Ruim 25 jaar na het uitroepen van de uitzonderingstoestand in Polen is ex-generaal Jaruzelski wegens ‘criminele activiteiten’ in het Oost-Europese land aangeklaagd. Hij weigert zijn verantwoordelijkheid in te zien.
Op 13 december 1981 werd in het communistische Polen de uitzonderingstoestand afgekondigd door generaal Wojciech Jaruzelski. Met deze greep naar de noodrem verbande de toenmalige premier van de Volksrepubliek zijn tegenstanders van Solidarnosc naar de illegaliteit. Tienduizenden aanhangers van deze eerste vrije vakbond in Oost-Europa werden gearresteerd, honderdduizenden Polen vluchtten naar het Westen en enkele tientallen oppositieleden werden vermoord.
Tot op de dag van vandaag beweert Jaruzelski dat hij tot deze escalatie gedwongen was – anders zou Moskou Sovjettroepen hebben ingezet. In een enquête die vorig jaar werd gehouden, gelooft bijna 50 procent van de Polen deze versie. Volgens de bejaarde Jaruzelski, een norse man met onafscheidelijke zonnebril, wou hij een herhaling van de bloedige taferelen in Berlijn (1953), Boedapest (1956) en Praag (1968) voorkomen, waar Russische tanks korte metten maakten met anticommunistische opstanden.
Uit recent historisch onderzoek blijkt echter dat Jaruzelski de waarheid verdraaide. Het enige doel van diens ‘militaire raad van nationale redding’ was het elimineren van Lech Walesa’s Solidarnosc, die pas in 1989 weer werd erkend. De 83-jarige man weet zich nog steeds van de prins geen kwaad en beroept zich erop dat hij het land als Poolse patriot heeft beschermd tegen inmenging van buitenaf. ‘Alleen de geschiedenis zal mij op een dag in het gelijk stellen’, aldus de communistische hardliner.
In het huidige Polen is echter de eeneiige tweeling Jaroslav (premier) en Lech (president) Kaczynski aan de macht. Deze ultraconservatieve broers waren vroeger werkzaam voor Solidarnosc en hebben de pest aan communisten. Ze worden gesteund door het Instituut voor Nationale Herinnering (IPN) uit Katowice. Deze overheidsonderzoekers van misdaden uit de nazitijd en de communistische dictatuur hebben dertig maanden onderzoek verricht naar Jaruzelski en acht andere hoge functionarissen.
Afgelopen week heeft de rechtbank in Warschau hen aangeklaagd wegens ‘lidmaatschap van een gewapende organisatie met crimineel karakter’. Het voormalige staatshoofd staat mogelijk tien jaar gevangenisstraf te wachten. Onlangs werd bekend dat hij zijn officiersrang zal verliezen, net als de daarmee verbonden privileges. Volgens de Poolse krant Dziennik zal president Kaczynski daartoe een speciale wet invoeren.
De huidige regeringscoalitie rond de populistische partij Recht en Gerechtigheid voert momenteel een kruistocht tegen voormalige medewerkers en informanten van de communistische geheime dienst (SB). Daarbij worden ook oud-leden van de democratische oppositie, journalisten en hoge geestelijken niet gespaard, zoals in januari bleek, bij de ontmaskering van de nieuwe aartsbisschop van Warschau, Stanislav Wielgus.
Rob Savelberg