Ook mét het cordon sanitaire krijgt het Vlaams Blok steeds meer greep op de samenleving. Nu al zitten er Vlaams Blokkers in de besturen van honderden organisaties in Vlaanderen. En na 13 juni kan het extreem-rechtse gedachtegoed ongehinderd doorkankeren op alle niveaus.
Het Vlaams Blok is de grootste partij van Vlaanderen. Dát is de echte uitslag van de verkiezingen, en geen kartel dat eraan verhelpen kan. Zelfs nu ze nog uit het bestuur worden geweerd, hebben de Vlaams Blokmandatarissen meer en meer invloed. ‘Ach, veel constructiefs doen ze toch niet met die macht’, zeggen paarse politici laconiek. Dat kan wel kloppen, maar ze hebben onderhand wel erg veel mogelijkheden in handen om er iets des- tructiefs mee te doen. Als grootste fractie in het Vlaams parlement mag het Blok bijvoorbeeld vijf leden naar alle parlementaire commissies sturen. Daarmee maken Blokkers een derde van de commissieleden uit, en dat volstaat om hoorzittingen te eisen waarmee de boel eindeloos kan worden vertraagd. Bovendien heeft de partij in het nieuwe parlement recht op meer commissievoorzitters. Tijdens de afgelopen Vlaamse regeerperiode zat Jan Penris (VB) de commissie Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid voor en zijn partijgenoot Luk Van Nieuwenhuysen de commissie Brussel en de Vlaamse Rand. Dankzij het verkiezingsresultaat van 13 juni krijgen ze daar nu minstens één voorzitter bovenop, maar het zouden er ook twee of zelfs drie kunnen zijn. ‘We weten het zelf nog niet precies’, zegt Vlaams parlementslid Joris Van Hauthem (VB). ‘Dat hangt af van de onderhandelingen. Bovendien wordt de toewijzing van de ondervoorzitters en secretarissen van de commissies in rekening gebracht.’ Het voorzitterschap van een parlementaire commissie is meer dan een goedbetaalde prestigefunctie. Een voorzitter kan zijn dada’s op de agenda zetten of onderwerpen strategisch ‘vergeten’ te agenderen.
Op het secretariaat-generaal van het Vlaams parlement en in de verschillende fracties circuleren allerlei scenario’s om de parlementaire macht van het Blok in te dammen: het aantal commissies en dus ook voorzitters verhogen of net beperken, subcommissies in het leven roepen of het aantal commissieleden optrekken tot negentien, zodat zowel Groen! als N-VA een zetel krijgen en het Blok zijn blokkeringsminderheid verliest. Daarbij wordt in bedekte termen verwezen naar de kunstgreep die de Franstaligen in 1999 in de Kamer wisten af te dwingen. Het aantal ondervoorzitters werd toen beperkt, zodat het Blok er maar één mocht afvaardigen. Dergelijke trucs worden echter heel moeilijk als de geviseerde partij de grootste fractie vormt. De verschillende functies in de commissies worden immers toegewezen op basis van het zogenaamde systeem-D’Hondt: de fracties worden in een rangorde geplaatst op basis van hun politieke gewicht. De grootste fractie mag de eerste voorzitter leveren, de op één na grootste de tweede enzovoort. Binnen dit systeem is het onmogelijk om de grootste partij minder functies te geven zonder alle andere partijen te raken.
Nochtans is dé oplossing lachwekkend simpel: als de kartelpartners CD&V en N-VA één fractie vormen, is het Vlaams Blok niet langer de grootste. Het kartel krijgt dan de meeste zetels in de commissies en de meeste commissievoorzitters. Meteen is het gevaar geweken dat het Blok met eenderde van de zetels te pas en te onpas hoorzittingen kan eisen. Dat de CD&V-top ‘met het oog op het grotere geheel’ voorstander is van een gemeenschappelijke fractie is geen geheim. Maar afgelopen donderdag besliste het partijbureau van de N-VA – naar eigen zeggen definitief – om een aparte fractie te vormen. ‘Wij zien geen reden om af te wijken van de afspraken die voor de verkiezingen met CD&V zijn gemaakt’, zegt woordvoerder Ben Weyts. ‘Wij zijn niet gefixeerd op het Vlaams Blok. Ik geloof trouwens niet dat het Blok het lang zal volhouden om het parlementaire werk te vertragen of te blokkeren. Ze beseffen veel te goed dat ze daar op aangekeken zouden worden.’
Een andere optie is dat het Vlaams Blok zichzelf de das om doet door de parlementsleden die als onafhankelijke op hun lijsten werden verkozen, ook onafhankelijk te laten zetelen. Maar zo stom zijn ze natuurlijk niet aan het Madouplein, en dus nestelen Marie-Rose Morel en co zich straks warmpjes in de Vlaams Blokfractie zodat die de grootste blijft. Zelfs Rob Verreycken, die kort voor de verkiezingen in het nieuws kwam omdat hij zijn ex-vrouw op straat had afgeranseld, gaat straks wellicht gewoon in die fractie zitten. Nochtans werd zijn vertrek uit de partij een paar weken geleden nog met veel poeha aangekondigd. ‘Er is geen enkele politieke band meer met het Blok. We zullen alleen technisch samenwerken in het parlement’, klonk het toen. Of hij al dan niet officieel deel van de fractie zal uitmaken, wordt nu als ‘een detail’ afgedaan. Van Hauthem: ‘Hij zal in elk geval niet deelnemen aan de vergaderingen van onze fractie. Of hij nu formeel of informeel buiten onze fractie staat, weet ik niet. Ik kan u echt niet zeggen of onze fractie officieel uit 31 of 32 mensen bestaat. Dat doet er ook niet echt toe.’
De lippen op elkaar
De directe gevolgen van de zoveelste Zwarte Zondag blijven niet alleen beperkt tot de plenaire vergadering en commissies in het Vlaams parlement. Ook de raden van bestuur, instellingen en adviesraden die onder het Cultuurpact vallen, worden volgens het systeem-D’Hondt samengesteld. Dat betekent dat de bestuursorganen van de VRT, de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie, de Vlaamse Kijk- en Luisterraad en de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie regeerperiode na regeerperiode meer Blokkers moeten verwelkomen. Omdat die niet allemaal meteen na de verkiezingen worden hernieuwd, kan de impact nog even uitblijven. Maar de raad van bestuur van de VRT wordt bijvoorbeeld wel telkens zes maanden na de Vlaamse verkiezingen opnieuw samengesteld. Met andere woorden: in januari krijgen de twee Vlaams Blokkers, Ludo Leen en Werner Marginet, er een collega bij, zelfs als CD&V/N-VA alsnog voor één fractie kiest. Dat betekent dat de Blokkers een kwart van de raad van bestuur zullen uitmaken. Jef Tavernier (Groen!), die zijn partij een tijdlang bij de openbare omroep vertegenwoordigde, maakt zich daar niet echt veel zorgen over. ‘Met die twee zetels deden ze nauwelijks iets’, zegt hij. ‘Het Blok spuide wel kritiek over de VRT in de commissie Media, maar de leden van de raad van bestuur hielden hun mond. En het is echt niet zo dat de anderen hun het woord afnamen.’
Waarom zwijgen de Vlaams Blokmandatarissen in zoveel beheersorganen? Omdat de partijtop hen dat heeft opgedragen of omdat ze niets te zeggen hebben? Dat het Vlaams Blok veel te weinig degelijk politiek personeel heeft om alle parlementaire en andere mandaten in te vullen, is genoegzaam bekend. De meesten van hun parlementsleden buizen grandioos telkens als hun parlementaire werk door journalisten of academici wordt beoordeeld. Maar ook Blokkers die politiek talent en inzicht in huis hebben, houden de lippen vaak stijf op elkaar zodra ze in een beheersorgaan zitten. ‘Nogal logisch’, zegt een VRT-bestuurslid. ‘Het maakt deel uit van de strategie van de partij om aan de zijlijn te blijven staan. Dan is het nooit hun schuld als er iets verkeerd loopt.’
Op Vlaams niveau zal de VRT na de geplande hervormingen in het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid de enige openbare instelling zijn waarvan de raad van bestuur op basis van het systeem-D’Hondt wordt samengesteld. Dat moet alleen in extern verzelfstandigde agentschappen (EVA), zoals dergelijke overheidsbedrijven straks gaan heten, die onder het Cultuurpact ‘voor de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen’ vallen. Bij andere EVA’s, zoals De Lijn en de VDAB, wordt de raad van bestuur samengesteld door vertegenwoordigers van de coalitie en betrokken ‘partners’, zoals de werkgeversorganisaties en de vakbonden bij de VDAB. Totnogtoe heeft geen enkele bestuursploeg vrijwillig een Blokker in zo’n beheersorgaan geparkeerd.
Als de democratische partijen dus ooit besluiten ‘het eens met het Vlaams Blok te proberen’, zal die partij in zo goed als alle echelons van de samenleving een voet tussen de deur krijgen. ‘Al die progressieven die het cordon sanitaire zomaar willen afschaffen, gaan voorbij aan de gevolgen’ zegt Jos Gey- sels (Groen!), een van de geestelijke vaders van de schutskring rond het Blok. ‘Als het Vlaams Blok in een regering stapt, hebben ze ook recht op vertegenwoordiging in alle parastatalen, adviesraden enzovoort. Dan geven we hen de kans om ons hele systeem van binnenuit te vergiftigen. Ga maar eens naar de bibliotheekcollecties kijken in de plaatsjes in Zuid-Frankrijk waar extreem-rechts aan de macht is geweest.’
Creatieve wiskunde
Zo ver zijn we niet van dergelijke scenario’s verwijderd: in zowat de helft van alle gemeentelijke bibliotheken is het Vlaams Blok vertegenwoordigd. De partij zit in 154 van de 308 Vlaamse gemeenten in de gemeenteraad en krijgt daardoor mandaten in onder meer adviesraden, havenbedrijven, culturele centra, jeugdhuizen en parkeerbedrijven. Van de Oostendse haven en het Gentse Stadsontwikkelingsbedrijf tot een rustig bibliotheekje in de Westhoek: ze zijn overal. Door hun vertegenwoordiging in de provincieraden hebben ze ook recht op mandaten in provinciebedrijven, zoals de Plantijn Hogeschool waar Blokkers een vierde van de bestuursleden uitmaken.
Meestal hebben de betrokken gemeenten geen keuze: in de raden van bestuur van autonome gemeente- en provinciebedrijven moeten alle gemeenteraadsfracties vertegenwoordigd zijn. Toch hebben sommige er in het verleden alles aan gedaan om het Vlaams Blok zo weinig mogelijk mandaten te gunnen. Creatieve wiskunde werd daarbij niet geschuwd. Ondertussen is het Blok in sommige plaatsen echter zo groot geworden dat bijvoorbeeld het plafonneren van het aantal bestuursleden niet meer helpt om de partij uit bestuursorganen te weren.
In intercommunales, samenwerkingsverbanden tussen verschillende gemeenten, zijn Vlaams Blokkers schaars. De meerderheidspartijen mogen de leden van die raden van bestuur aanwijzen, en door een recent decreet mag het gemeentebestuur ook de oppositie mensen laten afvaardigen. In de praktijk komt het heel weinig voor dat een bestuursploeg ervoor kiest een Vlaams Blokker naar een raad van bestuur te sturen. Als dat al eens gebeurt, is dat meestal als pasmunt om bijvoorbeeld een belangrijk dossier door de gemeente- of provincieraad te sluizen. Er is echter een uitzondering: in de raad van commissarissen van de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen zit Jan Huijbrechts (Vlaams Blok). Door een gebrek aan alternatieven? Uit moedwil? Vooral door een gentlemen’s agreement uit de jaren tachtig. ‘In die onverdachte tijden heeft de provincieraad besloten om een aantal mandaten aan de oppositie te geven’, zegt bestendig afgevaardigde Jos Geuens (SP.A). ‘Met de opkomst van het Blok heeft men toch besloten die regeling in stand te houden in plaats van zowel het Blok als de andere oppositiepartijen die mandaten af te nemen. Het gaat dan ook niet om een bestuursmandaat: de raad van commissarissen controleert de boeken, en controle uitoefenen is net de taak van de oppositie.’
Ook op gemeentelijk niveau worden de raden van bestuur en adviesraden die onder het Cultuurpact vallen, samengesteld met vertegenwoordigers van alle strekkingen. Gemeentelijke adviesraden voor cultuur, jeugd, sport en toerisme en gemeentelijke instellingen zoals culturele centra, bibliotheken, musea, jeugdhuizen, sporthallen en toerismekantoren moeten allemaal pluralistisch samengestelde beheersorganen hebben met vertegenwoordigers van alle ideologische en filosofische strekkingen. Dus ook met Vlaams-natio- nalisten. Destijds kozen veel gemeenten liever voor iemand van de Volks- unie. Maar als die in hun gemeente niet vertegenwoordigd was, restte alleen het Vlaams Blok. Heel wat gemeenten probeerden dat echter te omzeilen door in de statuten van de instellingen te verwijzen naar de universele Verklaring van de rechten van de Mens, in de hoop dat het Blok zo zou worden uitgesloten op basis van zijn 70-puntenprogramma. ‘Na de laatste paar gemeenteraadsverkiezingen hebben we veel telefoontjes gekregen van gemeenten die een creatieve oplossing zochten’, zegt Hilde Plas van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). ‘De meeste gemeenten die de verschillende mogelijkheden onderzochten, besloten uiteindelijk om juridische procedures te vermijden. Ze kozen dan maar voor de meest pragmatische oplossing en lieten de Vlaams-nationale strekking vertegenwoordigen door iemand met een gematigd profiel.’
Geen boekverbrandingen
Nog voor ze ook maar in één regering of gemeentebestuur zijn opgenomen, hebben Blokkers dus al zitting in honderden organisaties in heel Vlaanderen. Vandaag mag de impact daarvan dan nog beperkt zijn omdat veel van die bestuursleden niet met- een de meest ondernemende mensen zijn, het Blok weet steeds meer onderlegd politiek personeel voor dat soort functies aan te trekken. Zolang het niet om een meerderheid in die bestuursorganen gaat, is er weinig aan de hand. Theoretisch dan. Want in de praktijk blijkt dat het Blok tijdens vergaderingen van de raden van bestuur van Vlaamse en lokale organisaties soms de facto een meerderheid heeft. Net als in de parlementen zijn zij er namelijk bijna altijd, terwijl de democratische bestuursleden vaak wat beters te doen hebben. In Antwerpen kon Bob Hulstaert (Vlaams Blok) op die manier een paar jaar geleden verkozen worden tot voorzitter van de raad van bestuur van de Openbare Bibliotheek. Meteen zaten alle zelfverklaarde democraten en intellectuelen op de kast. Ze zagen de culturele apocalyps al voor zich: boekverbrandingen, censuur! In hun paniek vergaten de meesten wie de echte schuldigen waren: nog niet de helft van de Antwerpse raadsleden was komen opdagen voor de voorzittersverkiezing. Hetzelfde zou in theorie kunnen gebeuren bij de VRT of bij om het even welke andere instelling waar het Blok een paar vertegenwoordigers heeft. ‘Dat is niet de verantwoordelijkheid van N-VA omdat wij voor een aparte fractie opteren’, zegt woordvoerder Ben Weyts. ‘Laat iedereen die in naam van zijn fractie in een raad van bestuur zit zijn plicht doen door gewoon aanwezig te zijn.’
De vraag is of het niet al veel te laat is om het Vlaams Blok nog op die manier te counteren. Hadden al die commissie- en bestuursleden niet al jaren geleden voor elke vergadering op post moeten zijn? Had men niet in onverdachte tijden een veiligheid moeten inbouwen in de statuten van allerlei organisaties? Want de zo gevreesde apocalyps komt er niet in de vorm van uitslaande boekverbrandingen of beenharde censuur. Het Vlaams Blok gaat gewoon verder met wat het al jaren doet: de subtiele infiltratie en ondermijning van de progressieve cultuur. Ook op grote afstand van verkiezingen kankert de partij onderhuids verder. En eens het gezwel aan de oppervlakte komt, is het te laat.
Door Ann Peuteman