Europa heeft het tijdens de financiële crisis niet eens zo slecht gedaan, vindt

de Nederlandse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Frans Timmermans. ‘De eenentwintigste eeuw kan toch nog de eeuw van Europa worden.’

Brussel is voor Frans Timmermans geen onbekend terrein. De Nederlandse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken bracht er enkele jaren van zijn jeugd door. Hij komt er nu meer dan regelmatig voor vele vergaderingen, want hij is bevoegd voor Europese Zaken – Timmermans mag zich in het buitenland ‘minister van Europese Zaken’ noemen – en Internationale Culturele Betrekkingen. In die hoedanigheid was de belezen politicus begin vorige week te gast in het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in Brussel voor een gesprek over de schrijvers die hem lief zijn, van Louis Paul Boon tot Hugo Claus, en van Louis-Ferdinand Céline tot Albert Camus.

Knack sprak met hem vorige week, voor de top waarop over een Europees klimaatplan en steunmaatregelen voor de economie werd beslist (zie pag. 74). De Europese politiek hield de Limburger Timmermans tevoren ook als ambtenaar en als parlementslid voor de Partij van de Arbeid (PvdA) al bezig. Hij vertegenwoordigde de Nederlandse Tweede Kamer in de Conventie, die de Europese grondwet schreef die in mei 2005 door Nederland bij referendum werd afgewezen. Dat was voor Timmermans een klap, want ook de meeste linkse kiezers hadden de grondwet weggestemd. Toen hij enkele jaren later Europese Zaken in zijn portefeuille kreeg, noemde hij zich in een krant ‘staatssecretaris van chagrijn’.

Is het zo erg gesteld met Nederland?

FRANS TIMMERMANS: Veel chagrijn dat met de Unie niets te maken heeft, vond een uitweg in kritiek op Brussel. Europa werd gezien als een agent van de globalisering. Een ongrijpbaar proces waar mensen zich kunnen tegen afzetten. Dat is nu snel veranderd. Het besef is nu duidelijk aanwezig dat Europese samenwerking en integratie nodig zijn om uit de crisis te raken. Wouter Bos (minister van Financiën en politiek leider van de PvdA, nvdr) werd in het avondjournaal op televisie gevraagd wat er gebeurd zou zijn als we de euro niet hadden. ‘Dan waren we nu IJsland geweest’, zei Bos. Dat antwoord was zes maanden geleden op hoongelach onthaald. Nu is het de communis opinio.

Europa werd van boeman tot verlosser?

TIMMERMANS: Zover zijn we nog niet. Het pleit voor Europa is niet gewonnen. Het is zoals met een bezoek aan de tandarts. Het is niet leuk, maar het is nodig. De opdracht is nu om duidelijk te maken dat er met die Europese lotsverbondenheid nog veel te verdienen valt – letterlijk en figuurlijk.

Hoe groot was de kater in 2005?

TIMMERMANS: Bij mij persoonlijk heel groot. Ik zat toen in het parlement in de oppositie. Een meerderheid van de kiezers van de PvdA stemde tegen. Ik had mijn eigen mensen dus kennelijk niet begrepen. Dat viel me maandenlang zo zwaar, dat ik eigenlijk alleen nog maar kon gaan fietsen. Tot het chagrijn uit mijn lijf was.

Heeft Europa de financiële crisis goed aangepakt?

TIMMERMANS: Ik vind van wel. Orthodoxe Europeanen zullen zeggen dat de Commissie niet met voorstellen kwam en dat het Parlement geen rol speelde. Maar het Europa van Jean Monnet heeft twee gezichten. Er is het communautaire Europa en er is het interstatelijke Europa. Het is logisch dat in een financiële crisis de meeste maatregelen toch door de nationale staten moeten worden genomen. De Ierse beslissing om de spaartegoeden unilateraal te garanderen had niet het gewenste effect, en dat werkte als een goede waarschuwing voor de andere landen. Er is van dat moment af nauw op elkaar afgestemd. Ik ben daar niet ontevreden over.

In verband met Fortis ontstond in België toch het gevoel dat we door Wouter Bos werden genaaid.

TIMMERMANS: Onterecht. Het was natuurlijk beter geweest als de zaak tijdens dat eerste weekend van gesprekken helemaal rond was gekomen. Maar er bleken meer maatregelen nodig om het leegbloeden van Fortis te stoppen. Die zijn uiteindelijk wel in onderlinge overeenstemming genomen. Alleen zag de Nederlandse kant misschien net iets eerder de omvang van het probleem. Een kwestie van uren.

In de VS kan Barack Obama meteen voor honderden miljarden aan maatregelen aankondigen. Betreurt u niet dat Europa dat ook niet kan doen?

TIMMERMANS: Nee, want de situatie is in de Europese Unie niet overal dezelfde. De economische cycli lopen niet overal gelijk. Wij lopen in Nederland iets achter bij wat in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland gebeurt. Er is ook een verschil in de aard van de problemen. In het Verenigd Koninkrijk zit het probleem in de financiële sector en in de dienstensector. In Duitsland in de industrie. Bij ons in allebei. Je moet dus speelruimte laten om de specifieke nationale situatie in ogenschouw te nemen. Ik ben alleen bang dat we ons in Europa laten leiden door oude reflexen. Dat we opnieuw onze toevlucht nemen tot staatssteun en het beperken van de concurrentie. Als dat gebeurt, is het middel erger dan de kwaal.

Is met de economische crisis ook de houding van de Nederlandse overheid tegenover Europa veranderd?

TIMMERMANS: De eeuwige discussie in Europa gaat over de vraag wat voorrang moet krijgen: uitbreiding van de Unie of een verdiepte samenwerking. In dat debat had Nederland altijd meer sympathie voor verbreding dan voor verdieping. Ik denk dat die balans nu anders ligt. Nederland wil nog geen federaal Europa. Maar de idee is wel om nu eerst orde op zaken te stellen en te kijken hoe de interne slagkracht van de Unie beter kan. We staan traditioneel meer aan de Angelsaksische kant, maar we zijn nu opgeschoven naar de continentale kant. We staan dus ook dichter bij de Belgen. We zijn het er in de Benelux ook over eens dat een oplossing voor de Ierse crisis het evenwicht tussen de instellingen niet mag schaden.

Van buitenaf gezien lijkt de Benelux morsdood. Werkt die organisatie nog?

TIMMERMANS: De Benelux blijft zeker een waardevol politiek instrument. Als hij in vergaderingen met de 27 uit één naam spreekt, legt dat meer gewicht in de schaal dan de som van de drie landen bij elkaar.

Het werd de voorbije maanden ook duidelijk dat het zwaartepunt in de wereld van West naar Oost verschuift. Was 2008 een scharnierjaar in die ontwikkeling?

TIMMERMANS: Achthonderd miljoen mensen delen tachtig procent van de verworvenheden van de aarde met elkaar. Zes miljard mensen wachten en willen ook meer. De ontwikkeling gaat nu snel. Maar dat wil niet zeggen dat Europa daarom gedoemd is om af te glijden. Ik vind nog altijd dat ook de 21e eeuw een Europese eeuw kan zijn, als we in staat zijn om ons sociaaleconomische model te moderniseren. En als we onze verantwoordelijkheid opnemen ten aanzien van onze buren in het Oosten en in het Middellandse Zeegebied.

Dat zijn veel voorwaarden tegelijk.

TIMMERMANS: Ik kan me voorstellen dat mensen hun hoofd onder een kussen stoppen en wachten tot het weer lente wordt. Dat is geen optie. In vergelijking met wat onze ouders en grootouders sinds de Wapenstilstand in 1918 hebben gepresteerd, wordt er van ons weinig verwacht. Terwijl onze uitgangspositie zoveel beter is. De mensen zijn zoveel beter opgeleid, de samenleving is zoveel rechtvaardiger. We vertrekken van een veel betere basis op het vlak van onderwijs, gezondheid, economische omstandigheden. Er zit een soort van ingebakken defaitisme in Europa en dat moet eruit. We gedragen ons zeker in West-Europa als flagellanten. We slaan voortdurend met een zweepje op onze rug omdat we onszelf niet goed genoeg vinden. Ons model is niet zo slecht. De Amerikanen staan er veel slechter voor, en die blijven toch optimistisch.

Vormt de nabijheid van markten in het Oosten en rond de Middellandse Zee onze grootste troef?

TIMMERMANS: Dat heet: strategische diepte. De Unie telt 500 miljoen relatief hoog opgeleide consumenten die relatief ook het meest te besteden hebben. Dan wonen er nog eens 300 miljoen mensen in de onmiddellijke omgeving. Vandaag gaat het zo dat grondstoffen van de ene kant van de wereld naar de andere kant worden overgebracht om er te worden verwerkt. Vervolgens gaan de afgewerkte producten naar een derde plek om te worden verkocht. Dat model staat onder druk van de klimaatverandering en de energieproblematiek. De uitstoot van broeikasgassen heeft een prijs. Transport wordt duurder. Het wordt dus geleidelijk interessanter om de productie weer dichter bij de markt te brengen. Dat gebeurt nu al. Apple maakt zijn iPods voor de Europese markt liever in Slowakije of Roemenië dan in China. Meer bedrijven maken die keuze.

Blijft de opwarming van de aarde de grootste bedreiging voor de mensheid?

TIMMERMANS: Er zijn nog altijd mensen die volhouden dat de opwarming van de aarde niets met menselijk handelen te maken heeft. Terwijl de wetenschappelijke bewijzen van een directe invloed ondertussen hoog opgestapeld zijn. Als we de komende twintig jaar maximale maatregelen nemen, kunnen we de stijging van de temperatuur tot twee graden beperken. Maar zelfs die twee graden zullen gevolgen hebben voor ons leefklimaat. Onvoorspelbare weersomstandigheden, droogtes, stormen, overstromingen.

Moet Hansje Brinker straks Nederland weer redden met zijn vinger in de dijk?

TIMMERMANS: Een commissie heeft becijferd dat er in Nederland tientallen miljarden euro’s extra nodig zullen zijn voor het kanaliseren van rivieren en het ophogen van dijken. Terwijl het probleem aan de bron kan worden aangepakt. De uitstoot van CO2 kán worden verminderd. En dan vind ik het ten opzichte van mijn eigen kinderen en kleinkinderen crimineel om het niet te doen.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel leek vorige week in Brussel niet bereid om er hoog op in te zetten.

TIMMERMANS: Ze was natuurlijk wel voorzitter van de Europese Raad toen daarover vorig jaar afspraken zijn gemaakt. Het probleem verdwijnt niet als je de industrie nu dit pleziertje gunt. Wie de leiding neemt, zal er ook als eerste de vruchten van plukken. Dat hebben we met de interne markt gezien. Met de consumentenbescherming. Daarvan zei de industrie ook: niet doen.

Maar alles begint met het zoeken naar hernieuwbare energie?

TIMMERMANS: Daarmee begint en eindigt alles. Er zijn op dat vlak ook een aantal interessante ontwikkelingen. We zijn nog niet aan het eind van wat we met zonne-energie kunnen doen. Shell boekt fantastische successen met algen. Dat lijkt echt bijna een ei van Columbus: algen leven op CO2 en groeien in een warm klimaat heel snel. Ze zorgen voor een beter leefklimaat in de oceanen en leveren tegelijk een geweldige brandstof op. Nederland kijkt naar de spanning die ontstaat als zout en zoet water elkaar raken. Daar kan potentieel veel energie uit worden gehaald. Het punt is alleen dat er nog te veel fossiele brandstof op de wereld aanwezig is. Zeker met steenkool kunnen we nog een eind verder.

Is Europa de voorbije tijd niet zo veel met zichzelf bezig geweest dat het zijn relaties met Noord-Afrika en het Midden-Oosten heeft laten verslonzen?

TIMMERMANS: Dat is een van de mysteries van het moderne Europa. In de klassieke oudheid was het besef aanwezig van een wereld rond de Middellandse Zee. Ik ben er voorstander van om de Unie voor de Middellandse Zee ook echt inhoud te geven. Wat wij als continent voor elkaar kregen, moet worden gespreid. We moeten dezelfde stabiliteit en welvaart ook naar die landen rond de Middellandse Zee brengen.

Geldt uw zorg ook voor landen zoals Oekraï-ne, Georgië en Armenië?

TIMMERMANS: Mijn zorg daar is dat we ons te veel blindstaren op het uiteindelijke doel van het lidmaatschap. Je ziet dat ook in de NAVO. De Amerikanen hebben gemakkelijk praten, die zitten op een ander continent. Als je nu overhaast besluiten neemt in verband met Oekraïne ruk je dat land letterlijk uit elkaar. In Georgië heeft het gedrag van president Mikhail Saakasjvili vorige zomer bewezen dat het niet klaar is voor die stap. Het is beter te spreken in termen van concrete projecten en doelstellingen. Het lidmaatschap mag geen obsessie worden.

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK/foto filip naudts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content