De voorbije jaren heeft Al-Qaeda een netwerk uitgebouwd in Spanje. Zijn de aanslagen in Madrid louter een represaille voor de doortastendheid van het Spaanse gerecht? Of heeft Al-Qaeda nu ook heel Europa de oorlog verklaard?

Het bloedbad in Madrid veroorzaakte schokgolven in heel Europa. In een reactie dacht premier Guy Verhofstadt (VLD) hardop na over de oprichting van een Europees centrum waar inlichtingendiensten zouden samenwerken in de strijd tegen het terrorisme. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Otto Schily (SPD) sloot zich daarbij aan en vroeg ook spoedoverleg met zijn collega’s uit de andere EU-lidstaten. Terwijl de Ierse voorzitter Bertie Ahern (Fianna Fail) overweegt om ook de ministers van Justitie bijeen te roepen en op de Europese Raad van 25 maart het al bestaande actieplan tegen terrorisme te verfijnen.

Zolang ervan uitgegaan werd dat de Baskische afscheidingsbeweging ETA de bommen had gelegd, werden mogelijke Spaanse doelwitten in Europa beschermd. Toen het onderzoek evenwel duidelijk maakte dat Al-Qaeda of een soortgelijke islamitische terreurorganisatie achter de aanslagen zit, namen ook de andere Europese landen drastische maatregelen.

Frankrijk verhoogde meteen het aantal controles in stations, havens en luchthavens. Griekenland – dat ook troepen heeft in Irak – vroeg de NAVO om tussen 13 en 29 augustus niet alleen het Griekse luchtruim te controleren, maar ook te land en op zee te helpen bij de beveiliging van de Olympische Spelen.

Ook de kandidaat-lidstaten zijn bang. In Tsjechië, ook een Amerikaanse bondgenoot in Irak, patrouilleert de politie met honden die explosieven kunnen opsporen. Polen reageerde bijzonder fel. Warschau staat immers pal aan de zijde van de Amerikanen: Poolse troepen controleren zelfs een deel van Irak. De angst voor terroristische aanslagen zit er in Warschau dan ook goed in. De dag zelf van de aanslag werd de hoofdstad letterlijk afgegrendeld en begon de politie met anti-terreuroefeningen.

Maar volgens een terrorisme-expert van het International Institute for Strategic Studies in Londen staat de terreur los van de houding tegenover de oorlog tegen Irak. Zo kreeg Turkije te kampen met aanslagen, terwijl het land had geweigerd om in de aanloop naar de oorlog in Irak zijn luchthavens open te stellen voor Amerikaanse troepen. Omgekeerd betekent het dat landen als Duitsland, die zich tegen de oorlog in Irak keerden, niet van aanslagen gespaard zouden blijven. Rolf Tophoven, directeur van het Instituut voor Onderzoek naar Terrorisme en Veiligheidspolitiek in Essen zegt in een interview met de International Herald Tribune: ‘Duitse soldaten werken samen met Amerikaanse krachten in Afghanistan en de hoorn van Afrika in de strijd tegen Al-Qaeda. Reden genoeg voor Al-Qaeda om aan te vallen.’

STANDPLAATS SPANJE

Als dat klopt, is niemand nog veilig. Maar hoe zeker weet de Spaanse politie dat het om een aanslag van Al-Qaeda gaat? De arrestaties van drie Marokkaanse en twee Indiase verdachten is een eerste aanwijzing. Een van hen, Jamal Zougam, wordt in Marokko verdacht van de aanslag in Casablanca in mei vorig jaar waarbij 32 doden vielen. Een tweede spoor is een videocassette die – na een anoniem telefoontje – gevonden werd vlakbij de grootste moskee van Madrid. Op de video verklaart een man dat hij de militaire leider is van Al-Qaeda in Spanje. Hij spreekt Arabisch met een Marokkaans accent.

Dat lijkt geen zwaarwegend bewijs, maar videocassettes behoren nu wel tot de mediastrategie van de terroristen. Op een cassette die in oktober vorig jaar werd vrijgegeven, kondigde een man, die beweerde te spreken in naam van Al-Qaeda, er de nieuwe koers van de terroristen aan: een algemene aanval tegen het Westen. In de toekomst zouden ze zich niet langer uitsluitend tegen de Verenigde Staten richten, maar ook tegen ‘die landen die aan die onrechtvaardige oorlog hebben deelgenomen’, zo klonk het. Ze bedoelden de oorlog tegen Irak. 911 dagen na 11 september 2001 – een volgens de duivelse getallenlogica van de terroristen perfect gekozen datum – blijkt het voor de Spaanse overheid steeds duidelijker: de krijgers van Osama Bin Laden hebben midden in Europa toegeslagen.

Totnogtoe was de Baskische verzetsbeweging ETA de enige terreurorganisatie die in Spanje actief was. Maar Spaanse speurders wisten dat ook Al-Qaeda in hun land zijn netwerken had uitgebouwd. Sinds de reconstructie van de plannen voor 11 september was het voor de onderzoekers niet langer een geheim: naast Duitsland heeft Al-Qaeda zijn tweede standplaats in Spanje. In de aanloop naar 11 september werden van daaruit zelfs vervalste paspoorten en geld naar de zelfmoordterroristen opgestuurd.

Het Spaanse gerecht – in de eerste plaats onderzoeksrechter Baltazar Garzón – aarzelde niet en pakte de aanhangers van Bin Laden hard aan. Groeperingen en individuen uit de omgeving van het terreurnetwerk werden opgepakt. Tegen Osama Bin Laden zélf vaardigde Garzon een arrestatiebevel uit. Tegen hem en tien van zijn kompanen loopt sindsdien een proces wegens moord bij de aanslagen van 11 september 2001. Garzón wil nog 35 anderen voor de rechtbank dagen omdat ze deel uitmaken van een islamitisch-terroristische vereniging. Het zou niemand verbazen dat de aanslagen in Madrid mogelijk een reactie waren op het harde optreden van het gerecht.

Tot dusver was Spanje voor de terroristen nochtans de plaats bij uitstek om in alle rust plannen te beramen. Een van de twee belangrijke ontmoetingen vóór 11 september, vond plaats in Spanje, kort voor de aanslagen. Zelfmoordpiloot Mohammed Atta ontmoette Ramzi Binalshibh, die hem logistiek zou steunen, in de zomer van 2001 in het Spaanse vakantieoord Tarragona. Atta, die de aanslagen ook al in de Verenigde Staten had voorbereid, kwam naar Spanje per lijnvliegtuig, vanuit Miami. Binalshibh kwam op 9 juli per vliegtuig uit Hamburg. Binalshibh, die momenteel gevangen zit, gaf toe dat het bij dit treffen was dat de laatste details voor 11 september werden vastgelegd. Binalshibh pikte in Madrid bij geloofsgenoten een paspoort op en reisde dan door naar Pakistan. Onlangs pakte de politie enkele verdachten op die hem aan dat paspoort geholpen zouden hebben.

TROEPEN UIT IRAK

Maar waarom precies Spanje? Het was geen toeval. In Spanje was een islamitisch netwerk actief dat Atta en zijn omgeving van dienst kon zijn. Eerder hadden ook al sporen naar Spanje geleid. Toen eind 2000 bijvoorbeeld in Frankfurt een terroristenbende werd opgerold die een aanslag beraamde in Straatsburg, stond ook de vermoedelijke leider Mohammed Bensakharia alias ‘Meliani’, in contact met Spanje. Hij zou er uiteindelijk ook worden opgepakt.

In Spanje werd ook de groep rond de in Syrië geboren Imad Eddin Barakat Jarkas, de zogenaamde ‘Abu Dahdah’, opgepakt. Tot zijn aanhouding in de herfst 2001 gold ‘Abu Dahdah’ als het hoofd van de Spaanse tak van Al-Qaeda. Naar verluidt onderhield hij persoonlijke contacten met Bin Laden. Vooral de telefoontjes van een onbekende met de naam ‘Shakar’ die Abu Dahdah in Spanje belde, vóór en na 11 september, deden hem de das om. ‘Shakar’ meldde ‘Abu Dahdah’ in augustus 2001 dat hij en zijn kompanen ‘al goed opgeschoten waren bij de vliegtrainingen’. Na 11 september meldde ‘Shakar’ zich opnieuw.

Ook speuracties in Hamburg brachten de onderzoekers al bij ‘Abu Dahdah’. In het adresboekje van de Marokkaan Said Bahaji, die nauwe banden had met de zelfmoordpiloten, vonden ze het telefoonnummer van ‘Abu Dahdah’ in Madrid.

Nog een andere verdachte van de aanslagen in New York, Mamoun Darkazanli, een zakenman in Hamburg, had volgens de politie contacten in Spanje. Hoewel de speurders strafrechtelijk niets kunnen bewijzen, zijn ze ervan overtuigd dat ook hij behoorde tot de omgeving van de zelfmoordpiloten. Hij zou een rol hebben gespeeld bij de overschrijvingen van geld dat via diverse doorboekingen uiteindelijk terechtkwam bij de piloten. In het najaar van 2003 pakte de politie in Spanje in die context verschillende mannen op. Zij moeten nu voor de rechter verschijnen.

Spanje is een doorreisland voor de strijders van Osama Bin Laden. Dat blijkt nogmaals uit het bestaan van gevaarlijke, islamitische cellen die opereren vanuit Spanje. In 2002 al pakte de politie Abdullah Khataya op, de leider van een dertig man sterke groep. Hij zou moslimstrijders die van Bosnië naar Afghanistan of Tsjetsjenië trokken, een onderkomen hebben gegeven en hen voorzien hebben van valse paspoorten en geld.

Bijna elke week voert de Spaanse politie nieuwe arrestaties uit en meldt ze de ontdekking van wapenvoorraden en explosieven. Een bewijs dat het politieapparaat werkt, maar ook dat Al-Qaeda zeer actief is. De arrestanten zijn vaak niet meer dan koeriers of verbindingsagenten, maar hun aantal wijst erop dat Al-Qaeda op een uitgebreid net van sympathisanten kan rekenen. De politie vermoedt dat de in heel Noord-Afrika actieve Salafia Jihadia steeds meer leden naar Spanje stuurt.

De efficiënte aanpak van de Spaanse politie kan – volgens antiterrorisme-experts – een verklaring zijn voor de bommen in Madrid. De aanslagen in de drie stations blijven niet zonder gevolgen. De verkiezingen van 14 maart werden volledig door de vreselijke gebeurtenissen gedomineerd, én door het feit dat de conservatieve regering van José María Aznar halsstarrig vasthield aan de ETA als schuldige. Het gevolg is bekend: de socialisten vormen de volgende regering en zullen, zo verklaarde de toekomstige premier José Luis Zapatero, de Spaanse troepen uit Irak terughalen. Een overwinning voor Al-Qaeda, of het nu de aanslag heeft gepleegd of niet.

Door Ingrid Van Daele en Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content