geval hulp te zoeken bij moeilijkheden.?

Welk soort moeilijkheden zich vooral voordoet ? ?De meeste problemen liggen bij de student zelf. Die kan het plotseling niet meer aan. Maar daarachter zit een andere klacht, die we moeten ontdekken. In het eerste jaar gaat het meestal om de angst niet te zullen slagen. Door aanpassingsmoeilijkheden, slechte studiekeuze, noem maar op. In de latere jaren ligt het ingewikkelder. Zo kan een scriptie, waarbij creativiteit wordt gevraagd, blokkers de bomen injagen. De klacht luidt altijd : ik zie het niet meer zitten. De oorzaak daarvan kan heel verscheiden zijn. Iemand kan ziek worden, emotioneel in de knoop raken door de situatie thuis, moeilijkheden hebben met zijn of haar lief. Dat is dan de laatste stoot die het al wankele bouwwerk doet ineenstorten. Want in veel gevallen vloeien factoren samen. Zo is de druk op studenten enorm toegenomen. In de loop van de jaren zagen we de ouders veel meer meeleven. Dat is goed, maar het verhoogt de druk op de studenten. Die willen de ouders niet ontgoochelen en kunnen bezwijken onder hun bezorgdheid.?

Onderzoek wijst uit dat ouders het aantal uren dat hun kinderen studeren, systematisch onderschatten. Het aantal uren studie heeft minder effect op het resultaat dan de manier waarop wordt gestudeerd. Vandaar dat, bijvoorbeeld, de Vrije Universiteit Brussel zelfstudiecentra oprichtte.

Myriam Van Acker : ?Wie de eindstreep niet duidelijk ziet, studeert ordeloos. Daar wordt van in het begin van het academiejaar aan gewerkt. De doelstelling van de vakken moet uitgelegd worden. De begeleiding van en door docenten is verbeterd. De gedrukte cursussen zijn beter, overzichtelijker en vollediger dan vroeger. Nadeel is dat veel hoogleraren naast de gedrukte cursus nog veel notities laten neerpennen. Zo vergroot het leerstofpakket en neemt de studiedruk toe.?

ANGST VOOR DE TOEKOMST

De modale student is geen vrolijke kwant, maar een consciëntieuze blokker. De balans tussen ontspanning en inspanning is verstoord. En wie zich niet ontspant, kan geen afstand nemen en dus niet kritisch zijn. Studenten bestormen de hemel niet meer, ze denken aan de arbeidsmarkt. En ze worden daarin gestijfd door de bezorgdheid van hun omgeving.

Dat is een fenomeen van de jongste jaren, zeggen studiebegeleiders. Wetenschappelijke termen worden ingeroepen bij het minste probleem. Er bestaan echt trends : nu heeft iedereen faalangst, een tijd geleden was assertiviteit nodig.

Jonge mensen blijven veel langer bij hun ouders wonen dan vroeger. Ouders lijken op elke vraag te anticiperen, zij zoeken de oplossingen uit, zij bellen de diensten op. Studenten rekenen erg op hun emotionele zorg. Dat gebeurt soms uit gemakzucht, maar vaker als gevolg van angst, van de veranderde arbeidsmarkt, van het onduidelijker worden van de toekomst die jongeren voor zichzelf moeten opbouwen.

Volgens minister van Onderwijs Luc Van den Bossche (SP) bereiden de hogescholen rechtstreeks voor op een beroep. Daar moet het einddoel dan toch duidelijker zijn ? Zo eenvoudig ligt het niet, zeggen ze op de hogescholen. Die zijn sinds het decreet van 1994 (aangevuld in 1995 en 1996) verplicht de studenten van het eerste jaar te begeleiden. Via de VZW’s Sociale Voorzieningen kunnen ze psychosociale begeleiding zelf opzetten of ?uitbesteden?. Met de 3.144 frank per hogeschoolstudent ligt pamperen hier niet zo voor de hand.

?Wij maken verschil tussen studiebegeleiding en studentenbegeleiding,? zegt Jan Dewitte. Hij is directeur studentenzaken en sociale voorzieningen van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen met 6.400 studenten een van de grootste hogescholen in Vlaanderen. Studentenbegeleiding draait om specifieke, individuele vraagstukken : studiebeurzen, geldproblemen, vervoer, huisvesting, psychosociale noden. Francine Van Loon, coördinator studentenzaken, vindt wel dat studenten- en studiebegeleiding niet helemaal te scheiden vallen, omdat ze elkaar beïnvloeden. ?Wie financieel in de knoop zit of thuis moeilijkheden heeft, kan zijn hoofd niet bij de studie houden. In zo’n geval verwijzen we naar professionelen die meer ervaring dan wij hebben op dat vlak. Achteraf krijgen we dan een terugkoppeling naar de hogeschool. Op termijn willen we de problematiek in kaart brengen, zodat een structurele preventie mogelijk is. We zijn echter maar zeven maanden bezig. Een evaluatie is nog niet mogelijk. We ondervinden wel dat een opvang op elke campus best aangevuld wordt met informatie over alle mogelijke andere initiatieven. Weten dat er oplossingen voorhanden zijn, geeft al een stuk rust.?

Studiebegeleiding gaat specifiek over de vakken. De ongeveer 35 studiebegeleiders aan de hogescholen stellen dat de klachten variëren van ik kan die massa leerstof niet aan tot ik heb verkeerd gekozen. Jan Dewitte : ?Docenten kunnen veel problemen verhelpen door duidelijk en gestructureerd les te geven. Studiebegeleiding begint in de les. Wij richten buiten de normale uren herhaallessen in. Dat kan voor alle vakken, maar het kan ook enkel voor vakken waar studenten de meeste moeilijkheden mee hebben. Alle docenten kunnen daaraan meewerken.?

IS DAT ALLES NODIG ?

Het grote verschil met de universiteiten lijkt te liggen in het systeem zelf. ?Door de aard van onze opleidingen zijn docenten vanzelf meer betrokken bij het wel en wee van studenten. Stages en stagebegeleiding zorgen voor meer persoonlijk contact tussen studenten en docenten. In die zin heeft studentenbegeleiding aan de hogescholen altijd bestaan. Ze wordt nu alleen systematischer aangepakt. Waarbij we rekening houden met de diversiteit van de opleidingen binnen de hogeschool. In verband met de stages kan ook worden gezegd dat ze het studiepakket verzwaren. Wie voor het eerst dagelijks meedraait in een bedrijf is ’s avonds moe. Te moe om te studeren. Daar moeten we rekening mee houden.? De opleidingen worden zwaarder ! Dat lijkt de gemeenschappelijke kreet aan hogescholen en universiteiten. ?Waar zijn we mee bezig ? Is al die stress wel nodig ? Laten we de jongeren geen te hoge prijs betalen ??

Die vragen gaan ook op voor de middelbare school. Daar lijken examens ook zo’n zenuwenbedoening. Het onderwijstijdschrift Klasse publiceerde het voorbije jaar een tiental artikels over leren leren, faalangst, coaching bij examens en toetsen, studieplanning en zo meer. Daaruit blijkt dat ouders steeds bezorgder worden over de studieresultaten van hun kinderen en best bereid zijn om het hele gezinsleven ondergeschikt te maken aan die beangstigende examenperiode.

Dat bevestigt ook Stefaan Maes, woordvoerder van Teleblok, een anonieme telefoondienst voor jongeren met examenzorgen. Eén op de acht oproepen komt van ouders die willen weten hoe ze hun kinderen best kunnen helpen, maar zich ook afvragen of ze niet overdreven bezorgd zijn. Teleblok is ondertussen tien jaar oud. Het initiatief kwam uit de jeugddienst van de Christelijke Mutualiteiten (CM), waar duidelijk werd dat de examenperiode veel jongeren overrompelt. Na drie jaar experimenteren werd de zaak gestructureerd aangepakt. De opleiding van de tachtig (vrijwillige) medewerkers wordt betaald door het ministerie van Cultuur.

Het toenemend succes van Teleblok en de lange duur van de gesprekken bewijst dat een anonieme lijn geen luxe is. Zelfs niet voor lagereschoolkinderen, zegt Stefaan Maes. Al komen die met beheersbare, want praktische probleempjes aan. Studeren en studiemethode vormen de hoofdmoot van de vragen van middelbare scholieren.

Ook bij hen klonteren problemen samen. ?Bij stress raken problemen uitvergroot,? zegt Maes. ?Omdat jongeren dan achter hun boeken zitten, alleen zijn, en bovendien bang voor examens, raken ze nog meer in de rats.?

Een gesprek met iemand die echt luistert, die meezoekt naar een oplossing, die adressen kent, kan helpen. Zelf ingrijpen, is niet de bedoeling van Teleblok. De bellers worden ertoe aangezet om andere mensen in te schakelen. ?De eerstelijnshulp kan ook van ouders of vrienden komen,? zegt Maes. ?Maar daar moeten velen een duwtje voor krijgen. Wie helemaal in de knoop zit, denkt niet altijd aan voor de hand liggende oplossingen.?

De medewerkers van Teleblok noteren waar de meeste problemen liggen. Maar preventie van die problemen is niet mogelijk. Tenslotte zijn de oproepen anoniem, zoals bij Tele-Onthaal en de Kinder- en Jongerentelefoon.

Blijft de vraag : als examens zo moeilijk worden dat kinderen en jongeren in de knoop slaan, als er extra hulp van buitenaf nodig is, zitten scholen dan niet op een verkeerd spoor ? Blijkbaar vindt de inspectie dat ook. In haar Verslag over de toestand in het onderwijs 1996 doet ze wat zorgelijk over overladen leerplannen, te theoretisch lesgeven, te veel aandacht voor zuivere overdracht van kennis. Dat moet veranderen, zeggen inspectie en onderwijsminister in koor. Maar voor de jongeren die nu achter hun boeken zitten, is dat een schamele troost.

Misjoe Verleyen

Teleblok, tel. 078/15.40.60

De druk op de studenten is toegenomen.

De stress van de student : van een molshoop een berg.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content