Washington stuurde Richard Holbrooke van 6 tot 9 augustus naar ex-Joegoslavië. Wat bereikte de gezant van Clinton in het smeu- lende Bosnië ? En hoe liggen de buurstaten er bij na de oorlog ?

EEN BERICHT UIT BELGRADO

Het tweede weekend van augustus, op een moment dat politici gewoonlijk met vakantie zijn, bevond Richard Holbrooke zich in de Joegoslavische hoofdstad Belgrado. Twee maanden geleden haalde de Amerikaanse president Bill Clinton hem terug uit de privé-sector om hem als zijn speciale gezant te laten optreden in de kwestie Cyprus. Vandaar dat het bezoek van Holbrooke aan Bosnië, Belgrado en de Kroatische havenstad Split speculatie voedde. Was Washington ontevreden over het werk van Robert Gelbard, de nieuwe gezant van Clinton die instaat voor de toepassing van het vredesakkoord van Dayton ? (Zie kaart) Of beschikt Holbrooke over een geheim wapen, waarmee hij de ondertekenaars van dat akkoord voor Bosnië en ex-Joegoslavië alsnog kan dwingen tot meer toewijding om het toe te passen ?

Holbrooke en Gelbard voelden in Split, Sarajevo, Banja Luka en Belgrado de sleutelfiguren aan de tand die over het succes of het mislukken van Dayton kunnen beslissen. In Split woonden ze de ontmoeting bij tussen de Kroatische president Franjo Tudjman en president Alija Izetbegovic van Bosnië-Hercegovina. Daarna voerden ze in Sarajevo een gesprek van veertien uur met de volksserviër Momcilo Krajisnik en de volkskroaat Kresimir Zubak, de twee overige leden van het Bosnische presidentschap naast de Moslim Izetbegovic. Ze bereikten in het geheel drie overeenkomsten : over de oprichting van een Permanent Militair Comité, over het mogelijk maken van telefoonverbindingen tussen de twee Bosnische deelstaten de Servische Republiek en de Moslim-Kroatische Federatie en over het etnisch evenwicht in de diplomatie. Het aantal ambassadeurs van de drie origines werd bepaald naar rata van de samenstelling van de bevolking van Bosnië-Hercegovina (grofweg : 40 procent Moslims ; 30 procent volksserviërs ; 20 procent volkskroaten) en hun standplaatsen werden vastgelegd in dezelfde geest van evenredige machtsverdeling.

Vooraleer Bosnië te verlaten, zochten Holbrooke en Gelbard in Banja Luka presidente Biljana Plavsic van de Servische Republiek op. De Amerikanen zegden haar een stevige steun toe in haar strijd tegen de maffiosi van Pale, die klitten rond haar voorganger, ex-president Radovan Karadzic. De door volksgenoten belaagde Plavsic kreeg ook negen miljoen dollar (347 miljoen frank) stutgeld, wat bedoeld is om het gewone volk ervan te overtuigen dat ze het vertrouwen geniet van de Amerikaanse regering.

PLAVSIC KLAPTE UIT DE BIECHT

De derde dag van hun deurwaardersreis, op vrijdag 8 augustus, verschenen de ?inners van Dayton-schuld? in Belgrado. Ze ontmoetten er het grootste aantal mensen, maar ze slaagden er, op het eerste gezicht, in het geringste aantal taken. Na het diner met de Joegoslavische president Slobodan Milosevic, dat tot laat in de avond duurde, voegde Momcilo Krajisnik zich in de ochtendronde van de gesprekken bij het gezelschap. Door de volksserviër uit het Bosnisch presidium erbij te halen, droeg Milosevic een deel van zijn verantwoordelijkheid voor de manke uitvoering van Dayton over op ?de man in het veld?, terwijl hij tegelijk de rol van Biljana Plavsic afzwakte. Krajisnik greep de kans om zich, met goedkeuring van Washington, als een sleutelfiguur in de Servische Republiek te ontpoppen. Hij beloofde Holbrooke en Gelbard meer dan hij kan hard maken en meer dan hij eigenlijk wou beloven. Op de agenda stond het bannen van Radovan Karadzic uit het politieke en het openbare leven. Telkens als Krajisnik een vinger uitsteekt om Karadzic uit te schakelen, dreigt hijzelf van de scène te donderen. Plavsic becommentarieerde dan ook onmiddellijk ironisch de belofte van Krajisnik aan de Amerikanen. Ze verzekerde haar gehoor ervan dat noch het Servische volk, noch de Amerikanen zo’n vent mogen vertrouwen.

Holbrooke vertelde de journalisten dat hij nu wel echt zijn laatste bezoek aan de regio bracht. Waarmee hij zijn tevredenheid wou uitdrukken over de toch magere (officiële) oogst van zijn missie. Afgezien van allerlei beloften, is de oprichting van een Permanent Militair Comité het tastbaarste resultaat van zijn reis. Dankzij dit comité zal de door de Navo geleide vredesmacht (Sfor) alle politiemachten en parapolitiemachten in Bosnië controleren. De Sfor-macht zal dus toezicht krijgen over de speciale politie-eenheden, waarvan een deel instaat voor de bewaking van Karadzic’ schuiloord. Hoewel, de jongste onthullingen van presidente Plavsic wijzen erop dat Karadzic niet spoedig zal worden gearresteerd ter berechting wegens oorlogsmisdaden door het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag.

De Londense Financial Times haalde op woensdag 13 augustus in dit verband Plavsic aan. Ze vertelde dat Amerikaans buitenlandminister Madeleine Albright haar had toevertrouwd dat Washington tevreden zou zijn mocht Karadzic aanvaarden de Servische Republiek te verlaten en vertrekken naar een niet nader genoemd land. De jacht op hem zou dan beëindigd worden.

Toen Plavsic in Pale de boodschap aan Karadzic overbracht, reageerde hij verbolgen en verwierp hij de opzet. In een gesprek met de Süddeutsche Zeitung verklaarde hij daarna niet te geloven dat men hem graag in Den Haag ziet verschijnen. Het Tribunaal zou er meer last hebben met hem dan hij met het Tribunaal. ?Ik zou daar de rol niet spelen van aangeklaagde, maar van aanklager,? legde hij uit.

In het licht van die bewering kan het voorstel van Albright betekenen dat de Amerikaanse regering bereid is om een van Karadzic’ vrijwillige of onvrijwillige medeplichtigen bescherming te verlenen. Aan de ene kant mag het agressieve uithalen van Karadzic echter niet te ernstig worden genomen. En aan de andere kant geeft het hoewel ontkende aanbod van buitenlandminister Albright de graad aan waarmee het Amerikaanse Bosnië-beleid aansluit bij principes.

HET TRAUMA VAN SOMALIE

Een toenemend aantal deskundigen meent dat het strategische hoofddoel van de Amerikanen erin bestaat zich zo snel mogelijk uit Bosnië terug te trekken. Om te vermijden dat het terugplooien geen heropflakkering van het Bosnisch conflict veroorzaakt, zijn allerlei koopjes en compromissen toegelaten zelfs het marchanderen over verdachten van oorlogsmisdaden.

Holbrooke en Gelbard herhaalden het aanbod van hun chef (Albright) niet bij hun ontmoeting met de Joegoslavische president Milosevic. Maar hun aandringen op de verwijdering van Karadzic uit het politieke en openbare leven, wijst er niet op dat diens deportatie naar Den Haag op handen is. Kortom, bij de studie van verklaringen allerhande valt wel een eensluidendheid op in verband met het berechten van Karadzic, hoewel er geen plan voorligt om de man zeer binnenkort voor het Tribunaal te slepen. Vrijwillig zal hij zich daar trouwens zeker niet aandienen. Volgens geruchten zou hij zijn bewakers hebben gezegd dat hij verkiest door hen te worden omgebracht, mochten ze er op zeker moment niet in slagen zijn arrestatie te beletten.

Geen van de Sfor-bondgenoten staat klaar om de verantwoordelijkheid van een arrestatie-actie op zich te nemen. In 1993 vielen in Somalië zeventien Amerikaanse Rangers bij de jacht op krijgsleider Mohammed Farah Aidid. Diens aanhangers sleepten het lijk van een Amerikaan door de straten van Mogadiscio. Zo’n traumatische ervaring verzekert Karadzic van een betere bescherming dan alle bewakers rondom hem samen.

De uitvoering van het vredesakkoord van Dayton hangt vanaf het begin af van politici in Bosnië, maar ook van suggesties en bevelen uit de buurstaten. Belgrado en Zagreb laten de volksservische en volkskroatische leiders in Bosnië dansen via hun afstandsbediening. Het gedrag van de gehoorzame onderdanen van de Serviër Milosevic en van de Kroaat Tudjman heeft vaak van doen met de wensen en politieke noden van beide presidenten. De vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap erkenden dat feit en peilen dan ook bij elke gelegenheid de waterdiepte in Belgrado en Zagreb.

De jongste tijd lijken ze meer gehoor te vinden bij Milosevic en Tudjman. Vooral de Amerikaanse gezanten. Op hun aandringen zette Tudjman een stap naar de uitlevering van de volgende Kroatische generaal aan Den Haag en toonde hij zich bereid om samen te werken met de Moslimpartners in de Moslim-Kroatische Federatie. Hij bevindt zich ook in een lichtelijk betere positie dan Milosevic. Tudjman versterkte onlangs zijn persoonlijke macht in verkiezingen, terwijl Milosevic uitkijkt naar het resultaat van de komende verkiezingen in Servië en naar de ontwikkelingen in het rebelse Montenegro, dat zijn invulling van het Joegoslavisch presidentschap kan fnuiken.

TEZAMEN VIEL UIT ELKAAR

De parlements- en presidentsverkiezingen in de Joegoslavische deelstaat Servië zijn gepland op 21 september. De socialisten van Milosevic zullen het daarin niet erg zwaar te verduren krijgen. Want de oppositiecoalitie Zajedno (Tezamen), die vorige winter in tien Servische steden gedurende drie maanden honderdduizenden betogers mobiliseerde, is uiteengevallen. De kopstukken van de coalitie gingen uiteindelijk niet akkoord om een gezamenlijke presidentskandidaat naar voren te schuiven, hoewel ze tevoren voorzitter Vuk Draskovic van de Servische Vernieuwingsbeweging (SPO) als kandidaat hadden omarmd.

Net voor het vastleggen van een verkiezingsdatum drong Draskovic aan op een Ronde Tafel met de overheden. Daarop zouden de verkiezingsvoorwaarden worden vastgelegd, in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie- Gonzalez (van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, OVSE). Leider Zoran Djindjic van de Democratische Partij waagde zich evenwel redelijk vrijpostig in onderhandelingen met vertegenwoordigers van de Servische regering, die alleen respect wou veinzen voor het Commissierapport van de Spaanse ex-premier Felipe Gonzalez. Het regime interpreteerde de deelneming van de oppositie aan de onderhandelingen als een aanvaarding van de verkiezingsvoorwaarden die de grootste partij, de socialistische coalitie, sterk bevoordelen. Toen de oppositie besefte dat ze erin geluisd was, trok ze zich terug uit de bedoening.

Ondertussen had het Joegoslavisch parlement de Servische president Milosevic verkozen als Joegoslavisch staatshoofd. Die nodigde ?de oppositieleider in het federale parlement?, Vuk Draskovic, onmiddellijk uit voor gesprekken. Dat formele excuus tot contact was niet de gelukkigste keuze, aangezien de oppositie sinds de verkiezingen van november vorig jaar nog niet was opgedaagd in het federale parlement wegens boycot.

Als gevolg van de discussies besloot de SPO van Draskovic toch aan de komende verkiezingen te zullen deelnemen, ondanks de pre-electorale manipulaties in het voordeel van de grootste partij. Draskovic had wel afgedwongen dat Milosevic OVSE-waarnemers zou uitnodigen en de staatstelevisie zou openstellen voor oppositieleiders.

Milosevic beval al tijdblokken te reserveren voor Draskovic. Maar bij de OVSE nodigde hij alleen waarnemers uit van landen die Joegoslavië erkennen. De OVSE verwierp zo’n werkwijze. Een land waarvan het lidmaatschap is geschorst, kan de uitgenodigde lidstaten niet kiezen. Milosevic was vermoedelijk van zins druk uit te oefenen op de Verenigde Staten om Joegoslavië te erkennen. Bij de huidige stand van zaken stuurt de OVSE in ieder geval geen waarnemers. De vraag is dan : blijft de Servische Vernieuwingsbeweging bij haar beslissing deel te nemen aan de verkiezingen ?

Onder meer via Holbrooke hebben de Amerikanen laten weten dat ze tegen een verkiezingsboycot zijn. Die stelling ontkracht het voorstellen van Draskovic als ?verrader van de stembusgang?. Meteen staan de boycotgezinde partijen, in het bijzonder de Democratische Partij, voor een moeilijke opgave. Als ze bijdraaien, verliezen ze hun moeizaam opgebouwde geloofwaardigheid onder de kiezers. En als ze uit het parlement blijven, zal discussie en verbrokkeling de democratische rangen teisteren. De socialisten van Milosevic zullen in elk geval met de winst gaan lopen en vermoedelijk een coalitie smeden met Draskovic.

Als zo’n coalitie het weer opnemen van Joegoslavië in het internationale politieke en economische leven bespoedigt, kan de verkiezingsuitkomst nog als positief worden beschouwd. Ondanks alle manipulatie. Maar als de Servische Vernieuwingsbeweging het beleid aanvaardt dat de socialisten tot nu voerden, alleen om de macht met hen te delen, dan glijdt het land onvermijdelijk af in nog spectaculairder verval.

Branislav Milosevic

De Sfor-vredesmacht bewaakt de weg naar Pale. De volksservische menner en smokkelaar Radovan Karadzic, die van oorlogsmisdaden wordt beschuldigd, houdt zich daar schuil.

Speciale Amerikaanse gezanten Holbrooke (links) en Gelbard (midden) beloven presidente Plavsic van de Servische Republiek in Bosnië steun uit Washington.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content