President Tarja Halonen over het handelsmerk Europa en de rubberen laarzen van Nokia.
‘Het lidmaatschap van de Europese Unie was goed voor ons’, blikt Tarja Halonen (61) terug. Tussen 1995 en 2000 was de huidige Finse president als minister van Buitenlandse Zaken actief betrokken bij het integratieproces van Finland in de Unie. ‘Het was alsof we na een tijd van verloving voor het altaar werden geleid. Maar zoals ik nu ook altijd herhaal tegen de landen die er op 1 mei bij komen: Europa is niet de hemel op aarde. Het is een samenwerking tussen landen, en dat vraagt een inspanning. Wij zijn er gelukkig mee. Het lidmaatschap betekent dat we een familienaam hebben gekregen. Op de globale markt zijn we niet meer alleen Finland. We komen bovendien uit de Europese Unie. Dat is een handelsmerk, het betekent iets in de wereld. Europa roept in de wereld verwachtingen op.’
Moet Europa een grotere rol spelen in de wereld?
tarja halonen: Het moet een globale speler zijn – ook op het militaire vlak. Ik blijf daarbij ook voorstander van nauwe samenwerking met de Verenigde Staten. De les uit de meningsverschillen van de voorbije jaren moet zijn dat Europa en de VS sterker zijn als ze samenwerken. Allebei.
Zelf is Finland overigens wel geen lid van de NATO.
halonen: We weten hoe belangrijk de NAVO is voor de Europese veiligheid, maar Finland heeft zijn eigen geschiedenis. Er is in Finland geen draagvlak voor een lidmaatschap. Dat is ook niet nodig. We werken nauw samen. Op de Balkan bijvoorbeeld zijn we actief in crisismanagement onder de leiding van de NAVO. We zijn geen lid en we zullen het niet snel worden, maar de deur staat open.
Uw relatie met Moskou was altijd zeer bijzonder. Hoe heeft ze zich de voorbije jaren ontwikkeld?
halonen: Na de val van de Sovjet-Unie hebben we met Rusland een nieuwe relatie uitgewerkt. Het is nog altijd geen land zoals een ander. We moeten geduld hebben. Rusland is een land met enorme mogelijkheden. Het wordt geleidelijk een heel belangrijke pion – niet alleen voor ons, maar voor de hele Unie. Als het zijn huishouden op orde heeft, zal het een schitterende partner zijn. Maar we leven nu in een overgangsperiode. Het is aanlokkelijk om er te investeren, maar de risico’s blijven groot.
Brengt de globalisering het Finse model van een sociale welvaartsstaat in gevaar?
halonen: In kleine landen is het van belang om in team te denken: bedrijven, werknemers, boeren, iedereen moet samenwerken. Een eerlijke globalisering heeft een overheid nodig die op haar poten staat – daar is iedereen het over eens, van Davos tot Porto Alegre. Die overheid kan zowel de burger als de bedrijfswereld beschermen. Ze kan privé en overheid ook samenbrengen, en die combinatie is nodig om het onderwijs en het onderzoek op peil en de fundamenten van de welvaartsstaat recht te houden.
Door die combinatie kon Finland op het vlak van globalisering buiten zichzelf uitgroeien. Er is daarover bij ons een nationale consensus. Ik denk dan aan een bedrijf zoals Nokia, maar ook aan de hele rist Finse bedrijven en organisaties die op de globale markt actief zijn. Er komen straks natuurlijk problemen. De nieuwe lidstaat Estland heeft al laten weten dat het een Singapore van het Noorden wil worden, en dat is een heel ander model. Maar ik ben optimistisch. Het basismodel is niet in gevaar. We mogen het alleen niet uit het oog verliezen. De globalisering moet niet alleen het belang van de ondernemingen voor ogen houden, ze moet een antwoord geven aan de noden van alle mensen.
U pleit voor de rol die de staat kan spelen. Maar is de echte macht niet in handen van enkele grote, transnationale bedrijven?
halonen: Nokia was ooit een producent van rubberen laarzen. Het is door samenwerking geworden wat het nu is. Natuurlijk: een moeder kan zes zonen hebben, maar zes zonen hebben het vaak moeilijk om voor hun oude moeder te zorgen. De staat moet het mogelijk maken dat er nieuwe bedrijven komen, die de werkgelegenheid in het land houden. Wij hebben te maken met het China syndrom: kapitaal en werk vluchten naar landen met lage lonen. Wij moeten ons competitief voordeel uitspelen: onderwijs, technologie, het netwerk tussen de verschillende sectoren in de samenleving. De kracht van de EU daarbij is dat ze ons een grotere thuismarkt heeft verschaft.
De andere kant van de medaille is dat we de deur voor arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten eerst wel enkele jaren dichthouden.
halonen: Dat is een heel gevoelige materie. Mensen die bij ons komen, mogen niet alleen als arbeidskrachten worden beschouwd. Het moeten medeburgers worden. Belangrijk is dat de 15 huidige lidstaten het erover eens zijn om binnenkort een markt te vormen met 25 landen. Op alle vlakken.